Invulling van de tweede enveloppe van 0,2% voor de bedienden van de voedingsindustrie

10.10.2017

Op het vlak van de koopkracht zijn de enveloppes van de bedienden identiek aan die van de arbeiders, de invulling licht anders. FEVIA geeft een woordje uitleg over de invulling van de tweede enveloppe van 0,2% voor de bedienden van de voedingsindustrie in PC 220.

Om het kalenderjaar 2017 te dekken, betalen alle ondernemingen een eenmalige brutopremie van 0,2% op 31 december 2017 (mogelijkheid tot omzetting in een ander voordeel). Deze enveloppe wordt dus niet omgezet in een brutopremie van € 55, zoals bij de arbeiders, maar wel in een brutopremie van 0,2%.

Vanaf 1 januari 2018 verhoogt de globale inspanning van de werkgevers voor het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel met 0,25% naar 1,25% van de brutolonen. Voor de bedrijven met een bedrijfseigen pensioenplan die meer bijdragen storten dan voorzien in het sectoraal pensioenplan, wordt deze enveloppe ingevuld, ofwel door een verhoging van de effectieve lonen, ofwel door een omzetting in een ander voordeel.

Vanaf 1 januari 2018, zijn er dus twee scenario's:

1. Ondernemingen die binnen het toepassingsgebied vallen van het sectoraal aanvullend pensioen

Deze ondernemingen kunnen niet onderhandelen over de enveloppe van 0,2%. De bijdrage voor het sectoraal aanvullend pensioen wordt opgetrokken met 0,25% en deze marge wordt aangerekend op de enveloppe (omzetting van 0,2% loonkost in een bijdrage voor het aanvullend pensioen). Bijgevolg zal de enveloppe van 0,2% integraal worden aangewend voor het pensioenplan, er valt op ondernemingsvlak niets meer te onderhandelen.

2. Ondernemingen met een bedrijfseigen pensioenplan die buiten het toepassingsgebied vallen van het sectoraal pensioenplan

a) De ondernemingen waarvan de pensioentoezegging op 31 december 2017 minstens evenwaardig is aan de sectorale pensioentoezegging op 1 januari 2018

Deze ondernemingen beschikken over een enveloppe van 0,2% en kunnen dus via een ondernemingscao onderhandelen over de 0,2% om ook het jaar 2017 te dekken (in dit geval, geen brutopremie van 0,2% eind 2017). Bij gebreke aan een ondernemingscao, verhogen de reële lonen met 0,2% op 1 januari 2018.

b) De ondernemingen waarvan de pensioentoezegging op 31 december 2017 niet minstens evenwaardig is aan de sectorale pensioentoezegging op 1 januari 2018

In dit geval wordt de enveloppe van 0,2% gebruikt voor het optrekken van de pensioentoezegging tot op het niveau van de sectorale pensioentoezegging. Deze ondernemingen kunnen enkel onderhandelen over het resterend gedeelte van de enveloppe. Dit percentage wordt berekend door een actuaris en het betrokken bedrijf maakt deze verklaring over aan de Voorzitter van het PC 220 voor de bedienden van de voedingsindustrie. Bij gebreke aan bedrijfsonderhandelingen ter invulling van dit percentage, verhogen de effectieve lonen met het percentage berekend door de actuaris en dit met ingang vanaf 1 januari 2018.