Versterkte rol van de arbeidsarts in kader van covid-19

25.01.2021

Op 21 januari 2021 verscheen het kb dat de rol van de preventieadviseur-arbeidsarts bij de bestrijding tegen het coronavirus COVID-19 tijdelijk uitbreidt. Je vindt hier de toelichting door de FOD WASO. 

Nieuwe taken arbeidsarts met betrekking tot covid-19

De arbeidsarts krijgt een aantal specifieke taken om covid-19 in ondernemingen en instellingen te bestrijden, namelijk :

  • Het identificeren van hoog-risicocontacten in de ondernemingen,
  • Het bezorgen van quarantaineattesten aan deze hoog-risicocontacten,
  • Het doorverwijzen van bepaalde werknemers om een covid-19 test te ondergaan, volgens de door de bevoegde autoriteiten bepaalde teststrategie. Indien hij dit meer aangewezen acht en op voorwaarde dat de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen en testmaterialen worden gebruikt, kan de arbeidsarts de covid-19 test zelf (of door een verpleegkundige, onder zijn verantwoordelijkheid) afnemen.

Deze tests kunnen uitgevoerd bij de volgende werknemers:

  • werknemers die geïdentificeerd zijn als hoog-risicocontact,
  • werknemers waarvoor de arbeidsarts een test noodzakelijk acht om een dreigende uitbraak in de onderneming te bestrijden (in het kader van clustermanagement),
  • werknemers die meestal niet in België wonen en hier slechts een beperkte periode werken, en waarvan ten minste één de symptomen vertoont of positief getest heeft op covid-19 (in het kader van clustermanagement),
  • werknemers die een zakenreis naar het buitenland moeten maken, waarvoor een negatieve covid-19-test nodig is, 
  • werknemers in bepaalde specifieke omstandigheden, na de beslissing van de bevoegde overheid en in overleg met de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.

Reorganisatie van het gezondheidstoezicht

Tijdens de gezondheidscrisis hebben de extra taken van de arbeidsarts in verband met covid-19 voorrang op zijn gebruikelijke taken en missies in het kader van het gezondheidstoezicht. Bijgevolg kan de arbeidsarts beslissen welke missies en taken in het kader van het gezondheidstoezicht het eerst moeten worden uitgevoerd, in welke volgorde en voor welke werknemers (vooral de meest kwetsbare werknemers).

In dit kader kunnen de richtlijnen van de inspectie Toezicht op het Welzijn op het werk (nota van 20 mei 2020 van de Algemene Directie Toezicht op het welzijn op het werk aan de Externe Diensten voor Preventie en Bescherming op het werk over de werking en dienstverlening van de afdelingen medisch toezicht in COVID19-crisis (PDF, 393.56 KB)) ook als nuttige leidraad gelden voor de arbeidsarts. Voorrang kan bv. gegeven worden aan “werknemers die eerder een afwijkende geschiktheid kregen op het formulier voor de gezondheidsbeoordeling, of waarbij 2/3 aanbevelingen staan vermeld, of waarvan de geldigheid een kortere periode betreft, of werknemers die klachten hadden of afwijkende resultaten bij de aanvullende medische handelingen. Ook de mate van blootstelling en de risico’s verbonden aan de uitoefening van bepaalde functies kan een criterium zijn. De verlenging van de periodiciteit die vorig jaar van kracht werd, kan hierbij ook helpen indien werknemers vorig jaar nog een periodieke gezondheidsbeoordeling hebben ondergaan. De onderzoeken kunnen in dat geval beperkt worden tot de aanvullende medische handelingen.”

De richtlijnen van de inspectie vermelden verder dat de onderzoeken bij werkhervatting, de spontane raadplegingen, de onderzoeken in het kader van moederschapsbescherming en van rijgeschiktheid verder maximaal dienen te worden uitgevoerd. Risicovolle technische onderzoeken of niet-essentiële onderzoeken waarbij het risico op besmetting van de apparatuur of overdracht naar werknemers verhoogd is, worden best vermeden (bv. spirometrie).

Daarnaast kunnen sommige raadplegingen op afstand plaatsvinden (per video of telefoon). De arbeidsarts zal dit moeten aangeven op het formulier voor gezondheidsbeoordeling.

Teleconsultaties zijn toegestaan bij:

  • Het onderzoek bij werkhervatting,
  • Onderzoek in het kader van moederschapsbescherming,
  • De spontane raadpleging,
  • Het bezoek voorafgaand aan de werkhervatting,
  • Medische vragenlijsten als aanvullende medische handelingen, uitgevoerd door of onder verantwoordelijkheid van de arbeidsarts.

Er is één uitzondering op deze aanpassingen van het gezondheidstoezicht: de voorafgaande gezondheidsbeoordelingen moeten altijd bij voorrang worden uitgevoerd op andere onderzoeken in het kader van het gezondheidstoezicht, en ze moeten altijd worden uitgevoerd door middel van een fysiek onderzoek van de werknemer (d.w.z. niet via een teleconsultatie).

Tarifering en controle door de inspectie

De gevolgen van de nieuwe taken van de arbeidsarts voor de tarifering van de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk, alsook de controle door de sociale inspecteurs van de Toezicht op het Welzijn op het Werk, worden eveneens bepaald in het Koninklijk Besluit.

Meer informatie

Koninklijk besluit van 5 januari 2021 betreffende de rol van de preventieadviseur-arbeidsarts bij de bestrijding van het coronavirus COVID-19. 

Nota van 19 maart 2020  van de Algemene Directie Toezicht op het welzijn op het werk aan de Externe Diensten voor Preventie en Bescherming op het werk over de werking en dienstverlening van de afdelingen medisch toezicht in COVID19-crisis.

Nota van 10 april 2020 van de Algemene Directie Toezicht op het welzijn op het werk aan de Externe Diensten voor Preventie en Bescherming op het werk over de werking en dienstverlening van de afdelingen medisch toezicht in COVID19-crisis.

Nota van 20 mei 2020 van de Algemene Directie Toezicht op het welzijn op het werk aan de Externe Diensten voor Preventie en Bescherming op het werk over de werking en dienstverlening van de afdelingen medisch toezicht in COVID19-crisis.