Net op de valreep kwam er op Kerstdag toch nog een Brits-Europees akkoord uit de bus. Dat de Brexit toch hard te verteren is, wordt stilaan duidelijk. Wat ligt er onze voedingsbedrijven op de maag, hoe voelen zij de impact en welke ondersteuning hebben ze nodig? We maken een eerste balans op en sommen de 4 valkuilen op langere termijn voor je op.
Stilte voor de storm
Het bleef de eerste weken van januari opvallend kalm in Zeebrugge en Calais. Voedingsbedrijven namen het zekere voor het onzekere en planden hun leveringen zoveel mogelijk voor Nieuwjaar in. Op deze manier vermeden ze ook met eventuele tarieven te maken te krijgen.
“Voorlopig zien we dus niet de gevreesde chaos aan de grensovergangen, maar de huidige situatie van het goederenverkeer is nog niet representatief. We moeten afwachten hoe vlot de oversteek binnen een paar weken verloopt, wanneer de volumes omhoog zullen gaan”, laat Tine Vandervelden, International Business Manager bij Fevia weten. “Zeker wanneer er vanaf april voor bepaalde voedingswaren bovenop de douaneaangiftes ook nog gezondheidscontroles komen, riskeren er knelpunten te ontstaan”, voorspelt ze.
Vertragingen, lagere verkoop en meer kosten
Toch veroorzaakt de Brexit duidelijk heel wat problemen. Uit een ledenbevraging van Fevia gaf meer dan de helft van de respondenten aan momenteel problemen te ondervinden op vlak van transport, logistiek en douane. Hun leveringen lopen vertragingen op door de douanecontroles, door een gebrek aan transportcapaciteit en door papieren die niet in orde zijn. Dat laatste probleem situeert zich vooral aan de zijde van het VK. De vertragingen lopen in meer dan de helft van de gevallen op tot meer dan een dag.
30% van de respondenten geeft aan dat hun export naar het VK in aanloop naar de Brexit is afgenomen. 35% verwacht zich in 2021 aan een verdere lichte daling en 10% zelfs aan een sterke daling. Voorlopig heeft dat gelukkig nog weinig impact op de tewerkstelling. Toch moesten bedrijven wel investeren in om- of bijscholing van hun personeel, vooral rond de douaneaspecten. Ook de kosten voor al deze aanpassingen lopen duidelijk op. 40% van de respondenten zegt al meer dan 10.000 euro te hebben moeten spenderen.
De 4 valkuilen van het akkoord
1. Oorsprongsregels leiden soms toch tot tarieven
Op het Fevia Brexit webinar vlak na nieuwjaar bleek dat onze leden met veel vragen zitten rond oorsprong. Het akkoord voorziet namelijk dat goederen zonder tarieven de grens over kunnen, maar daaraan zijn twee voorwaarden verbonden: je product moet aan de oorsprongsregels uit het akkoord voldoen en je moet die oorsprong ook kunnen aantonen. Voedingsbedrijven moeten zo bijvoorbeeld nagaan of hun producten niet teveel “buitenlandse” ingrediënten bevatten aan de hand van de Acces2Markets tool, en dit vervolgens ook kunnen bewijzen aan de hand van nodige leveranciersverklaringen.
“Door de uiteenlopende regels in het akkoord is dit een voor elke productcategorie afzonderlijk uit te voeren, en vaak geen eenvoudige oefening”, vertelt Daan De Vlieger, Director Global Trade Advisor van Deloitte en een partner van Fevia in het Brexit dossier. In bepaalde gevallen is het zelfs nodig om de aankoopstrategie en/of het productieproces aan te passen, om langs verkoopzijde nog van de preferentiële tariefbehandeling met het VK te kunnen genieten.
Daarnaast moeten voedingsbedrijven ervoor zorgen dat ze geregistreerd zijn voor gebruik van het Registered Exporter (REX) zelfcertificatie systeem, en dat ze de nodige verklaringen op de handelsdocumenten kunnen opnemen.
Zelfs wanneer je aan de inhoudelijke en formele regels voldoet rond de toepassing van het preferentiële oorsprongsmechanisme, is een tariefvrije supply chain nog niet verzekerd. Laten we daarvoor even inzoomen op de uitvoer naar Ierland. De meeste leveringen aan Ierland verlopen via een tussenstop in het Verenigd Koninkrijk. Belgische voedingsbedrijven leveren aan een Brits magazijn en van daaruit worden de producten verdeeld over heel het VK, inclusief (Noord-)Ierland. Die goederen krijgen bij binnenkomst in Ierland douanetarieven opgelegd, zonder de toepassing van bijzondere douanemaatregelen in het VK. Ook al gaat het hier om goederen met een Europese oorsprong, geleverd aan een Europese lidstaat.
“Je kan het certificaat ‘Preferentiële EU oorsprong’ beschouwen als een voucher. Eenmaal je het VK tariefvrij binnentreedt, is je voucher opgebruikt. Reizen de goederen daarna verder naar een ander Europees land, bots je opnieuw aan tegen importformaliteiten en bijhorende invoerrechten. Dit kan je enkel vermijden door toepassing van andere douanemechanismen in het VK en/of bij wederkeer in de EU. Opletten voor dergelijke stromen is dus de boodschap”, vertelt Daan.
2. Douaneaangiftes: al doende leren
Voor veel voedingsbedrijven zijn douaneaangiftes een nieuw gegeven nu het VK uit de douane-unie is gestapt. “De douaneformaliteiten bestaan langs twee kanten. Je hebt uitvoer- en invoeraangiften. Afhankelijk van de afspraken die partijen maken, moet de koper al dan niet instaan voor de aangiften. Dit is geen makkelijke opgave als je hier niet thuis in bent”, verduidelijkt Daan. “Als bedrijf kan je intern investeren in de douanekennis, de nodige IT-infrastructuur en administratieve capaciteit, ofwel besteed je al deze zaken uit. Wat niet betekent dat je van alle verplichtingen en aansprakelijkheden wordt ontheven, integendeel”. Meer dan 30% van de voedingsbedrijven geven in de enquête aan dat ze een externe dienstverlener onder de arm genomen hebben, waarvan bijna 60% een douaneagent.
Wil jij jouw kennis rond de douane- en gezondheidsaspecten bijspijkeren? Via onze online Brexit opleiding voor de voedingsindustrie maken we je graag wegwijs.
3. Voedselveiligheid eerst
De Britse voedselveiligheidscontroles worden vanaf januari in 3 fasen ingevoerd. Onze leden-voedingsbedrijven signaleren dat de procedure voor het afleveren van certificaten flexibeler moet gebeuren, zeker voor transporten die 24/7 lopen.
“Het FAVV laat weten dat een goede en tijdige communicatie van de nodige informatie tussen de bedrijven en de Lokale Controle-Eenheid van het FAVV uiterst belangrijk is om zaken vlot te laten verlopen. Intussen nam het FAVV de nodige voorzorgen, door extra medewerkers aan te werven en op te leiden. Ze staan klaar staan om in te zetten waar nodig. Maar uiteraard hangt nog veel af van de eisen die het VK stelt op vlak van certificatie en controles. Op dat vlak is het nog steeds afwachten”, concludeert onze Food Policy Advisor Imke Van den Broeck.
4. Brexit blijft een ‘work in progress’
Met een klassiek vrijhandelsakkoord groeien markten steeds dichter naar elkaar toe. Hier zitten we met de omgekeerde situatie: het akkoord laat toe dat het VK haar eigen regelgeving ontwikkelt waardoor die steeds meer gaan afwijken van onze Europese product-, milieu- en gezondheidsnormen. Het akkoord zal ook regelmatig herzien worden. Wanneer één van de twee partijen zich benadeeld voelt, kan die alsnog tarieven en niet-tarifaire belemmeringen in het leven roepen. Ook kunnen beide partijen antidumping-, antisubsidie- en vrijwaringsmaatregelen nemen, bijvoorbeeld wanneer de ander zich schuldig maakt aan dumping of subsidiëring van haar export. We zullen dus onze handel met het VK moeten blijven bijsturen de komende jaren. Fevia blijft haar leden ondersteunen in het internationaal ondernemen, samen met de regionale exportagentschappen. Van handelsmissies naar het VK tot de Golfregio. Ontdek welk exportprogramma we in 2021 we voor jou in petto hebben