10 inzichten uit een dialoog over voedselverlies

25.06.2024

Hoe vermijden we voedselverlies van veld tot vork? Dat was het onderwerp tijdens de vijfde rondetafel die Fevia in mei organiseerde in het kader van haar duurzaamheidsroadmap. We spraken af bij Unilever in Brussel, waar een dertigtal vertegenwoordigers uit de voedingsketen, overheden, kennisinstellingen en ngo’s in dialoog gingen met elkaar. We distilleerden deze tien inzichten.

Wil je graag meer weten over voedselverlies? Fevia Vlaanderen organiseert dit najaar een lerend netwerk rond ‘Voedselverlies’. Contacteer Liesje De Schamphelaire voor meer info!

1. Maak voedselverlies tastbaar

Voedselverlies heeft verschillende oorzaken. Denk bijvoorbeeld aan rode bieten die net niet voldoen aan de aankoopvereisten en op de composthoop van de landbouwer terechtkomen. Of producten die licht afwijken van de aankoopvoorwaarden en eindigen als veevoeder (vb. beperkte shelf life). 
Door te concretiseren hoe contractuele voorwaarden voedselverlies in de hand werken, ontstaat er inzicht en actiebereidheid om samen naar oplossingen te zoeken. Maak het verlies dus tastbaar en druk het ook uit in euro’s, vrachtwagens of paletten.

2. Werk samen oplossingen uit 

Vraag en aanbod op elkaar afstemmen, flexibele opslag- en distributieoplossingen opzetten, gekoeld transport inzetten, stromen bundelen voor een efficiëntere herverdeling, overschotten verwerken… Al die maatregelen kunnen de haalbaarheid en rendabiliteit verhogen van de strijd tegen voedselverlies. Samenwerken is essentieel. 

In een B2B-context kan je elkaars processen beter leren kennen. Dat zorgt voor beter begrip en oplossingen: welke beslissingen kunnen voedselverlies beïnvloeden en wanneer vallen die beslissingen? Wat is de zaaiplanning van de boer, de productieplanning bij de voedselverwerker? Wanneer bepaalt de supermarkt zijn promoties, en hoe krijg je de juiste informatie bij de juiste persoon op het juiste moment? Zo kunnen leverancier en klant met elkaar afstemmen en zo voedselverlies verminderen. 

Door de overheid gesteunde structuren kunnen marktplaats en matchmaking faciliteren. Ook bedrijfsfederaties kunnen hierbij een belangrijke faciliterende rol spelen. Subsidies kunnen ten slotte helpen om tijd en ruimte te maken voor alle schakels in de voedingsketen zodat ze samen met partners oplossingen kunnen uitwerken.

3. Herwaardeer voedsel en kennis over voedsel

Herwaardeer voedsel door de kennis over voedsel te vergroten. Je verspilt gemakkelijker iets wat als goedkoop of waardeloos wordt aanzien. Van kinderen op de lagere school tot volwassenen thuis of op de werkvloer, overheden en bedrijven: iedereen heeft baat bij een betere kennis van 

  1. de voedingswaardeketen, 
  2. de impact en gevolgen van beslissingen in één schakel op de hele keten,
  3. de koude keten en andere bepalende factoren voor voedselveiligheid,
  4. de verwerkingsmogelijkheden om voedselverlies te verminderen. 

Inzicht hebben in de vele inspanningen, de actoren en het proces, laat toe voeding te herwaarderen en minder te verspillen. Willen we langdurige gedragswijzingen stimuleren? Dan moeten we dit ook vanuit verschillende invalshoeken belichten, zoals milieutechnisch, duurzaamheid, economisch … 

4. Stem kwaliteitseisen, verwachtingen en oplossingen op elkaar af  

Waar kunnen kwaliteitseisen versoepelen om voedselverliezen te verminderen, zonder afbreuk te doen aan voedselveiligheid? Waar kan communicatie helpen om meer stromen te gebruiken? Hoe kunnen we aangepaste afzetmogelijkheden ontwikkelen voor elke soort kwaliteit? 

Al te vaak leiden hoge kwaliteitseisen tot voedselverlies. Kromme komkommers, courgettes die niet in de verpakking passen, te korte stokbroden … Laten we samen kijken waar versoepelingen mogelijk zijn (B2B, kwaliteitseisen van de klant), of hoe we het aanbod voor diverse klanten complementair kunnen ontwikkelen door te beantwoorden aan een bredere diversiteit aan kwaliteitstypes en -verwachtingen. Dit kan door meer gebruiksmogelijkheden te ontwikkelen voor stromen die niet aan de strengste kwaliteitseisen voldoen, meer verwerkingsmogelijkheden … 

5. Definieer voedselverlies en harmoniseer de (bredere) doelstellingen

Het woord ‘voedselverlies’ kan verschillende ladingen dekken. Verschillende organisaties hanteren eigen definities, al dan niet aangevuld met interpretaties over wat wel en niet onder voedselverlies valt. Daardoor blijft meten en vooruitgang monitoren moeilijk. Ook is een goed begrip van definities nodig om te weten wat je nog met een stroom mag doen. 

Daarnaast blijken de cijfers in de praktijk soms een onderschatting van voedselverlies en blijkt dat er nog niet altijd dalingen te noteren vallen. Voor voedingsbedrijven betekent dit: weet precies waarover het gaat, ken je processen en weet wat waar verloren kan gaan. 

Een extra aandachtspunt is om de uitdaging en bijhorende doelstelling af te bakenen. Kijk je enkel naar voedselverlies, dan biedt de “Ladder van Moerman” een heldere leidraad. Voedselverlies heeft een sterke link met klimaatmitigatie. Wanneer je ook rekening houdt met de doelstellingen hieromtrent, dan blijkt de gebruiks- of verwerkingsvoorkeur soms anders te liggen dan wat de “Ladder van Moerman” voorschrijft. 

6. Verfijn en deel inzichten om flexibeler in te grijpen

Individuele voedingsbedrijven doen al veel om voedselverlies tegen te gaan. Grondstoffen hebben nu eenmaal een kost en verliezen worden, om economische redenen, zo veel mogelijk vermeden. Ook zetten bedrijven al in op artificiële intelligentie om productieprocessen te optimaliseren. 
Maar elk voedselverlies is specifiek, heeft een eigen context en dus ook een mogelijke oplossing. 

Een toegankelijke, gedeelde kennisbasis over hoe voedselverlies kan optreden kan nuttig zijn. Ook het delen van best practices kan helpen om oplossingen te vinden voor specifieke gevallen. Klimaatverandering zal bovendien de primaire productie variabeler maken, waardoor het des te relevanter wordt meer flexibiliteit in de voedingsketen in te bouwen. Dit biedt ook kansen om opschalingsmogelijkheden eenvoudiger te identificeren.

7. Zorg voor bredere fiscale stimuli

In de erg competitieve voedingssector is het niet altijd evident om noodzakelijke economische drijfveren (zoals de productiviteit en efficiëntie maximaliseren, streven naar schaalgrootte, groei) te verzoenen met projecten en processen om voedselverlies te verminderen, of andere duurzaamheidsdoelen. De voedingsketen is heel concurrentieel en gebouwd rond efficiëntie, terwijl voedselverliezen gebruiken in een bedrijf net flexibiliteit vereist, door het variërende aanbod qua volumes en aard. Dat laatste maakt het economisch weinig rendabel. 

Fiscale stimuli zoals belastingsaftrek voor giften, subsidies en/of sociale tewerkstelling met structurele verankering, kunnen projecten en processen om voedselverlies te verminderen economisch aantrekkelijker maken.

8. Informeer de consument duidelijk

Bij de consument thuis treden nog steeds behoorlijke verliezen op. Twee derde van de consumenten kent het verschil tussen ‘te gebruiken tot’ en ‘ten minste houdbaar tot’ niet, wat voedselverlies in de hand werkt. Er is nood aan aanvullende of andersoortige informatie om de ruimte tussen beiden te helpen dichten. 

De campagne ‘Kijk, ruik, proef – voor je verspilt’ is een mooi voorbeeld in die context , in combinatie met algemene opvoeding over bewaarregels, verwerkingsmogelijkheden (bv. invriezen) en algemene richtlijnen over voedselveiligheidsrisico’s (bv. vlees versus yoghurt). De overheid heeft zeker een rol om extra ondersteunende maatregelen te nemen.  

9. Zet in op verwerkingscapaciteit als structurele hefboom 

Voedingsbedrijven hebben nood aan stabiliteit, terwijl voedseloverschotten of -verlies vaak variabel zijn. Voeding verwerken (invriezen, bereiden van sauzen of soep …) kan een belangrijke structurele hefboom worden, een oplossing bieden voor deze specifieke uitdaging en, dankzij tussenschakels, de variabiliteit beperken. 
Voor individuele en kleinschaligere initiatieven is het niet altijd even evident om te investeren in een verwerkingskeuken of -installatie. Partnerschappen tussen sociale verdeelinitiatieven en bestaande (bovenlokale) grootkeukens of verwerkingsinstallaties kunnen mogelijks wel voldoende schaalgrootte creëren. Partnerschappen met intercommunales, provincies, of andere bovengemeentelijke structuren kunnen helpen initiatieven uit te breiden buiten de grootstedelijke context. Ook doelstellingen zoals voedselverlies beperken en sociale tewerkstelling, combineren met thematische subsidies of aanvullende financiële middelen, kunnen de beperktere rendabiliteit van voedselverliesprojecten compenseren. 

10. Werk wetgevende barrières weg

Strikte wetgeving steekt al te vaak stokken in de wielen van projecten om voedselverlies tegen te gaan. Enerzijds kan dialoog inzichten opleveren over de ongewenste gevolgen van bepaalde wetgeving en draagvlak creëren voor gerichte aanpassingen. Anderzijds kan wetgeving ook helpen om bepaalde stimuli te creëren, bv. een recente versoepeling in de wetgeving laat nu toe dat producten één dag voor houdbaarheidsdatum nog kunnen worden ingevroren.

Ook spelregels rond concurrentie verhinderen dat marktspelers informatie mogen delen over volumes en (prijs)afspraken. Dit kan belemmerend werken, bijvoorbeeld om productie en afname meer op elkaar te kunnen afstemmen, vooral in een zeer competitieve sector en wanneer aanzienlijke investeringen nodig zijn.