La qualité des emplois dans l'industrie alimentaire flamande augmente

Il fait bon travailler dans l'industrie alimentaire flamande, comme le confirme l'étude SERV 2025 sur le travail faisable dans les différents secteurs. À juste titre, nous pouvons être fiers des investissements réalisés par nos entreprises dans le domaine du travail faisable. Par exemple, l'industrie alimentaire fait partie des meilleurs apprenants, ayant évolué positivement par rapport à 2019. Plus de la moitié ont un emploi sans goulot d'étranglement du travail faisable.

Evaluatie van werkbare jobs 

Om te kunnen spreken van een werkbare job moeten vier voorwaarden vervuld worden: 1) weinig werkstress, 2) motiverend werk, 3) genoeg kansen om bij te leren en 4) een goede werk-privébalans. De combinatie van de vier indicatoren laat toe een evaluatie op te maken. Het valt op dat de secundaire sector, met name bouw en industrie, op deze vier aspecten van werkbaar werk vooruitgang boekt. 

Het onderzoek maakt een onderscheid in:  

1. werkbare jobs (= zonder werkbaarheidsknelpunten) 
2. jobs met één werkbaarheidsknelpunt 
3. jobs met twee of meer knelpunten 

Als we inzoomen op de sectoren voeding, chemie, metaal en de bouw, dan zien we dat vooral binnen de voedingssector het aandeel jobs zonder werkbaarheidsknelpunten stijgt (van 43,6% naar 52,4%). Daarnaast kampt 19,2% met één werkbaarheidsknelpunt en 28,4% met twee of meerdere knelpunten. 

Inspanningen leveren op 

Fevia is trots dat de focus op futureproof loopbanen in onze duurzaamheidsroadmap tastbare resultaten oplevert voor onze food heroes!  

Samen met de sociale partners en Alimento zetten we de afgelopen jaren sterk in op: 

• Maar liefst 305 cao’s rond werkbaar werk in de sector 
• Ondersteuning van werknemers en werkgevers met opleidingen, advies over werkbaar werk, loopbaanbegeleiding … 
• Innovatieve rond innovatieve arbeidsorganisaties, in samenwerking met Workitects 
• Een rondetafel over positief aanwezigheidsbeleid en vervolginitiatieven rond absenteïsmebeleid en -monitoring in voedingsbedrijven
• En nog veel meer! 

Hoe kan hier nog meer op ingezet worden?  

Ook al krijgen we goed nieuws, de resultaten tonen verder ook aan dat verdere inspanningen nodig blijven: 

• 32% van de bevraagde werknemers ervaart werkstressklachten; 
• 25% geeft motivatieproblemen aan; 
• 21% wijst op onvoldoende leermogelijkheden; 
• 13% heeft problemen met de werk-privébalans. 

Onze werknemers signaleerden risicofactoren zoals routinematig werk, een gebrek aan autonomie, hoge werkdruk en belastende arbeidsomstandigheden.  Om deze te counteren geeft de SERV twee aanbevelingen mee:  

1. Stel minder hoge taakeisen (werkdruk, fysieke en emotionele belasting). Hierdoor verlaagt de werkstress en is er een positief effect op de werk-privébalans. 
2. Bied meer hulpbronnen aan: autonomie, taakvariatie en ondersteuning door de leidinggevende. Een betere ondersteuning door de leidinggevende vermindert de werkstress en verbetert de werk-privébalans. Om de motivatie en de leermogelijkheden van werknemers te verhogen, is er nood aan meer taakvariatie en autonomie.  

De komende jaren blijven we ons inzetten voor een duurzame, werkbare toekomst in de voedingsindustrie voor alle food heroes!