Europa beweegt. Wij ook?
Geopolitieke en handelsspanningen, klimaatverandering, verlies aan concurrentiekracht: Europa gaat door een turbulente periode die zijn model op de proef stelt en het dwingt om zich aan te passen. Die uitdagingen bieden een kans om het Europese project te herbevestigen en meer als eenheid op te treden: niet alleen om onze interne cohesie en internationale positie te versterken, maar ook om onze welvaart te verzekeren. Het momentum is daar: de nieuwe Europese Commissie toont haar ambities en lanceert initiatieven in sleuteldomeinen voor onze industrie. Welk perspectief biedt Europa ons? En welke hefbomen moeten onze overheden creëren om de leefbaarheid en toekomst van onze sector te verzekeren en zo een duurzame toegang tot kwalitatieve voeding te waarborgen voor iedereen?
Een sector van strategisch belang
De pandemie en de oorlog in Oekraïne herinneren ons eraan dat onze sector essentieel is om de voedselvoorziening in alle omstandigheden te garanderen. Die strategische rol verdient erkenning en ondersteuning, zowel op Belgisch als op Europees niveau, via drie belangrijke hefbomen: een eerlijke Europese markt die openstaat voor de wereld, een (industrieel) beleid dat competitiviteit en duurzaamheid verzoent en een versterkte samenwerking doorheen de hele keten.
Onze voedingsbedrijven hebben tijdens de opeenvolgende crisissen hun veerkracht getoond. Maar vandaag bereiken ze hun grenzen, want hun competitiviteit en rendabiliteit staan steeds meer onder druk. Er is dringend nood aan actie en verandering!
Een sterk en verenigd Europa
Europa is een belangrijke economische hefboom voor onze industrie: het is een lokale markt voor onze producten, een bron van grondstoffen en een solide blok om onze positie in de wereldhandel te versterken. Toch erodeert ons marktaandeel, zowel binnen als buiten de EU.
Om het tij te keren, moeten we onze interne markt versterken. Het vrije verkeer wordt nog steeds belemmerd door nationale barrières en oneerlijke regelingen waarmee lidstaten investeerders verleiden en bedrijven uit andere landen benadelen. De regels moeten voor iedereen gelijk zijn en eerlijke kansen waarborgen. En halt aan de overregulering waaraan onze beleidsmakers zich al te vaak bezondigen.
Als we ons staande willen houden tegenover de grootmachten, moet Europa met één stem spreken, strategisch en pragmatisch handelen en zich positioneren als betrouwbare partner. Via evenwichtige handelsakkoorden kunnen we kansen scheppen, ons concurrentievermogen versterken, duurzaamheidskwesties integreren en een meer gelijk speelveld realiseren. Dit is de rode draad in ons artikel “Europa heeft nood aan een verenigd handelsbeleid”.
Een duurzame en competitieve voedingsindustrie
Om te voorkomen dat we voor onze voeding afhankelijk worden van andere landen of continenten - zoals het geval is voor energie - hebben we een sterke, competitieve en duurzame lokale voedingsindustrie nodig.
Economische welvaart en duurzaamheid kunnen samengaan, mits de juiste balans wordt gevonden. Daarom verwelkomen we de koerswijziging die op Europees niveau is ingezet met de lancering van nieuwe initiatieven. Duurzaamheid blijft een prioriteit, maar Europa wil klimaatambitie, steun voor de industrie en efficiëntie met elkaar verzoenen. Dit is een stap in de goede richting, zoals we aangaven in ons artikel "De Europese agenda neemt vaart: wat onthouden we van de recente initiatieven?".
We betreuren echter dat de Visie op Landbouw en Voedsel bijna volledig voorbijgaat aan de centrale rol van de voedingsindustrie, het evenwicht tussen de schakels in de keten en geen oog heeft voor de consument. Hoe bouw je een duurzaam voedingssysteem zonder rekening te houden met alle spelers die eraan bijdragen en degenen voor wie het bedoeld is? De voedingsindustrie is niet zomaar een schakel in de keten: zij vormt het hart ervan. Zij koopt en verwerkt 70% van de Europese landbouwgrondstoffen, creëert waarde en banen en innoveert voortdurend. Zonder voedingsindustrie en voedselverwerking is er geen voedselzekerheid en geen duurzamer voedingssysteem.
Geen woorden maar daden. Nu is het tijd om de ambities om te zetten in concrete maatregelen. Onze overheden moeten dit waarmaken en zorgen voor een coherente aanpak op alle niveaus die echt ten dienste staat van onze industrie en de hele keten.
Krachten bundelen, ook in de keten
Naast de uitdagingen van competitiviteit en duurzaamheid is een nauwere samenwerking binnen de agrovoedingsketen essentieel. Tijdens de pandemie werkten landbouwers, verwerkers en handel samen vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheidszin. Nu moeten we opnieuw diezelfde spirit tonen. We moeten waarde blijven creëren, samen de taart groter maken en ervoor zorgen dat iedereen - van producent tot handelaar - een eerlijk deel krijgt. Dit vereist betrokkenheid van iedereen, duidelijke spelregels die elkeen respecteert en een open dialoog tussen partners.
Consumenten moeten erbij worden betrokken en opnieuw bewust worden gemaakt van het belang en de kwaliteit van onze voeding. Te vaak wordt voeding nog gezien als een evidentie of een aanpassingsvariabele in het huishoudbudget. Voeding moet opnieuw naar waarde worden geschat.
Europa kan deze dynamiek ondersteunen door eerlijke voorwaarden en ketenrelaties te garanderen en oneerlijke praktijken te bestrijden. De komende herziening van de richtlijn rond oneerlijke handelspraktijken is een kans om verdere stappen te zetten om meer evenwicht in de keten te bereiken.
Werk aan de winkel... maar ook perspectief!
Europa zet zich weer in beweging. De ambities zijn er, de uitdagingen zijn duidelijk. Het is tijd om deze dynamiek om te zetten in concrete vooruitgang. De voedingsindustrie wil hierin ten volle haar rol spelen: als centrale schakel, strategische sector, essentieel voor onze voedselvoorziening en -autonomie, die een sleutelrol speelt in de transitie naar een duurzaam voedingssysteem.
Laten we er samen met onze ketenpartners en onze beleidsmakers voor zorgen dat onze sector en keten weer centraal komen te staan in het Europese beleid. Zodat de agrovoedingsketen sterk, innovatief en competitief blijft en in staat is om ook morgen de bevolking kwalitatief en duurzaam te voeden en de grote uitdagingen aan te gaan.