Na #FlattenTheCurve is het nu tijd voor #ReverseTheCurve

02.07.2020

De nieuwe economische cijfers van Fevia tonen een groeiende Belgische voedingsindustrie vóór de coronaviruscrisis, met een recordjaar 2019 op het vlak van omzet, investeringen en werkgelegenheid. Ook onze bedrijven zijn de afgelopen maanden zwaar getroffen, maar ze bewezen samen met hun #FoodHeroes waarom wij een essentiële sector zijn: onze voedselvoorziening bleef op peil, en we konden met z’n allen blijven genieten van lekker eten en drinken. Nu de gezondheidscurve onder controle is, moeten we de ambitie hebben om de economische curve om te keren. Het is tijd om onze bedrijven te ondersteunen voor een #ReverseTheCurve!

Van een recordjaar 2019…

Na een moeilijk jaar in 2018 herstelde de voedingsindustrie zich in 2019. “Het was een recordjaar op alle vlakken, met een omzet van 55 miljard euro, goed voor een stijging van 5,9%. Onze bedrijven investeerden voor 1,8 miljard euro, meer dan elke andere sector, en zorgden voor 1888 nieuwe jobs. Op 5 jaar tijd nam de werkgelegenheid trouwens met 10% toe. Na jaren stagnering trok de binnenlandse verkoop bovendien opnieuw aan met bijna 10%, dankzij de toegenomen koopkracht van de Belgen”, verklaart Bart Buysse, CEO van Fevia.

De aanhoudende groei van de werkgelegenheid zet zich voort. In de afgelopen drie jaar bedroeg de gemiddelde jaarlijkse groei van de werkgelegenheid in de voedingsindustrie ongeveer 3%, wat overeenkomt met 2000 nieuwe banen per jaar.

Raadpleeg het economisch rapport hier

… Naar een crisisjaar 2020

Er is potentieel, en zelfs veel potentieel. Maar de crisis nam al snel de wind uit de zeilen van de grootste industriële investeerder van het land.

In april 2020 daalde de Belgische voedselproductie met bijna een kwart (-24%) in vergelijking met dezelfde maand van het jaar daarvoor. De stopzetting van de horeca- en foodservicebedrijven, in combinatie met een aanzienlijke daling van de export, leidde tot een gemiddelde omzetdaling van 30%. De horeca is nu weer geopend, maar draait nog niet op volle toeren. Carole Dembour, Economic Advisor bij Fevia, voerde meerdere enquêtes uit onder de leden van Fevia: “Een op de drie voedingsbedrijven kampt met liquiditeitsproblemen, en minstens 3/4de van de investeringen zijn uitgesteld”.

De kosten zijn gestegen, mede door talrijke investeringen in voorzorgsmaatregelen en beschermingsmiddelen. Dit terwijl voedingsbedrijven die kosten niet hebben doorgerekend. Maar hoe verklaar je de prijsstijgingen dan in voedingswinkels? “Dat was enerzijds te wijten aan het verbod op promoties. Anderzijds heb je externe factoren zoals weersomstandigheden, die de groenten- en fruitoogst in Zuid-Europa hebben beïnvloed”, verduidelijkt Carole.

Inzetten op herstel: 3x3 maatregelen

De impact van de coronacrisis op de Belgische voedingssector is een feit en de gevolgen ervan zullen nog jarenlang voelbaar zijn. De sector heeft laten zien dat ze zich kon aanpassen, en dat ook blijft doen met het oog op een duurzame groei. We moeten opnieuw inzetten op herstel, en daarom stelt Fevia 3x3 maatregelen voor aan beleidsmakers.

“We moeten de ambitie hebben om uit het dal te kruipen, aan economisch herstel te werken en de curve om te draaien. De voedingsindustrie heeft bewezen een potentiële motor van economisch herstel te zijn, maar die motor slaat niet vanzelf aan”, verklaart Bart. Het is de bedoeling om de voedingsindustrie op drie domeinen te helpen.

De Belgische markt versterken

Maak het voor Belgische consumenten aantrekkelijker (Belgische) voeding en dranken te kopen in eigen land. We genieten van heerlijke en kwalitatieve voeding en dranken, waarvan meer dan 60% van de grondstoffen afkomstig zijn van eigen bodem. Helaas blijven veel Belgen buiten onze grenzen winkelen vanwege de lagere prijzen. Dat heeft ernstige gevolgen voor onze economie, de werkgelegenheid en de overheidsfinanciën. Deze aankopen stegen vorig jaar opnieuw met 3,5% tot 639 miljoen euro. Onze bedrijven kunnen zeker concurreren wat de kwaliteit, diversiteit en het innoverend karakter van onze producten betreft. De Belgische voedingsindustrie moet echter op gelijke voet kunnen concurreren met buitenlandse concurrenten wat de prijs betreft.

Om dat te kunnen doen, moet de typisch Belgische lasagne aan taxen verminderen. Carole wijst erop dat het vooral de taxen op dranken zijn die de aanleiding geven tot grensaankopen. Deze vertegenwoordigen “een omzetverlies van bijna 640 miljoen euro voor de Belgische voedingsindustrie, tussen 700 en 1000 banen die niet in België worden gecreëerd en dit vertaalt zich dan ook in een verlies van enkele honderden miljoenen euro aan overheidsinkomsten.” 

De internationale handel een duwtje in de rug geven

We moeten de export van onze producten stimuleren door de Belgische kwaliteit, diversiteit en innovatie in de kijker te zetten met ons promotiemerk “Food.be - Small country. Great food.”. Carole wijst erop dat de voedingsindustrie tot ver buiten Europa een enorm exportpotentieel heeft: “Naast de VS en China kennen onze producten ook meer en meer succes in Saoedi-Arabië en de Emiraten”.

Zorg dragen voor onze Food Heroes

Zonder hen konden we in tijden van quarantaine niet genieten van onze heerlijke aperitiefjes en maaltijden. 95.000 helden en heldinnen produceerden sinds het begin van de crisis onze voeding, non-stop en dag en nacht.

“Om onze (toekomstige) talenten en Food Heroes te ondersteunen en aan te moedigen, moeten we sterker inzetten op levenslang en duaal leren. Zo kunnen zij de technische vaardigheden ontwikkelen die essentieel zijn voor de toekomst van de voedingsindustrie in België. Om de instroom van gekwalificeerde talenten te verhogen, roept Fevia de bevoegde overheden op om in te zetten op STEM-onderwijs en duaal leren. Ook investering in onze Food Heroes is belangrijk. Daarvoor levert de sector zelf al inspanningen via het loopbaanfonds. Tegelijk rekent ze ook op de VDAB, Forem en Actiris om de focus te leggen op opleidingen richting knelpuntberoepen in de sector, onder andere via competentiecentra”, besluit Bart.

Lees hier ons persbericht: “#ReverseTheCurve: de voedingsindustrie toont ambitie voor echt economisch herstel”