Een paar weken terug waren we enthousiast over de aankondiging van de minister van Economie om de oorzaken te analyseren van de hogere voedingsprijzen in ons land in vergelijking met onze buurlanden. Begin oktober mochten we aan de Kamer van Volksvertegenwoordigers toelichten dat de loonkosten, de energiekosten en de (in)directe belastingen in België, die aanzienlijk hoger liggen dan in andere landen, aan de basis liggen van de prijsverschillen. Amper een week later wil de regering een extra heffing invoeren van 60 miljoen euro. En dat bovenop de huidige lasagne van belastingen. Zoek de fout!
Trop is te veel!
De voedingsindustrie wordt al zwaar belast, zowel via indirecte belastingen als via allerlei bijdragen in het kader van het verpakkingsbeheer. In het kader van de begrotingsonderhandelingen voor 2023-2024, wil de regering een nieuwe verpakkingsheffing invoeren van 60 miljoen euro. Zo'n belasting zou de opbrengst verhogen met 17%.
Meer belastingen, minder investeringen, duurdere producten?
Vandaag beschikken 4 van de 10 voedingsbedrijven niet meer over voldoende financiële reserves om een volgende schok op te vangen. Helaas volgt zo'n schok waarschijnlijk in de komende maanden. Enerzijds volgt er binnenkort een loonindexering van meer dan 10% en anderzijds stappen een groot aantal bedrijven binnenkort over van vaste naar variabele energiecontracten met aanzienlijk hogere prijzen. Voedingsbedrijven kunnen het zich niet veroorloven om die kostenstijgingen te absorberen.
Dat heeft twee gevolgen: ten eerste kunnen bedrijven zich genoodzaakt voelen te besparen op investeringen of uitgaven voor bijvoorbeeld onderzoek en ontwikkeling. Met de vele uitdagingen die voor ons liggen, gaat dat de foute kant op. Vooral op het gebied van duurzaamheid. Ten tweede maakt een nieuwe belasting onze producten onvermijdelijk duurder voor de consument in België.
De overheid duwt de Belgische consument verder richting grensaankopen
De helft van de Belgen woont op minder dan 50 kilometer van een landsgrens. Dat maakt ons land bijzonder kwetsbaar voor grensaankopen. De motivatie voor Belgische inwoners om over de grens te gaan winkelen is natuurlijk vooral van financiële aard. De opeenstapeling van taksen en heffingen is dan ook de grootste aanleiding voor de Belg om over de grens te gaan winkelen.
Onderstaande grafiek toont dat de bijzonder sterke correlatie tussen fiscaliteit en grensaankopen voor frisdranken. Een nieuwe verpakkingsheffing in België zou grensaankopen verder op de spits drijven. Of het nu gaat om een verhoging, dan wel een uitbreiding.
De negatieve effecten van grensaankopen wegen zwaar door op onze economie. Cijfers tonen aan dat grensaankopen zich zelden beperken tot de aankoop van dranken. Belgen vullen hun koffer over de grens ook gretig met andere producten.
Zo wordt het verlies aan fiscale inkomsten uit grensaankopen in 2019, net voor de coronacrisis uitbrak, geschat op meer dan 115 miljoen euro (BTW, accijnzen en vennootschapsbelasting) die in de huidige begrotingscontext hard nodig zullen zijn. We verliezen daardoor opnieuw jobs aan het buitenland, of ze worden in België eenvoudigweg niet meer gecreëerd. Voor de voedingsindustrie en de handel is dit het equivalent van maar liefst 2700 directe jobs. Hierdoor mist de Belgische begroting jaarlijks voor méér dan 77 miljoen euro aan sociale bijdragen en bedrijfsvoorheffing, alleen al voor die twee sectoren. In totaal loopt de Belgische staat zo jaarlijks bijna 200 miljoen euro mis.
Verpakkingen verduurzamen kan best zonder (extra) belastingen!
Een extra verpakkingsheffing stimuleert grensaankopen en tast ons concurrentievermogen aan. Fevia roept de regering op om deze begrotingsbeslissing te herzien en geen nieuwe belastingen op voeding en dranken in te voeren, of bestaande belastingen te verhogen. Voor de verpakkingsheffing zijn wij bereid om rond de tafel te zitten zodat, zoals de regering wenst, "deze heffing meer naar herbruikbaarheid, recycleerbaarheid en milieueffecten van verpakkingen leiden".
Maar meer belastingen op verpakkingen zijn onaanvaardbaar. Deze hervorming moet ook worden gezien in de context van de belangrijke ontwikkelingen op regionaal niveau met betrekking tot de financiering van de kosten van zwerfvuil en de doelstelling om 100% van de drankverpakkingen voor eenmalig gebruik weg te ruimen.