Sterke partnerships en eerlijke handelspraktijken in de toeleveringsketen waarborgen
Wat is onze doelstelling richting 2025?
In april 2019 heeft het Belgisch parlement een nieuwe wet aangenomen die oneerlijke marktpraktijken in B2B-relaties, misbruik van economische afhankelijkheid en het gebruik van onrechtmatige bedingen in overeenkomsten verbiedt.
Tegelijk stemde de Europese Unie een richtlijn inzake oneerlijke handelspraktijken in de relaties tussen ondernemingen in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen. Deze UTP-richtlijn (Unfair Trading Practices) stelt dwingende regels vast die bepaalde oneerlijke handelspraktijken verbieden en landbouwers en kleinere leveranciers zo beter beschermen. Deze richtlijn werd omgezet in Belgisch recht door de wet van 28 november 2021 tot omzetting van Richtlijn (EU) 2019/633 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende oneerlijke handelspraktijken in B2B-relaties binnen de landbouw- en voedselvoorzieningsketen en tot wijziging van het Wetboek economisch recht (hierna de UTP-wet).
Onze sector staat volledig achter deze wetgeving, maar betreurt het dat ze alleen van toepassing is op de grootste leveranciers en dat bepaalde oneerlijke praktijken die op het terrein zijn vastgesteld, over het hoofd zijn gezien. In de komende vijf jaar willen we daarom deze wetgeving versterken, maar ook de kennis en het bewustzijn van de wetgeving over oneerlijke handelspraktijken verbeteren.
Hoe willen we die doelstellingen bereiken?
We willen onze bedrijven bewust maken van en doen inzetten op eerlijke handelsrelaties.
- Fevia faciliteert de toegang tot juridisch advies en ondersteuning van experten voor de leden die daar nood aan hebben. Fevia zal haar leden helpen om hun rechten beter te bewaken door juridische versterking en bevattelijke informatie (vooral gericht op kmo’s) te voorzien rond eerlijke handelspraktijken. Fevia informeert haar leden goed over wat zij al dan niet in hun contracten en handelsrelaties moeten aanvaarden en over de juridische en andere actiemiddelen die ter beschikking staan.
Waar staan we vandaag?
De Europese Commissie zal jaarlijks een enquête uitvoeren om de effectiviteit te beoordelen van de maatregelen die de lidstaten nemen. Ze voerde in 2021 al een basisonderzoek om de stand van zaken vast te leggen voordat de lidstaten hun nationale maatregelen implementeren. Deze enquête zal elk jaar worden uitgevoerd. Helaas is de enquête van 2022 niet representatief (<20 Belgische respondenten voor de hele keten). De enquête van 2023 is ook niet voldoende representatief (<5 Belgische respondenten voor de hele keten). Het lijkt weinig waarschijnlijk dat de enquête in 2024 meer representatief is. Fevia zal daarom vanaf 2024 zelf data verzamelen rond UTP-wet en oneerlijke marktpraktijken, middels een eigen bevraging of een bevraging in samenwerking met BABM.
In 2024 is een evaluatie van de UTP-richtlijn voorzien, indien nodig zal Fevia hierrond een aparte bevraging bij haar leden doen..
Dankzij de eersteenquête van de Europese Commissie hebben we in 2021 een baseline voor de Belgische voedingssector. Die toont ons twee zaken:
1. Het aandeel Belgische voedingsbedrijven dat op de hoogte is van hun rechten en plichten uit de UTP-richtlijn.
75% van de Belgische bedrijven die instaan voor de primaire verwerking voor voedseldoeleinden is op de hoogte van de UTP-richtlijn. Voor bedrijven die instaan voor secundaire en verdere verwerkingsfasen gaat het om 67%.
2. Het voorvallen van oneerlijke praktijken volgens de actoren in de keten.
Onderstaande grafiek toont per actor hoe vaak respondenten wegens deze actor oneerlijke praktijken ondervinden. Uit de grafiek blijkt dat 40% van de respondenten geconfronteerd worden met oneerlijke marktpraktijken wegens retailers. 28% van de respondenten geeft aan oneerlijk praktijken te ervaren door de primaire transformatoren. En 8% van de respondenten geeft aan dat de tweede verwerkers oneerlijke praktijken opleggen.
Voorvallen van UTP's
Wat doen we concreet als sector?
- Fevia neemt het initiatief om de structurele dialoog met de ketenpartners aan te gaan. Zo organiseert Fevia top-to-top-meetings met retailers en met de handelsfederatie Comeos en via het Ketenoverleg heeft Fevia regelmatig overleg met de diverse actoren binnen de hele keten.
- BFA, Agrofront, Fevia, Unizo, UCM en Comeos hebben samen het initiatief genomen om een gedragscode op te stellen en te onderschrijven ter ondersteuning van faire relaties tussen aanbieders en kopers. De partners ondertekenden dit Supply Chain Initiative in 2010. Sinds de inwerkingtreding van de Belgische UTP-wet werken we binnen het Ketenoverleg aan een herziene versie van de Gedragscode. Het ziet ernaar uit dat deze Gedragscode slechts minimaal gewijzigd zal worden, om de focus te leggen op het belang van overleg. We werken samen met de Belgische Mededingingsautoriteit (BMA) en met de Economische Inspectie van de FOD Economie om inbreuken op het mededingingsrecht en oneerlijke handelspraktijken tegen te gaan.
- Fevia volgt de werkzaamheden rond het uitvoeringsbesluit van de UTP-wet op de voet en doet de nodige voorstellen om de effectiviteit en de bescherming, die de UTP-wet biedt, te verbeteren en indien nodig aan te vullen.
Wat hebben wij gedaan sinds de lancering van de roadmap?:
- Fevia maakte haar leden via de wegwijzer “Eerlijke handelsrelaties” en de webinars over de UTP-wet wegwijs over hoe ze hun rechten kunnen vrijwaren. De informatie van de wegwijzer wordt regelmatig verder aangevuld met relevante voorbeelden. Via de bijzondere commissie onrechtmatige bedingen van de Centrale raad voor het bedrijfsleven vormden we mee een advies inzake oneerlijke bedingen in overeenkomsten in de agrovoedingsketen. Dit betreft met name clausules inzake prijsherziening, risico-overdracht, boetes in geval van niet-levering of vertraging, of afstand van verhaal. Dit advies kwam er in de context van prijsstijgingen en bevoorradingsproblemen. Het advies oordeelde vanuit het evenwichtsprincipe dat, indien er een prijsonderhandelingsclausule is voorzien in een overeenkomst, deze herziening moet kunnen plaatsvinden in geval van zowel een daling als een stijging van de grondstofprijzen. Daarnaast kan schade enkel op de leverancier verhaald worden wanneer een tekortkoming kan aangetoond worden. De schadevergoeding moet evenredig zijn aan de geleden schade. Indien de schadeclausule “automatisch” wordt ingeroepen wanneer een levering niet volledig conform is (in kwantiteit en tijd), of indien een bepaald gepland verkoopcijfer niet bereikt werd, kan er sprake zijn van afwenteling van “economische risico”. We voerden op deze domeinen intens lobbywerk naar de politiek en via de media, ook in samenwerking met BABM - .
- Fevia versterkt haar kennis over oneerlijke marktpraktijken verzamelt stavingsmateriaal. We werken aan mogelijke manieren om eerlijke handelsrelaties in de keten af te dwingen en het evenwicht in de keten te herstellen. Dit kan via een onafhankelijk organisme, dat eerlijke handelsrelaties tussen voedingsproducenten en supermarktketens promotoot en tussenkomt in geval van problemen.
- Fevia werkt samen met de economische inspectie om tendensen en problemen aan te kaarten en de evaluatie van de UTP-richtlijn voor te bereiden.