- Nieuws
- 10 inzichten uit een dialoog over een “correcte” prijs
Dialoog staat centraal in de duurzaamheidsroadmap van de Belgische voedingsindustrie richting 2025. Daarvoor organiseert Fevia twee keer per jaar rondetafelgesprekken, waarin we met stakeholders op zoek gaan naar manieren om onze doelstellingen te behalen.
Op woensdag 22 november streken we voor de vierde ronde tafel neer bij l’Union Wallonne des Entreprises in Louvain-la-Neuve. Het accent lag deze keer op de 4de pijler van de duurzaamheidsroadmap “samen waarde creëren”, en meer specifiek op de “correcte” prijs. Het onderwerp kadert in de doelstellingen 27 “De concurrentiekracht van onze bedrijven versterken” en 30 “Sterke partnerships en eerlijke handelspraktijken in de toeleveringsketen waarborgen” van onze duurzaamheidsroadmap. Uit deze ronde tafel distilleerden we tien inzichten.
1. Het is 5 voor 12
We maken deel uit van een Europees voedingssysteem, met een heel eigen dynamiek. Iedereen staat momenteel voor een enorme transitie die grote investeringen vereist, terwijl de opbrengsten in elke schakel van de voedingsketen dalen. Deze zeer zorgwekkende situatie stelt uitdagingen in verband met het behoud van onze maatschappelijke en economische rol in het land. Onze concurrentiepositie ten opzichte van buitenlandse concurrenten zou namelijk kunnen verslechteren. De tijd dringt om vandaag te reageren om de toekomst van morgen te bepalen.
2. Er is nood aan een langetermijnvisie en -aanpak
We kunnen nu al actie ondernemen, maar de ontwikkeling van bedrijfsactiviteiten, investeringen o.m. in duurzaamheid, sensibilisering van consumenten en politieke beslissingen op verschillende niveaus, vragen om een heldere en coherente langetermijnvisie en -aanpak. De uitbouw van samenwerkingen, tussen schakels in de ketens en met de politiek, gebaseerd op een gedeelde visie, moet de context voor de langere termijn helpen bepalen.
3. De “juiste” prijs in elke stap
De “correcte” of “juiste” prijs is een complex gegeven met veel verschillende facetten, waaronder verrichte of geplande investeringen (bv. in duurzaamheid), eerlijke handelspraktijken, billijke vergoeding van elke speler en belastingen. Het communiceren van het verschil tussen die “correcte” prijs en de prijs die consumenten moeten betalen, zou volgens de deelnemers, het koopgedrag weinig beïnvloeden. Voor de consument blijft voornamelijk de prijs-kwaliteitsverhouding doorslaggevend. Daarom is het zo belangrijk om met deze aspecten rekening te houden in elk stadium van het product, van boer tot bord.
4. Meer fierheid voor onze kwaliteitsproducten
Eerder dan prijzen te willen verantwoorden of te drukken, moeten we onze “lokale” producten (her)opwaarderen, zodat consumenten er een eerlijke prijs voor willen betalen. Naast de bestaande kleinere, regionale initiatieven die Belgische kwaliteitsproducten promoten, is dus zeker nog nood aan bredere sensibiliseringscampagnes om de consument meer fierheid bij te brengen.
5. Lokale producten, maar vooral lokale relaties
Het begrip “lokale” producten dekt de lading niet, want de aanvoer van grondstoffen kan van nature geografisch ver weg liggen. “Lokaal” is in onze context trouwens eerder “Europees”. De “korte keten” is een andere aanpak die een ander voordeel biedt: het creëert transparantie op kwaliteit en (betere) prijs. We zijn gehecht aan onze Belgische verankering. Maar we moeten als klein land met een open economie onze blik op de wereld blijven richten.
Er moet ruimte blijven voor zowel import als voor export. Bovendien moeten sommige producten, om competitief te blijven, op een zekere schaalgrootte geproduceerd worden. We moeten de verschillende concepten dus niet tegen elkaar uitspelen, maar eerder de relaties tussen lokale/Europese spelers aanmoedigen en waar mogelijk versterken.
6. Herwaardering van het ketenoverleg
Er bestaan interventiemechanismes en overlegstructuren voor prijsbepaling, maar die zijn beperkt tot enkele producten. In een poldermodel kan het ketenoverleg een nieuwe faciliterende rol spelen. Een deel van de grote discussies kunnen voorbereid worden. Er kan verder gewerkt worden op methodieken voor prijsbepaling op ketenniveau, dat als kader kan fungeren binnen branches. Duurzame samenwerkingen leveren nog andere voordelen op zoals veerkracht, meer vertrouwen, langetermijnrelaties met afnemers, stabiliteit en transparantie.
7. Transparantie schept vertrouwen
Iedereen is zich bewust van zijn rol, probeert zijn impact te beperken en maakt positieve evoluties door. De consument moet nog beter geïnformeerd worden. Duidelijke en transparante communicatie leidt niet alleen tot meer vertrouwen, maar ook tot betere samenwerkingen, correcte prijzen, heldere afspraken en spelregels.
8. Werken per voedingsketen
Een marktbrede aanpak zal weinig opleveren. Elke productgroep is immers verschillend. Het is efficiënter en makkelijker om per voedingsketen pilootprojecten op te zetten, duurzaamheid te definiëren, uitdagingen en prioriteiten te bepalen. Gemeenschappelijke projecten binnen een voedingsketen zullen bovendien voor de meesten in die keten resultaten en conclusies opleveren, wat de projectkost per betrokkene zal drukken.
9. Gedeeld leiderschap door overheid en sectoren
De verschillende overheden hebben een belangrijke rol, onder meer om een langetermijnvisie te ontwikkelen, regels en afsprakenkaders vast te leggen, controles uit te voeren, een level-playing field op fiscaal en regelgevend vlak te creëren. Zij hoeven hierin echter niet altijd de trekker te zijn. De industrie kan zeker het voortouw nemen, bijvoorbeeld voor sensibiliseringscampagnes, initiatieven rond regeneratieve landbouw en visieontwikkeling.
10. De consument meekrijgen
De consument blijft een sleutelpositie innemen. Enerzijds zijn er zo’n elf miljoen Belgen die we de toegang tot gezonde voeding moeten blijven garanderen. Anderzijds is het aan de consumenten om voor onze kwaliteitsproducten te kiezen en te betalen. Zij liggen echter niet altijd wakker van zaken als duurzaamheid en correcte prijzen voor iedereen. De agrovoedingssector en de overheid moeten op een toegankelijke en transparante manier informeren en sensibiliseren over deze thema’s.