De nieuwe Vlaamse voedingsdriehoek heeft de ambitie om de Vlaming op weg te helpen naar een gezondere en meer evenwichtige levensstijl. Dat is een goede zaak volgens FEVIA Vlaanderen, de federatie van de Vlaamse voedingsindustrie, want door de vele voedingshypes ziet de consument door de bomen het bos niet meer in de zoektocht naar een gezonde levensstijl. De sector heeft echter wel vragen bij de onderbouw van verschillende onderdelen uit dit nieuwe model. FEVIA Vlaanderen roept ook op om een brede groep stakeholders te betrekken, te streven naar een gedeeld Belgisch model en innovatie te blijven stimuleren.
De gezonde keuze de eenvoudige keuze maken
De voorbije jaren leverden de overheid en de voedingsindustrie samen aanzienlijke inspanningen om de gezonde keuze de gemakkelijke keuze te maken voor de consument. De sector ging vorig jaar met Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits en Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen ook het engagement aan om tegen het schooljaar 2020-2021 te streven naar een evenwichtiger en gevarieerder aanbod dranken en tussendoortjes in de scholen.
Met minister van Volksgezondheid Maggie De Block ondertekende de sector vorig jaar het Convenant Evenwichtige Voeding. Dat convenant mikt op een daling van de calorie-inname met 5% en op de optimalisatie van de samenstelling van voeding, bijvoorbeeld door het toevoegen van meer vezels. Met een gelijkaardig zoutconvenant realiseerde de sector reeds een daling van zoutconsumptie met 10%. De Belgian Pledge tenslotte beperkt de marketing naar kinderen voor producten die niet voldoen aan bepaalde nutritionele criteria.
Voldoende wetenschappelijke onderbouw?
De consument op weg helpen richting een gezondere en evenwichtige levensstijl is een uitdaging die alle betrokken stakeholders samen moeten aanpakken. FEVIA ziet daarin ook voor een voedselvoorlichtingsmodel een belangrijke rol weggelegd. Zo’n model heeft het meest impact als het van toepassing is in heel België en wetenschappelijk voldoende gefundeerd.
Net daar lijkt het schoentje te knellen volgens Nadia Lapage, secretaris-generaal van FEVIA Vlaanderen: “Een eerste blik op de nieuwe voedingsdriehoek roept toch de nodige vragen op. Zo is het niet duidelijk op welke wetenschappelijke basis het Vlaams Instituut Gezond Leven zogenaamde “ultrabewerkte voeding” of de volledige categorie van dierlijke voeding in het vizier neemt. Hoe verklaar je bijvoorbeeld dat alle verwerkte vleeswaren zonder enig onderscheid qua nutritionele waarde in dezelfde groep zitten? Is dit dan een vertaling van de adviezen van de Hogegezondheidsraad? We zijn in ieder geval benieuwd naar de analyse die wetenschappelijke experts maken van dit nieuwe model.”
Innovatie blijven stimuleren
De kwalitatieve producten die de Belgische voedingsbedrijven produceren zijn heel divers en zijn terug te vinden in alle productcategorieën. De nieuwe voedingsdriehoek adviseert om bepaalde producten meer en andere minder te consumeren. Dat is op zich een juiste benadering aangezien de consumptiehoeveelheid en -frequentie bepalen hoe een individueel product past binnen een individueel voedingspatroon en dat in het kader van een evenwichtige levensstijl.
Jan Vander Stichele, voorzitter FEVIA Vlaanderen, voegt er aan toe: “Hoewel het nieuwe model niet aanraadt bepaalde producten helemaal te vermijden, kunnen we niet anders dan vaststellen dat heel wat productgroepen zeer negatief worden benaderd. We betreuren deze negatieve benadering van heel wat producten waarvoor de voorbije jaren enorme inspanningen zijn geleverd. We pleiten dan ook voor een model dat die innovatie net stimuleert.”