Vanaf maart 2019 zal het Verenigd Koninkrijk geen deel meer uitmaken van de Europese Unie. Het doemscenario van een “cliff-edge” Brexit, waarbij het VK de EU verlaat zonder akkoord, behoort tot de mogelijkheden. Welke impact hebben de verschillende scenario’s op de Belgische voedingsindustrie en hoe bereidt u zich als voedingsbedrijf best voor?
Een nieuwe relatie na de scheiding. Wie wil wat?
Op 29 maart 2019 om middernacht treedt het VK uit de EU. In het ontwerp van terugtrekkingsakkoord kwamen beide partijen principieel overeen dat er daarna een transitieperiode zal gelden tot 31 december 2020, waarin de EU wetgeving blijft gelden op het VK en er grotendeels een status quo blijft voor het zakenleven. Deze overeenkomst moet echter nog formeel bekrachtigd worden. Men hoopt dit akkoord te kunnen sluiten op de Europese Raad van 18 en 19 oktober, zodat er voldoende tijd overblijft om het te ratificeren voor 30 maart 2019. Het akkoord moet immers goedgekeurd worden door het Europese Parlement en de Europese Raad alsook door het Britse parlement. Wanneer er niet tijdig een akkoord gesloten of geratificeerd is, belanden we in het zogenaamde “cliff-edge scenario”, waarbij de EU wetgeving vanaf 30 maart van de ene dag op de andere niet meer van toepassing is op het VK.
Pas wanneer het VK de EU effectief verlaten heeft, kunnen beide partijen formeel beginnen onderhandelen over hun toekomstige handelsrelatie. Bij de ondertekening van het scheidingsakkoord zal echter al een politieke verklaring worden gegeven over de toekomstige relatie. Momenteel wordt dus aan beide kanten van het Kanaal nagedacht over hoe die relatie er in grote lijnen uit moet zien.
Welke opvattingen circuleren op vlak van handel?
De Britse regering
Aanvankelijk kondigde de Britse regering aan een harde breuk met de EU te wensen, waarbij het VK niet meer tot de Europese Eengemaakte Markt en de douane-unie zou behoren en het een eigen extern handelsbeleid zou kunnen voeren.
Begin juli kwam de Britse regering naar buiten met haar visie op de toekomst in de ‘Chequers Verklaring’ en de ‘Brexit White Paper’. Hierin wordt een eerder zachte Brexit naar voor geschoven, waarbij het VK een nauwe band met de EU behoudt.
De meest relevante elementen op vlak van handel zijn:
- Vrijhandelszone voor goederen
- Het VK blijft zich houden aan die Europese regels die nodig zijn voor een frictieloze handel in goederen, met inbegrip van industriële en landbouwgoederen
- Het Britse parlement ziet toe op de evolutie van de Europese regels en kan beslissen deze niet toe te passen
- Een EU-VK gemeenschappelijk comité ziet toe op eventuele disputen
- Douaneakkoord
- Hierdoor worden administratieve procedures en grenscontroles en een harde grens met Ierland vermeden
- Duaal tariefsysteem
- Het VK bepaalt haar eigen tarieven en handelsbeleid voor goederen die voor het VK bestemd zijn
- Het VK past de EU tarieven en handelsbeleid toe voor goederen die het VK passeren op weg naar de EU
- Eigen extern handelsbeleid: het VK kan zelf nieuwe handelsakkoorden met derde landen aangaan
Hoe deze elementen te rijmen zijn met de EU principes en geoperationaliseerd zouden worden, is nog onduidelijk.
Voor de voorstanders van een harde Brexit doet deze “half-in, half-out” positie onrecht aan aan de kiezers die voor een uitstap uit de EU stemden. Volgens hen blijft het VK op deze manier gebonden aan de Europese regels, zonder er nog inspraak in te hebben. Brexit-minister Davis, buitenlandminister Johnson en tien Britse parlementairen stapten op uit onvrede met het beleid van premier May. Het is dus afwachten of de White Paper de basis zal blijven voor de formele onderhandelingen met de EU. Deze herfst wordt cruciaal, met het Britse Conservatieve partijcongres eind september en de Europese Raad van oktober.
De Europese Unie
De Europese Commissie gaf in haar onderhandelingsrichtlijnen over de toekomstige relatie in maart alvast aan dat wat de EU betreft de vier vrijheden van de Europese Eengemaakte Markt –vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal- één en ondeelbaar zijn.
Een economisch akkoord moet voor de Commissie verder de volgende elementen bevatten:
- Handel in goederen in alle sectoren, liefst zonder tarieven en quota en met gepaste oorsprongsregels
- Een douanesamenwerking met respect voor de integriteit van de Europese douane-unie
- Bepalingen over technische handelsbarrières en sanitaire en fytosanitaire maatregelen
- Vrijwillige reglementaire samenwerking
- Toegang tot overheidsopdrachten, investeringen en bescherming van intellectuele eigendom (oa geografische indicaties)
De Europese voedingsindustrie
FoodDrinkEurope, de vertegenwoordiger van de Europese voedingsindustrie, publiceerde eind juni haar standpunt rond de toekomstige relatie, die mee werd opgesteld door de Britse Food and Drink Federation (FDF). FoodDrinkEurope is geen voorstander van een handelsakkoord tussen het VK en de EU, omdat dit niet kan tegemoetkomen aan alle noden van de Europese voedingsindustrie, met haar geïntegreerde productieketen, waarbij ingrediënten en producten vaak meermaals de grens overgaan. FoodDrinkEurope verwacht dan marktverstoring, onder andere door uiteenlopende vereisten rond oorsprongsregels. In de plaats wil FoodDrinkEurope een douane-unie die volgens haar de beste garantie biedt op een blijvende vlotte handel en productie in Europa. Daarnaast zal reglementaire harmonisatie rond voedselstandaarden in de toekomstige relatie cruciaal zijn. FoodDrinkEurope raadt dan ook aan dat de Britse Food Standards Agency blijft deelnemen aan de European Food Safety Authority (EFSA).
In haar reactie op de White Paper stelt FoodDrinkEurope het positief te vinden dat de Britse regering een vlotte handel vooropstelt, maar zich toch zorgen te maken omdat de paper niet expliciet vermeldt dat het VK moet blijven deelnemen aan EFSA. Tijdens een meeting bij FoodDrinkEurope stelde de eerste secretaris van de Britse ambassade echter dat de White Paper niet exhaustief is. Met andere woorden: het is niet omdat EFSA niet expliciet vermeld wordt, dat de Britten er niet meer aan willen deelnemen. Men bekijkt momenteel nog onder welk statuut het VK al dan niet zou deelnemen.
FoodDrinkEurope roept tenslotte ook op om de voorziene transitieperiode niet in de tijd te limiteren, maar te laten doorlopen zolang als nodig.
Verbond van Belgische Ondernemingen
Ook het VBO roept in haar standpunt over de toekomstige handelsrelatie op tot een meer verregaande economische integratie dan een handelsakkoord en tot een transitieperiode tot aan de dag van inwerkingtreding van de nieuwe handelsrelatie, zodat bedrijven zich maar één keer moeten aanpassen. Verder zijn ook oorsprongsregels en maximale afstemming van sanitaire en fytosanitaire reglementering prioriteiten voor een toekomstig akkoord. Verder roept het VBO ook op om het VK als waarnemer te behouden in EFSA.
In haar reactie op de White Paper stelt het VBO dat de tekst niet zomaar mag worden afgeschoten, omdat dit de kansen op een ‘no deal’-scenario zou doen toenemen. Als we tot een onderhandelde oplossing willen komen die de handel tussen de EU en het VK zo vlot mogelijk laat verlopen en onze Europese interne markt vrijwaart, zullen beiden partijen zich constructief moeten opstellen, aldus het VBO.
Welke impact hebben de verschillende scenario’s op de Belgische voedingsindustrie?
Door onze nauwe economische verwevenheid met het VK zal de Brexit -onder welke vorm dan ook- een grote impact hebben op de Belgische economie, en de voedingsindustrie in het bijzonder.
- No deal: In dat geval vallen we vanaf 30 maart 2019 van de ene dag op de andere terug op handel met het VK als derde land zonder handelsakkoord en dus volgens de algemene regels van onder het WTO regime. Dan krijgen we mogelijk te maken met tarieven die kunnen oplopen tot 60% voor sommige voeding en dranken. Voor een overzicht van de gemiddelde tarieven, zie bijlage.
- Scheidingsakkoord met transitieperiode: Dan blijft de EU wetgeving van toepassing tot 1 januari 2021. Dat geeft de EU en het VK na de scheiding de tijd om te onderhandelen over de toekomstige relatie.
- Handelsakkoord: Komt er na de transitieperiode een handelsakkoord, dan zullen we zakendoen met het VK als derde land volgens de bepalingen van dat akkoord. Verwacht wordt dat de EU en het VK in hun onderhandelingen zullen streven naar de laagst mogelijke douanetarieven. Maar hoe dan ook krijgen we te maken met invoerrechten, douaneformaliteiten en mogelijk uiteenlopende regelgeving rond oorsprong, etikettering en sanitaire en fytosanitaire vereisten. Gezien de hoge graad van integratie van de Europese productieketen voor voeding en dranken, zal dit belastend zijn voor het zakenleven. Indien u momenteel al exporteert buiten de EU, zal u met de meeste zaken vertrouwd zijn. Zoniet, zal u een met nieuwe formaliteiten te maken krijgen.
- Handelsakkoord met vrijhandelszone en douanesamenwerking: Indien de Chequers visie het haalt, zal de handel minder verstoord worden, en komen er geen tarieven en nieuwe controles aan de grenzen. Echter, de White Paper eigent het VK onder andere een eigen beleid rond etikettering toe. Het moet nog duidelijk worden of het VK op dit vlak voor een wederzijdse erkenning wil gaan. Business as usual zal dit scenario dus ook niet zijn!
Hoe bereidt u zich voor?
1. Informeer u
- Europese Commissie: Brexit preparedness fact sheet, klik hier
- Europese Commissie: notificaties rond de voorbereiding op de Brexit
- FOD Financiën: informatie rond douane en accijnzen, klik hier
- Regionale exportagentschappen: tips voor het bedrijfsleven
- Fevia: KMO netwerkevent rond de Brexit (25/07/18)
2. Volg een opleiding of infosessie
- Via de Fevia Newsletter kondigen we infosessies rond de Brexit van onze partners aan.
- Fevia Vlaanderen organiseert op 10/10/18 de Exportboost-sessie « UK & Brexit » specifiek voor de voedingsindustrie. Meer info hier en via de nieuwsbrief.
3. Houd de Fevia Newsletter in het oog
Langs deze weg houden we u op de hoogte van de ontwikkelingen in het Brexit-dossier en informeren we u over hoe u zich kan voorbereiden.