Van energiebesparing tot hernieuwbare energie en klimaatneutraliteit: voedingsbedrijven ondernemen heel wat actie op het vlak van milieu en energie. En terecht, want de Europese Unie stelt een aantal ambitieuze doelstellingen voorop waar ook de voedingsindustrie aan moet bijdragen. Maar hoe kunnen we onze kmo’s, toch goed voor 96% van de voedingssector, helpen om te investeren in energiebesparing? Dirk Van den Broecke, die als onafhankelijk consultant gespecialiseerd in energie voor Fevia Vlaanderen het EFES-project coördineert, is de geknipte man om hierover zijn licht te laten schijnen.
Als consultant heb je al veel kmo-voedingsbedrijven bezocht. Op welke uitdagingen stoten voedingsbedrijven aan?
“Op lange termijn zie ik twee uitdagingen. De allereerste is warmte. Voedingsbedrijven wekken warmte op tijdens het productieproces: om te koken, steriliseren en smelten bijvoorbeeld. Daarvoor maken ze gebruik van aardgas, maar de verbranding van aardgas stoot helaas ook broeikasgas uit. En dat botst met de doelstelling van de Europese Unie om Europa tegen 2050 klimaatneutraal te maken. Voedingsbedrijven gaan dus hun C02-uitstoot moeten reduceren, terwijl dat allesbehalve evident is. Er is vandaag heel wat onderzoek lopende naar alternatieven, bijvoorbeeld voor de productie van ‘groene’ stoom. Maar helaas zijn die alternatieven nog niet rijp voor de markt.”
Wat is de tweede uitdaging op lange termijn?
“Zoals je weet, besliste België om tegen 2025 al haar kerncentrales te sluiten. Dat vraagt om een forse investering om via andere manieren energie op te wekken. Kerncentrales wekken 45 tot 50% van onze energie op, bijna de helft dus. Waarmee gaan we dat vervangen? Er gebeuren al een aantal investeringen, denk maar aan gascentrales. Maar die investeringen moeten ook nog rendabel zijn.
Je kan dus verwachten dat die worden doorgerekend in de elektriciteitsprijs, terwijl onze bedrijven vandaag al een hogere energiefactuur betalen in vergelijking met onze buurlanden. Anderzijds: hoe hoger de prijs, hoe interessanter om energie zelf op te wekken. Zonne- en windenergie zijn daarbij voor de meest hand liggend.”
Hoe kunnen we kmo’s stimuleren om te investeren in alternatieven?
“Steun van de overheid is hier heel belangrijk. Ze kan bijvoorbeeld projecten aantrekkelijker maken die hernieuwbare energie opwekken, en/of elektriciteit bufferen met batterijen. Ik geef een concreet voorbeeld: een bedrijf dat overdag energie opwekt via zonnepanelen, kan die extra energie opslaan via een batterij en ‘s nachts gebruiken om verder te produceren. Met batterijen werken, zorgt voor een economisch optimum. Maar hier stoten we tegen een ander probleem aan: momenteel duurt de terugverdientijd voor een batterij bijna even lang als haar levensduur.”
Zie jij oplossingen op korte termijn?
“Ik raad kmo’s aan om te werken aan energiebesparing. Op basis van al mijn bedrijfsbezoeken, vooral bij kmo’s, zijn er drie maatregelen die ze bijna allemaal kunnen overwegen. Op nummer één staat verlichting. Ondanks de intrede van de ledverlichting, gebruiken veel bedrijven nog oude verlichting. Een gebrekkige isolatie van leidingen is het tweede pijnpunt. Vooral bij warm water- en stoomsystemen zie ik veel kleine stukjes leiding, afsluiters en aftakkingen die niet zijn geïsoleerd. De oplossing is vrij eenvoudig en het gaat ook om een eenmalige kost. Want isolatie verslijt niet, daar is geen onderhoud aan.
Het derde pijnpunt is perslucht, een grote energieverbruiker! Vaak staat de druk op het net heel hoog en zijn er persluchtlekken. Die laatste kan je op twee manieren detecteren: via het menselijk oor of beter: met een ultrasoon toestel, want niet alle lekken kan je horen. Daarom lanceert Fevia een groepsaankoop om samen en voordeliger verborgen persluchtlekken op te sporen.”
Het EFES-project is nog zo’n quick win?
“Dat klopt. Met het EFES-project krijg je als kmo-voedingsbedrijf advies over maatregelen om je energieverbruik te verminderen en zo de kosten te drukken. De focus ligt op eenvoudige, meteen toepasbare ingrepen op het vlak van bijvoorbeeld verlichting, perslucht of isolatie. Want ook kleine aanpassingen kunnen een groot verschil maken op je energiefactuur. Als EFES-ontzorger begeleid ik het project bij de uitvoering van deze maatregelen. De ervaring leert dat investeren in energiebesparende maatregelen niet altijd moeilijk en duur hoeft te zijn.”
Wat zijn de trends op vlak van milieu- en energiebesparing?
“Ik zie dat grote voedingsbedrijven hun stoomketels vervangen naar warmtekrachtkoppelingen. Die hebben het voordeel dat ze niet alleen stoom opwekken maar ook elektriciteit. Als ik de vraag breder opentrek, zie ik ook een shift in het transport. In plaats van de vrachtwagen in te zetten, kijken bedrijven ook steeds vaker naar spoor- en waterwegen. En bij kmo’s neemt de interesse voor zonnepanelen toe. In de nabije toekomst verwacht ik ook meer investeringen in de opwekking van elektriciteit met kleine windturbines. Deze technologie wordt meer en meer rendabel.”
Kortom, de bewustwording is groot?
“Absoluut, de bewustwording bij bedrijven neemt alleen maar toe. Dat Europa tegen 2050 klimaatneutraal moet zijn, schudde heel wat ondernemers wakker. Vaak krijg ik de vraag ‘Wat kan mijn bedrijf doen om klimaatneutraal te worden?’
De voedingsindustrie is een echte kmo-sector. Ook zij moeten bijdragen aan de klimaat-doelstellingen om hun CO2-uitstoot te beperken. Na meerdere jaren ervaring met het EFES-project, blijkt duidelijk dat een one-fits-all oplossing niet bestaat. Wat ook opvalt, is dat er veel potentieel is om het beter te doen. Kmo’s die de bestaande kansen grijpen, verhogen hun veerkracht en stomen zich klaar voor de toekomst.”
Neem contact op met Dirk, onze EFES-ontzorger