Nationale betoging: juiste vraag, verkeerd antwoord

12.09.2024

Volgende maandag leggen een heel aantal medewerkers van onze maakindustrie het werk neer en trekken ze naar Brussel voor een betoging. Ze maken zich zorgen over de toekomst van hun bedrijf en willen die bezorgdheid uiten met een staking en bijhorende betoging. Die bezorgdheid is meer dan terecht: hoe houden we onze industrie overeind én in België?

Onze industrie gaat door woelig en zwaar weer, dat zal jou niet ontgaan zijn. Er gaat geen week voorbij of je leest in de krant alweer een nieuw bericht over de recessie in het voor ons zo belangrijke Duitsland, faillissementen en herstructureringen in ondernemingen klein en groot of Belgische en Europese industriële boegbeelden bij wie het water aan de lippen staat. De ene na de andere alarmbel gaat af. Het langverwachte rapport van Mario Draghi dat deze maandag verscheen wijst op onze steeds verder tanende concurrentiekracht. Hij noemde de uitdagingen voor de hele Europese economie zelfs “existentieel”. Een duidelijke oproep voor dringende actie. 

In de storm waar we momenteel inzitten, is het alle hens aan dek. Dit is niet het moment om actie te voeren tégen, maar wel vóór onze bedrijven. Nu met een staking en actiedag voor tientallen miljoenen euro’s economische schade zorgen is in je eigen voet schieten. Het tast de aantrekkelijkheid van ons land op de internationale scène verder aan.  Want ja, buitenlandse investeerders zijn extreem belangrijk voor een internationaal zo geconnecteerd landje en een open economie als de onze. Onze industrie hangt voor meer dan 70% van hen af. Investeerders en onze handelspartners overal ter wereld kijken weldegelijk met een vergrootglas naar hoe vaak het werk neergelegd wordt en hoe groot de impact daarvan zou zijn voor hun investeringen. 

De nationale betoging geeft een negatief signaal net op het moment dat we een positief signaal nodig hebben. Net nu we enorm onder druk staan van wereldwijde snoeiharde concurrentie. Een staking, infrastructuur blokkeren of activiteit verhinderen versterkt onze competitiviteit niet, zorgt niet voor groei en verduurzaamt onze ondernemingen in geen enkel scenario. Het is betreurenswaardig en ironisch dat dergelijke acties net dát in gevaar brengen waarvoor ze beweren op te komen.  

Wat onze industrie en onze bedrijven dringend nodig hebben, is het omgekeerde: stabiliteit, eensgezindheid en een kader dat onze competitiviteit versterkt, zorgt voor groei en onze ondernemingen helpt verduurzamen. Want versta ons niet verkeerd: deze open brief is geen sneer naar vakbonden of wie bang is om zijn job te verliezen, integendeel. Het gaat om terechte bezorgdheden om onze jobs, welzijn en welvaart, die we volledig delen. Maar wat we nu zien, geeft een verkeerd antwoord op de juiste vraag “hoe kunnen we ervoor zorgen dat onze bedrijven binnen 10, 20 jaar nog bestaan en als het even kan ook floreren?”.  

Dit is een oproep om samen te werken. Ook vakbonden hebben in al deze uitdagingen een positieve en constructieve rol te spelen, net als onze beleidsmakers en overheden. We hopen dat iedereen inziet hoe belangrijk en hoe dringend de situatie is. We hopen dat we snel kunnen rekenen op regeringen en regeerakkoorden die aandacht hebben voor een sterke competitieve industrie. En we willen dat industrieel beleid de juiste plek krijgt in de prioriteitenlijst: bovenaan. 

Laten we werk maken van oplossingen en uitwegen uit deze moeilijke periode. Laten we samenwerken en nieuwe projecten en investeringen aantrekken. En laten we dat alstublieft doen in alle rust, dialoog en sereniteit die daarvoor broodnodig is.  

Dit is een open brief van: Bart Steukers (CEO Agoria), Yves Verschueren (gedelegeerd bestuurder essenscia), Karla Basselier (CEO Fedustria), Bart Buysse (CEO Fevia) en Thomas Davreux (Managing Director Indufed