- Nieuws
- Digitalisering op mensenmaat: 5 inzichten uit de fabrieken van de toekomst
Je zou het op het eerste gezicht niet verwachten, maar onze voedingsindustrie is een hoogtechnologische sector geworden. Het codewoord voor de voedingsfabrieken van de toekomst is ongetwijfeld “digitalisering”. Puratos, Spadel, Barry Callebaut, Pomuni en Vandemoortele zijn daarvan het springlevende bewijs. Zij wonnen dit jaar een “Factory of the Future”-award voor hun innovatieve aanpak. We vatten in vijf inzichten samen hoe zo’n voedingsbedrijf van de toekomst eruitziet!
1. Data inzichtelijk maken
Welk ingrediënt mag zeker niet ontbreken in een smart factory? Data! De fabriek van de toekomst capteert data en maakt die inzichtelijk voor haar werknemers.
De operatoren van Barry Callebaut luisteren bijvoorbeeld in real-time naar de machines tijdens het productieproces, zo kunnen ze snel ingrijpen waar nodig. Daarnaast werken ze ook met een virtual assistance-systeem dat nieuwe medewerkers begeleidt en helpt om de kwaliteit van de chocolade constant te houden. En dat systeem wordt uiteraard gevoed met… data.
Bij Spadel en Pomuni vormen gegevensanalyse een cruciaal onderdeel van de dagelijkse werking, zo sporen ze sneller storingen op of optimaliseren ze energieprestaties. Op die manier winnen ze tijd en sparen ze kosten uit. Het nut van data valt dus zeker niet te onderschatten!
2. Smart employees
De komst van data verandert ook het klassieke takenpakket van de food heroes in onze sector. De werknemer van de toekomst voert niet enkel uit, maar interpreteert data om het productieproces bij te sturen waar nodig.
Puratos kiest ervoor om haar werknemers te betrekken bij alle stadia van haar transformatieproces richting een smart factory. Zo krijgen ze meer inzicht in de werking van de fabriek en kunnen ze zelfstandig aan de slag gaan met de controle-, plannings- en productiesystemen.
Bij Spadel worden de operatoren voortdurend bijgeschoold en krijgen ze nieuwe vaardigheden aangeleerd. Ze leren nieuwe tools en processen kennen, en optimaliseren zo de milieu-impact van het hele productieproces. Bovendien kunnen hun teams efficiënter werken dankzij permanente technologische follow-up. Smart employees aan het roer van een smart factory? A match made in heaven.
3. Van “top-down” naar “bottom-up”
Power to the people: werknemers krijgen meer verantwoordelijkheid en werken bottom-up in de fabriek van de toekomst. Bij Puratos draaiden ze de klassieke fabriekscultuur om en zagen ze een groot verschil. Hun operatoren werken steeds zelfstandiger en krijgen meer inspraak in het productieproces. Aangezien zij dag in dag uit werken met de machines, kunnen zij ook het best aangeven welke aanpassingen er nodig zijn. Die werkcultuur is efficiënter en creëert meer rust voor de werknemers.
Bij Pomuni hebben de operatoren een controlerende functie: met een tablet of smartphone volgen ze het proces op de voet en sturen ze bij waar nodig. Ook bij Barry Callebaut worden de operatoren via een digitaal communicatieplatform nauw betrokken bij het productieproces. Via dit platform kan elke operator op zijn of haar tablet bepaalde informatie over een machine of productielijn ingeven waardoor andere operatoren - bijvoorbeeld de operatoren van de volgende shift - daarvan op de hoogte zijn. Het platform laat ook toe om best practices op een bepaalde productielijn met elkaar te delen zodat operatoren van elkaar kunnen leren en zich betrokken en verantwoordelijk voelen.
4. Niet “mens of machine”, maar “mens en machine”
Er wordt nog te vaak met argusogen gekeken naar “de machine”, uit schrik dat ze de werknemer schaakmat zal zetten. Niets blijkt echter minder waar te zijn. De winnaars bewijzen dat de klassieke opponenten in de toekomst de handen in elkaar slaan. De moderne handlanger is gerobotiseerd en geautomatiseerd en verhoogt de productiviteit van de fabriek.
Vandemoortele viel in 2020 al in de prijzen voor de verstandhouding tussen mens en machine. Hetzelfde inzicht bracht Puratos’ evolutie richting een slimme fabriek in een stroomversnelling en leverde al snel positieve resultaten op. Zo produceert ze duurzamer, is ze tot 50% productiever en kreeg de bedrijfscultuur een boost. Bovendien stelden ze vast dat de geautomatiseerde lijnen het welzijn van de operatoren verbeterden.
Bij Pomuni gaan ze zelfs nog een stapje verder: geen enkele medewerker raakt het product nog aan. Er rollen zelfs 15% meer kroketjes van de lopende band dankzij de soepele samenwerking tussen mens en machine. Kortom: samen sta je sterker.
5. Wie springt, die wint
“In turbulente tijden staan onze bedrijven meer dan ooit voor de uitdaging om competitief te blijven, producten van topkwaliteit te leveren en steeds duurzamer te produceren”, zegt Nadia Lapage van Fevia Vlaanderen. Een voedingsbedrijf aanpassen aan toekomstige uitdagingen vergt moed en een sprong in het onbekende. Deze vijf bedrijven waagden het erop: ze verwelkomden de vierde industriële revolutie met open armen en ontdekten hoe ze anders en beter konden produceren dankzij automatisering en gegevensuitwisseling.
Hun vaststellingen? De productiviteit en klantrespons nemen toe terwijl de kosten en impact op het milieu afnemen. Het personeel kan bovendien zelfstandiger aan de slag gaan en is meer betrokken bij het productieproces. Sommige stellen zelfs vast dat ze dankzij de transitie concurrentieel konden blijven op een volatiele wereldmarkt.
Wie dus data als basisingrediënt toevertrouwt aan de handen van getrainde medewerkers, wint als bedrijf. En dat klinkt veelbelovend voor de toekomst van onze voedingsindustrie!
Vervoegt jouw voedingsbedrijf deze koplopers graag in hun digitale transformatie? Ga dan aan de slag met deze vijf inzichten en schrijf je in voor de Factory of the Future-awards in 2024! Stuur een mailtje naar bart.vandamme@flandersfood.com of neem een kijkje op Flanders' FOOD voor meer informatie.