Waarom additieven nodig en nuttig zijn in onze voeding

20.06.2019

Voedselveiligheid is een absolute prioriteit voor de Belgische voedingsindustrie. Voedingsbedrijven gebruiken dan ook enkel additieven die toegelaten zijn door Europa en waarvan de veiligheid grondig wordt geëvalueerd door de Europese Voedselveiligheidsautoriteit EFSA. De vraag is dan waarom ze worden toegevoegd in onze voeding. Voedingsproducenten gebruiken ze niet zomaar. Additieven zijn nodig en nuttig om de kwaliteit van een voedingsproduct te garanderen en tegelijk aan de verwachtingen van de consument te voldoen.

Additieven hebben functies en voordelen

Voedingsproducenten gebruiken de zogenaamde E-nummers voor een welbepaalde technologische reden: als zoetstof, kleurstof, conserveermiddel, zuurteregelaar, antiklontermiddel, smaakversterker… Additieven zorgen voor een betere bewaring en tal van andere functies waardoor ze moeilijk te vervangen zijn. Ze zijn dus vaak nodig om de kwaliteit van een voedingsproduct te garanderen en tegelijk aan de verwachtingen van de consument te voldoen. Zo zorgen ze ervoor dat voedingsproducten hun textuur, kleur, smaak en dus kwaliteit behouden.

Voedingsadditieven moeten ook voordelen hebben voor de consument en aan één of meer van de volgende doeleinden beantwoorden:

  • instandhouding van de voedingskwaliteit van het levensmiddel;
  • levering van de ingrediënten die nodig zijn voor de productie van levensmiddelen voor groepen consumenten met speciale dieetbehoeften;
  • verhoging van de houdbaarheid of stabiliteit van een levensmiddel of verbetering van de organoleptische eigenschappen (wat men waarneemt met smaak-en reukzintuig);
  • vergemakkelijking van het vervaardigen, verwerken, bereiden, behandelen, verpakken, vervoeren of opslaan van levensmiddelen.

Alleen additieven die hieraan voldoen worden toegelaten. Ze komen op een positieve lijst die momenteel zo’n 300 additieven telt. EFSA evalueert systematisch ieder mogelijk nieuw additief alvorens een al dan niet gunstige opinie af te leveren.

Dat additieven veilig zijn is een feit

Additieven behoren tot de meest gecontroleerde producten. De Europese wetgeving waarborgt het veilig en verantwoord gebruik van additieven, onder andere door middel van een voorafgaande toelatingsprocedure. Zo stelt de Europese wetgeving expliciet dat additieven geen gevaar mogen inhouden voor de gezondheid van de consument en dat ze de consument niet mogen misleiden.

Het EFSA bepaalt bovendien voor elk additief een aanvaardbare dagelijkse innamelimiet of ADI. De ADI is de hoeveelheid van een stof die mensen dagelijks mogen innemen gedurende hun hele leven zonder dat ze blootgesteld worden aan gezondheidsrisico’s. Alles hangt af van de concentratie, daarom wordt er een ADI opgesteld en verschilt deze van stof tot stof.

Een domein waar het EFSA zich de laatste jaren in zijn onderzoek meer op toespitst is het cocktaileffect, dit wil zeggen de invloed van mengsels van stoffen en hun gecombineerde invloed. Tot op vandaag is er geen enkele aanwijzing dat zo’n cocktaileffect negatieve gezondheidseffecten zou hebben. Ook is er voor alle goedgekeurde additieven een periodieke re-evaluatie. Zo wordt momenteel het gebruik van verschillende additieven die lang geleden werden toegelaten, opnieuw wetenschappelijk beoordeeld. Dit proces is bezig sinds 2010 en men schat dat dit in 2020 zal worden afgerond. Het EFSA maakt bovendien steeds gebruik van alle beschikbare studies en van de expertise van wetenschappers om de veiligheid van additieven te garanderen.