Brussel, 26 februari 2019 – Een steekproef uitgevoerd door consumentenorganisatie Test Aankoop bevestigt dat Belgische voedingsbedrijven de vorming van de potentieel gevaarlijke stof acrylamide met succes aanpakken. De nieuwe Europese aanpak, waarbij referentieniveaus bedrijven aanmoedigen om het acrylamidegehalte in voedingsproducten continu terug te dringen, blijkt dus te werken. Fevia, de federatie van de Belgische voedingsindustrie, wil dan ook verdergaan op de ingeslagen weg en vindt een pleidooi voor striktere wettelijke limieten nu niet aan de orde.
Voedselveiligheid is een absolute prioriteit voor voedingsbedrijven. Net daarom investeerde de sector de voorbije jaren zwaar in het terugdringen van acrylamide, een stof die vrijkomt bij het bakken, frituren of braden van bepaalde voedingsmiddelen en die volgens wetenschappelijk onderzoek potentieel kankerverwekkend zou kunnen zijn.
Geen vrijblijvende aanpak
Bedrijven moeten daarbij rekening houden met heel wat factoren die samen de aanwezigheid van acrylamide kunnen veroorzaken. Sinds de ontdekking van acrylamide in voeding, in 2002, werkte de voedingsindustrie zowel aan het productieproces, de keuze van ingrediënten als aan de selectie van de grondstoffen. Ze houden ook rekening met specifieke agronomische factoren, zoals de keuze van de meeste geschikte gewasvariëteiten. Sinds 2018 voorzien nieuwe Europese regels dat voedingsbedrijven alles in het werk moeten stellen om te zorgen dat de acrylamidegehalten in de voedingsmiddelen die zij produceren lager zijn dan de bepaalde referentieniveaus. Indien het acrylamidegehalte in een bepaald product deze limieten overschrijdt, dan moet het betrokken bedrijf de nodige maatregelen nemen in overleg met het Federaal Voedselagentschap (FAVV).
Die Europese aanpak met de actielimieten is dus allerminst vrijblijvend, maar motiveert bedrijven om continu te zoeken naar manieren om het acrylamidegehalte in voedingsproducten verder te verlagen. De resultaten van de analyse die Test Aankoop bij 80 voedingsproducten liet uitvoeren, bevestigen dat de methode werkt. Fevia is dan ook voorstander van deze nieuwe aanpak en roept op om verder te gaan op de ingeslagen weg.
Innovatie verder ondersteunen en consumenten sensibiliseren
Als gevolg van een onvoorziene samenloop van factoren, bijvoorbeeld de impact van het klimaat op natuurlijke grondstoffen, tonen de resultaten van metingen die bedrijven zelf uitvoeren op hun producten uitzonderlijk een verhoogde waarde aan acrylamide. Ze zijn vaak niet representatief en komen voor bij een beperkte hoeveelheid producten. In tegenstelling tot bindende wettelijke limieten houdt de Europese aanpak wel rekening met uitschieters.
Ook in dat geval moeten bedrijven onderzoeken welke acties ze kunnen ondernemen om dit te vermijden. De bescherming van de volksgezondheid blijft de nummer één prioriteit, maar de invoering van wettelijke limieten zou in zo’n gevallen doorschieten in te drastische reacties. Fevia pleit ervoor om op Europees niveau verder de huidige aanpak te verfijnen en bedrijven te ondersteunen in het zoeken naar innovatieve oplossingen om het acrylamidegehalte verder te verlagen. Daarnaast is het ook van belang om consumenten te sensibiliseren om bijvoorbeeld niet op te hoge temperaturen te bakken, frituren of braden en de door de producent voorgeschreven bereidingswijze strikt op te volgen.