Innovatie
Innovatiegraad
Uit cijfers van de CIS2014-enquête blijkt dat 31% van de Belgische voedingsproducenten tussen 2012 en 2014 een productinnovatie introduceerden. Hiermee staat België in vergelijking met zijn buurlanden op de tweede plaats na Nederland. Vooral ten opzichte van Frankrijk en Duitsland scoort België aanzienlijk beter. België spant afgetekend de kroon op het vlak van procesinnovatie, omdat 47% van de voedings- en drankenproducenten een procesinnovatie introduceerden. Vooral op het vlak van procesinnovatie bij de productie van voedingsproducten presteert België duidelijk beter dan de buurlanden, die niet hoger uitkomen dan 17% à 33%. Tenslotte is de Belgische
voedingsindustrie ook koploper op het vlak van organisatie- en/of marketinginnovatie.
Ondanks deze sterke innovatiegraad, slagen Belgische voedingsproducenten er niet zo goed in als bijvoorbeeld Nederlandse of Duitse om een groot commercieel succes uit deze innovaties te halen. Productinnovaties door bijvoorbeeld de herformulering van voedingsproducten zijn nochtans cruciaal om het engagement met minister De Block in te vullen rond energiereductie.
Aandeel voedings-, drankenen tabaksproducenten die innovaties introduceerden naar type (2012-2014)
Investeringen in O&O
De voedingsindustrie besteedde in 20151 ongeveer €237 miljoen aan intramurale O&O-uitgaven (binnen de bedrijfsmuren). Ten opzichte van 2009 namen de O&O-uitgaven met liefst 62,3% toe. Vooral in 2014 en 2015 kennen de investeringen in O&O in de voedingsindustrie een aanzienlijke boost. Deze boost vertaalt zich ook in een forse toename van de ratio intramurale O&O-uitgaven uitgedrukt als percentage van de omzet. Waar deze lange tijd constant bleef rond 0,34%, is deze opgeklommen tot 0,49% in 2015.
Desondanks blijft de kloof met de verwerkende nijverheid nog steeds groot (1,93% in 2015). Uitgedrukt als percentage van de toegevoegde waarde is er eveneens een stijging in de O&O-intensiteit in de voedingsindustrie. In 2015 is deze opgelopen tot 3,28%, een toename van 50% ten opzichte van 2011. In de verwerkende nijverheid bedraagt de O&O-intensiteit net geen 10%.
Evolutie van de intramurale O&O-uitgaven (2011=100)