FEVIA, de federatie van de Belgische voedingsindustrie, juicht het initiatief van Minister Kris Peeters toe om een 50-tal oude wetten in overleg met de sector te hervormen. Dit moet Belgische voedingsbedrijven toelaten om nog meer te innoveren, de concurrentie met buitenlandse producenten op een eerlijke manier aan te gaan en werkgelegenheid in ons land te houden. De sector benadrukt dat ze wil blijven inzetten op kwaliteit en diversiteit.
De voedingsindustrie is de enige industriële sector die er de voorbije 10 jaar in slaagde om werkgelegenheid in België te houden. Dat komt vooral door een sterke export, die de sector zelf stimuleert met het merk Food.be – Small country. Great food. Om die duurzame groei vol te kunnen houden moeten Belgische voedingsbedrijven competitief blijven ten opzichte van buitenlandse concurrenten.
“De zogenaamde mayonaise-wet kreeg vorig jaar in binnen- en buitenland veel weerklank, maar is slechts het topje van de ijsberg. Onze wetgeving telt immers tal van voorbijgestreefde voedingswetten die een rem zetten op de innovatie van Belgische bedrijven. Dat is jammer omdat we in België net sterk zijn in innovatie en met vernieuwende producten bijdragen aan een gezondere levensstijl,” aldus Jean Eylenbosch, voorzitter van FEVIA. “Het initiatief van minister Peeters om in dialoog met de sector die remmen weg te werken zal onze competitiviteit versterken. Zo kunnen we blijven inzetten op duurzame groei en jobs in ons land houden.”
Er is volgens de sector geen sprake van inbinden op kwaliteit. “We zijn fier op de kwaliteit en de diversiteit van onze producten. Keer op keer merken we dat we net daarmee het verschil maken op de export en in eigen land. We willen wel de concurrentie kunnen aangaan met gelijke wapens en onze kwaliteit net extra in de kijker zettten. In het voorbeeld van de mayonaise kan dat door een nieuwe categorie ‘traditionele mayonaise’ in het leven te roepen. Zo kunnen we én innoveren voor consumenten die daarom vragen én de typisch Belgische kwaliteit blijven uitspelen,” zegt Jean Eylenbosch.