Wees gerust. Als jouw favoriete voedingsproduct anders smaakt in het buitenland, ligt dat in eerste instantie aan lokale smaakvoorkeuren. Het spreekt voor zich dat niet iedereen dezelfde smaakvoorkeuren deelt. Onze bedrijven passen hun producten daarom in bepaalde gevallen van land tot land aan, volgens de nationale trends. Elk bedrijf kan ook beslissen om haar recept aan te passen om te voldoen aan een bepaalde wetgeving van een land, of omdat ze gebruik willen maken van lokale grondstoffen. Klopt het dus dat voedingsproducten in verschillende Europese landen een gelijkaardige verpakking hebben maar toch anders smaken? Ongetwijfeld wel. Maar over de kwaliteit van die producten: daarover bestaat geen twijfel!
Gedaan met onwaarheden
De voorbije jaren kwam uit een aantal Centraal- en Oost-Europese landen het gerucht dat hun consumenten soms kwalitatief mindere versies kregen van voedingsproducten die onder dezelfde naam en verpakking beschikbaar zijn in West-Europese landen. Een studie van de Europese Commissie stelde vast dat er effectief verschillen bestaan, maar niet wat de kwaliteit betreft. Bepaalde bedrijven passen hun productaanbod aan in functie van het land waar ze naar exporteren. Dat geldt ook voor Belgische bedrijven die vaak exporteren naar het buitenland.
Vandaag vind je over heel de wereld een grote variatie in merken, producten en smaken. Ook al verschillen de smaken en ingrediënten van jouw lievelingsproduct in een ander land of regio, toch hoef je daarom de kwaliteit ervan niet in vraag te stellen. Niet te vergeten: België staat over heel de wereld bekend voor haar streekproducten en knowhow. Het verschil zit dus vooral in de smaak, de beschikbaarheid van grondstoffen en lokale wetgeving.
Een kwestie van smaakvoorkeuren
Voedingsbedrijven mogen in functie van de voorkeuren van de lokale consument hun recepten aanpassen. Innovatie is hierbij het sleutelwoord. Want innovatie helpt om zowel in binnen- en buitenland in te spelen op trends en de smaakvoorkeuren van de consument. In het ene land voegen ze het liefst niet teveel kruiden, suiker of zout toe en in een ander land dan weer wel.
Als onze bedrijven erin slagen om te blijven groeien en jobs te creëren in eigen land, is dat omdat ze over heel de wereld hun producten exporteren. Dat betekent dat ze moeten inspelen op de verwachtingen van de consument en de markten van verschillende landen. Belgische frietjes die worden uitgevoerd naar India bijvoorbeeld, hebben een typische Indische kruiding. Of een ander voorbeeld: de kleur van sinaasappellimonade. Die is in België lichter dan in Spanje, want Spanjaarden zijn dol op fellere kleuren.
Een kwestie van beschikbare grondstoffen
Belgische voedingsbedrijven moeten hun activiteiten duurzaam uitvoeren. Vanuit die denkwijze bevoorraden ze zich onder meer zo veel mogelijk met lokale grondstoffen. En vaak halen zie die liefst dichtbij hun fabrieken, want dat verzekert hun bevoorrading van kwalitatieve grondstoffen. Om die reden worden sommige frisdranken in België met suiker op basis van Belgische suikerbieten geproduceerd, net zoals in het gros van Europa. In landen waar geen bieten beschikbaar zijn, wordt frisdrank met riet- of maïssuiker geproduceerd.
Sommige lokale grondstoffen zijn, afhankelijk van het seizoen, minder of meer beschikbaar. Dat kan een invloed hebben op de samenstelling, en dus de smaak of een ander aspect van een voedingsproduct. Is de kwaliteit daarom minder? Integendeel. Belgische voedingsbedrijven stellen alles in het werk om hun product af te werken volgens een bepaalde kwaliteitsnorm en onder strikte regels van voedselveiligheid. Bovendien bevestigt de Europese Commissie dat er geen enkele reden tot twijfel is.
Een kwestie van een uniforme kwaliteit voor iedereen
De kwaliteitsnormen die voedingsproducenten hanteren, gelden over heel Europa. Toch gebeurt het al eens dat een ingrediënt van land tot land een andere term krijgt toegewezen, wat de indruk wekt dat het om een ander product gaat. Een studie van de Europese Commissie, uitgevoerd op 128 voedingsproducenten in 19 lidstaten uit de Unie, weerlegt de twijfel: voedings- en drankenproducenten maken in alle landen producten van dezelfde kwaliteit.
Voor Belgische voedingsbedrijven blijven voedselveiligheid, kwaliteit en consumententevredenheid een prioriteit. Sommigen passen standaardrecepten toe voor producten die worden verkocht over heel Europa en daarbuiten. Anderen kiezen ervoor om zich aan te passen aan de verwachtingen van de consument en lokale voorkeuren, als een bijkomend kwaliteitsbewijs. Om een lang verhaal kort te maken: het is steeds een kwestie van smaak!