- Nieuws
- 3 cruciale evoluties in de wetgeving over voedingsinformatie
Lang zal ze leven, de FIC-wetgeving! De Europese “Food information to Consumers” verordening bestaat 11 jaar en heeft als doel om de consument een weloverwegen aankoopkeuze te laten maken op basis van voldoende informatie op de verpakking van een product. In 2023 wil Europa drie aspecten van de FIC herzien. Onze experte Maud Sermeus blikt alvast vooruit naar enkele cruciale evoluties… en keuzes om consumenten ook in de toekomst goed te informeren.
De Belgische voedingsindustrie wil het voor consumenten gemakkelijker maken om te kiezen voor evenwichtige voeding en dranken. Op 18 oktober 2022 organiseerde Fevia samen met de FOD Volksgezondheid, de FOD Economie, het FAVV en de Economische inspectie een webinar om voedingsbedrijven op de hoogte te brengen van de mogelijke wijzigingen.
Maud Sermeus, Food Policy Advisor bij Fevia: “De FIC-wetgeving is belangrijk om de consument goed te informeren. In het kader van haar Farm to Fork strategie is Europa van plan om een aantal bepalingen te herzien. Zo worden tegen de lente van 2023 Europese wetgevingsvoorstellen verwacht over voedingswaarde-etikettering, oorsprongsetikettering en houdbaarheidsdatum.”
1. Voedingswaarde-etikettering: op weg naar een Europees, geharmoniseerd systeem
De informatie op de verpakking van een voedingsproduct helpt de consument om een goed geïnformeerde aankoopkeuze te maken. Naast de wettelijk geharmoniseerde nutritionele informatie, kunnen lidstaten bijkomend ook andere systemen (Front-of-Pack) op een vrijwillige basis toepassen. Zo koos de Belgische overheid voor het Nutri-Score systeem.
Maud Sermeus blikt vooruit en kadert de visie van onze sector: “Voor het bijkomend systeem streeft Europa nu naar een Europese harmonisatie, al bestaat daarover nog heel wat discussie. Europa overweegt nog verschillende opties. Fevia is voorstander van één geharmoniseerd systeem op Europees niveau, met één enkele visuele representatie inbegrepen.”
In ieder geval moet zo’n toekomstig systeem voor Fevia ook aan een aantal voorwaarden voldoen:
- Zolang de Europese wetgeving niet één systeem verplicht, gaat onze voorkeur uit naar een vrijwillige toepassing.
- Ten tweede moet het systeem wetenschappelijk onderbouwd zijn met de toepassing van een nauwkeurig wetenschappelijk proces, een transparante methodologie en consistente berekeningsmethoden.
- Verder moet het systeem in lijn zijn met de nutritionele aanbevelingen waarover een Europese consensus bestaat.
- Ook vraagt Fevia een streng toepassingsproces waarbij de bevoegde controleoverheden overal in de EU een correcte en identieke implementatie garanderen. De toepassing moet daarbij zo toegankelijk mogelijk zijn voor de bedrijven.
- Tot slot vragen we aan de overheid om een duidelijke communicatie te voorzien naar het grote publiek, zodat consumenten het systeem correct begrijpen en toepassen.
Lees ons standpunt ‘Eén Europees systeem voor nutritionele etikettering’
2. Hoe houdbaar zijn de termen ‘THT’ en ‘TGT’ nog?
Bij wet moeten bedrijven op bijna alle verpakkingen een houdbaarheidsdatum plaatsen. Nu wil de Europese Commissie de regels rond de houdbaarheidsdatum herzien in de strijd tegen voedselverlies en voedselverspilling.
Hiervoor bestaan meerdere denkpistes. Denk aan een uitbreiding van de lijst van voeding waarvoor geen houdbaarheidsdatum vereist is, het afschaffen van de houdbaarheidsdatum (THT), een aanpassing van de terminologie, het gebruik van logo’s enzovoort.
Ook voor Fevia is de strijd tegen voedselverlies en voedselverspilling van cruciaal belang. Tegelijk pleit Fevia ervoor dat nieuwe regels de voedselveiligheid niet in gevaar brengen, dat de veranderingen technisch haalbaar zijn en dat er harmonisatie is op Europees niveau.
“We moeten helaas erkennen dat vandaag niet elke consument het verschil kent tussen ‘ten minste houdbaar tot’ en ‘te gebruiken tot’. Maar moeten we daarom die twee types houdbaarheidsdata zomaar opgeven? Door de juiste betekenis van die huidige termen nog beter toe te lichten aan de consument, kunnen we voedselverlies en voedselverspilling terugdringen.” aldus Maud.
Hoe denkt Fevia over de afschaffing van de minimale houdbaarheidsdata voor bepaalde producten? Je leest het in ons standpunt
3. Een verplichte oorsprongsetikettering voor bepaalde producten?
Waar komt de melk van jouw lekkere yoghurt of het vlees van jouw favoriete charcuterie vandaan? Een groeiende groep consumenten wil duidelijk graag meer weten over de oorsprong van de producten die ze kopen.
Voedingsbedrijven kunnen vandaag op het etiket van een product vrijwillig bijkomende informatie plaatsen over de oorsprong van het product of van ingrediënten. In bepaalde gevallen is dat zelfs verplicht. Bijvoorbeeld wanneer het weglaten ervan de consument zou misleiden over de werkelijke oorsprong of in het geval van stukken vlees zoals een lamskotelet of varkensvleesmedaillon.
Onder druk van een aantal Europese lidstaten werkt Europa nu aan een mogelijke uitbreiding van die verplichte oorsprongsetikettering. Fevia waarschuwt ervoor dat zo’n uitbreiding niet zozeer zal leiden tot meer transparantie, maar wel tot meer protectionisme. Landen als Frankrijk willen het vooral gebruiken om hun eigen producenten te beschermen, ten nadele van bijvoorbeeld Belgische leveranciers.
Maud Sermeus waarschuwt: “We moeten minstens streven naar geharmoniseerde Europese regels, eerder dan nationale, protectionistische maatregelen. Maar eigenlijk bieden de huidige Europese regels al voldoende de mogelijkheid om op een vrijwillige basis bijkomende informatie over de oorsprong aan de consument te bieden. Voor bepaalde niche-producten, zoals koffiebonen of chocolade van een specifieke oorsprong, beantwoordt dit perfect aan de vraag van consumenten die bereid zijn hiervoor een meerprijs te betalen. Voor andere producten heeft dat amper meerwaarde, maar maakt het producten alleen duurder. Het is dan maar de vraag of consumenten daarvoor willen betalen.”