Fiscaliteit: twee nieuwe maatregelen om investeringen en opleiding te stimuleren

Wat de vennootschapsbelasting betreft, voorziet het voorontwerp van programmawet vanaf 1 januari 2021 twee maatregelen om investeringen en opleidingen te stimuleren.

Verhoogde investeringsaftrek

Met de verhoogde investeringsaftrek wil de regering bepaalde investeringen door kleine en middelgrote ondernemingen verder aanmoedigen. Onder het normale investeringsaftrekregime kunnen KMO’s 8% van hun investering aftrekken van hun belastbaar inkomen. Als gevolg van de COVID-19-crisis verhoogde dit basispercentage tot 25% voor investeringen die in de periode tussen 12 maart 2020 en 31 december 2020 zijn gedaan. Het voorontwerp van programmawet breidt deze maatregelen nu uit tot investeringen tot 31 december 2022.

Ondersteuning van de opleiding van werknemers

De regering benadrukt het belang van levenslang leren voor werknemers. Daarom voorziet het ontwerp van programmawet in een financiële steun voor werkgevers die voor werknemers ten minste 10 opleidingsdagen gedurende een ononderbroken periode van 30 kalenderdagen organiseren (prorata voor deeltijdse werknemers). Voor kleine ondernemingen geldt een aangepaste duur: 5 opleidingsdagen in een periode van 75 kalenderdagen.  Meer bepaald zullen de werkgevers, als voldaan is aan bepaalde voorwaarden, een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing kunnen genieten. De werkgever heeft dus recht op een vrijstelling van 11,75%, berekend op een deel van het loon in de maand waarin de opleiding plaatsvond. Merk op dat de werknemer minstens 6 maanden bij de werkgever moet zijn tewerkgesteld en dat de opleidingen aan bepaalde voorwaarden moeten voldoen.

Alle fiscale maatregelen van het voorontwerp van programmawet vindt u hier