Respect voor dierenwelzijn verhogen
Wat is onze doelstelling richting 2025?
We willen dat veehouderijen en slachthuizen de dierenwelzijnsvereisten respecteren. Naast de naleving van de bestaande wettelijke verplichtingen, mikken we ook op een verhoging van het aantal bedrijven dat bijkomende standaarden op het vlak van dierenwelzijn toepast.
Hoe willen we die doelstellingen bereiken?
We willen stapsgewijs werken:
- In eerste instantie leggen we de focus op de slachthuissector, een deelsector van de voedingsindustrie. FEBEV, de Federatie van het Belgische Vlees, heeft het FEBEVPLUS-lastenboek opgesteld, waarin ze bovenwettelijke eisen heeft opgenomen op het gebied van dierenwelzijn. Een onafhankelijke derde partij controleert de toepassing van deze norm. De voedingssector werkt aan een toename van het aantal slachthuizen dat de FEBEVPLUS-norm toepast. Fevia zal de werkzaamheden van FEBEV in dit domein ondersteunen en hierover communiceren.
- In tweede instantie gaan we bekijken in welke mate wij, in samenwerking met de andere actoren, verder invulling moeten geven aan deze vereisten in functie van de marktvraag.
- In het kader van een initiatief van Vlaams minister Ben Weyts zal de vlees- en vleesverwerkende sector in samenwerking met de transportsector, landbouworganisaties en de detailhandel een generiek dierenwelzijnslabel ontwikkelen. Fevia zal dit initiatief en de communicatie over het label ondersteunen.
Waar staan we vandaag?
Vandaag bestaat er een uitgebreide regionale regelgeving inzake dierenwelzijn. Jammer genoeg is er nog steeds geen harmonisatie op Belgisch of Europees niveau. Er bestaan wel meerdere initiatieven waarbij dierenwelzijnseisen via de beroepsorganisatie FEBEV en via ketenbrede samenwerkingen op Belgisch niveau in verschillende lastenboeken ingebed werden.
FEBEV bekijkt jaarlijks de verhouding tussen het aantal dieren dat geslacht werd in slachthuizen die de FEBEVPLUS-norm toepassen en het totale aantal geslachte dieren. Het gaat specifiek om varkens en herkauwers. FEBEV gebruikt hiervoor de cijfers van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV).
Aantal geslachte dieren
Binnen de varkenssector werd in 2022 97,62%van het totaal aantal geslachte varkens in FEBEVPLUS-slachthuizen geslacht. Voor de rundvleessector komt dit neer op 92,88% van het totale aantal slachtingen.
De spectaculaire toename van het aantal slachtingen dat voldoet aan de FEBEVPLUS-specificaties wordt verklaard door een correctie in de gegevens. Gegevens met betrekking tot het slachten van kalveren zijn geschrapt omdat de FEBEVPLUS-specificaties niet van toepassing zijn op dit type slachtingen. De gegevens voor 2020 en 2021 zijn daarom onderschat.
Wat doen we concreet als sector?
- Alle FEBEV-leden zijn ondertekenaars van de “Charter van de verse vleessector: de vleessector op weg naar 2025”.
- De certificeringssystemen Belfbeef,Belplume, Belpork en IKM voor de zuivelketen (mcc-vlaanderen.be) hebben elementen rond dierenwelzijn in hun lastenboeken geïntegreerd.
- De zuivelindustrie inventariseert en stimuleert via de duurzaamheidsmonitor het gebruik van een dierenwelzijnsscan op het melkveebedrijf.
- Voedingsbedrijven werken samen met de primaire productie om aspecten rond dierenwelzijn mee te nemen in hun specificaties of aankooplastenboeken.
Wat hebben wij gedaan sinds de lancering van de roadmap?:
- De vlees- en vleesverwerkende sector was actief betrokken bij werkvergaderingen om op initiatief van minister Ben Weyts een generiek dierenwelzijnslabel te ontwikkelen. Op basis van deze bijeenkomsten is in september 2022 bij de minister een eindverslag ingediend. In februari 2023 werd een nieuwe vzw "Vlaamse vereniging voor de bevordering van welzijn van landbouwhuisdieren" opgericht. Een van de doelstellingen van deze vereniging is het ondersteunen van de ontwikkeling van het label "Centraal Keurmerk Dierenwelzijn" in Vlaanderen.
- Op 1 september 2023 werd een nieuwe versie van de FEBEVPLUS-specificaties gelanceerd. Deze bevat aanvullende normen die verder gaan dan de wettelijke vereisten, zoals dierenwelzijn, duurzaamheid en markttransparantie via de Meatindex.