Lokaal en globaal, een paradoxaal liefdesverhaal

04.05.2022

“Sinds de coronacrisis merken we dat de Belgische consument vaker kiest voor lokale voeding”, vertelt Nadia Lapage van Fevia Vlaanderen. De trend is onmiskenbaar, maar kan fier zijn op onze eigen voeding hand in hand gaan met een exportmodel dat de Belgische voedingsindustrie de voorbije decennia groei, investeringen, innovaties en jobs bezorgde? Voor onze “small country with great food” kunnen we bij die evenwichtsoefening maar beter niet in de valstrik van het protectionisme trappen.

Vraag naar lokale voeding stijgt

Lokale voeding zit in de lift bij de Belgische consument. Uit een recente enquête van Fevia, blijkt dat 72% van de bevraagde consumenten verwacht dat de Belgische voedingsindustrie meer inzet op een lokale productie. “En u vraagt, wij draaien: de coronacrisis zorgde ongetwijfeld voor een versnelling in de keuze van lokale voeding. We hebben deze verwachting ook opgenomen als één van de doelstellingen in de duurzaamheidsroadmap van onze sector”, licht Nadia Lapage toe.

Tijdens de pandemie pasten Belgische consumenten hun aankoopgedrag grondig aan, al dan niet tijdelijk. 47% van de Belgen gaf aan dat ze vaker achter het fornuis stonden en 31% koos vaker voor lokale voeding. Terecht ook, want onze voedingsbedrijven maken heerlijke en kwalitatieve producten met grondstoffen van eigen bodem.

Maar liefst 60% van de landbouwgrondstoffen die onze voedingsbedrijven gebruiken, is van Belgische oorsprong. En da’s veel, zeker wanneer je bedenkt dat we bepaalde grondstoffen, zoals de cacaobonen voor onze beroemde Belgische chocolade, niet in ons land kunnen telen.

Fier op lekkers van bij ons

In mei vieren we samen met promotieorgaan VLAM de maand van de lokale voeding. “De voorkeur voor producten van bij ons stijgt op lange termijn. Doorheen de curve zien we een aantal uitstekers, zoals in de periode na de eerste lockdown in 2020. De steun voor de lokale economie is daarbij de belangrijkste reden. Maar consumenten linken lokale voeding daarnaast ook aan minder transport, meer versheid, , vertrouwen, smaak en kwaliteit”, vertelt Leen Jolling, Innovatie en Public Affairs Manager van VLAM.

Is jouw voedingsbedrijf ook fier op haar producten van eigen bodem? Word dan Ambassadeur "Lekker van bij ons". Breydel, FrieslandCampina, Inex, La Lorraine,  Brouwerij Palm en Vondelmolen zijn je alvast voor.

“We zijn heel trots dat we lokale ingrediënten gebruiken in onze lokale productie en daarmee kwalitatief brood, patisserie, viennoiserie en hartige snacks maken”, vertelt fiere ambassadrice Nele Van Malderen van La Lorraine Bakery Group.

#jecuisinelocal 

Langs Waalse zijde staat APAQ-W in voor het promoten van lokale voeding. Directeur-generaal Philippe Mattart beaamt de tendensen: “Hoewel de voedselprijzen en de koopkracht nog steeds de belangrijkste factoren zijn, blijkt uit marktstudies dat de consument steeds meer belang hecht aan de kwaliteit, de lokale oorsprong en het milieueffect van producten. We ondersteunen deze trend door het charter #jecuisinelocal te promoten, dat nu meer dan 12.000 ambassadeurs telt, waaronder binnenkort ook wel jouw voedingsbedrijf. Markeer tot slot 1 tot 16 oktober in jouw agenda. 15 dagen lang zetten we opnieuw tientallen lokale producenten in de kijker.”

Om een antwoord te bieden op deze consumententrends, werd eind april het nieuwe kwaliteitslabel voor duurzaam, Belgisch rundvlees “Pré de chez nous” gelanceerd. Het label staat garant voor lokaal, duurzaam en kwalitatief rundvlees, met een kleinere CO2-voetafdruk en een speciale aandacht voor dierenwelzijn.

Voor dit label sloegen meester-chevilleur Bernard Gotta, uitsnijderij Viande de Liège, dierenfokker Sobemax en voederproducent en Fevia-lid Dumoulin de handen in elkaar.

©Pré de chez nous

Think global, act local

Dat de Belgische consument vaker kiest voor lokale voeding, is op zich een positieve evolutie en wijst vooral op fierheid en bewustzijn. Maar ook de buitenlandse consument is fan van onze kwalitatieve en innovatieve voeding. Dankzij die populariteit in het buitenland is de Belgische voedingsindustrie een ware exportsector. In 2021 was onze export goed voor maar liefst 30 miljard euro, een stijging van 12% ten opzichte van het jaar daarvoor. 

De Belgische voedingsindustrie heeft een open blik op de wereld. “Voor ons verdient het lokale verhaal ook z’n plekje in een open economie. Het ene sluit het andere niet uit. Nergens ter wereld worden aardappelen bijvoorbeeld zo kwalitatief en efficiënt geteeld en verwerkt als in ons land. Hetzelfde geldt voor heel wat andere voeding en dranken waarin we hier wereldtop zijn. Anderzijds halen wij ook grondstoffen uit andere landen, want ons klimaat is bijvoorbeeld allesbehalve geschikt voor het produceren van koffiebonen”, zegt Anne Reul van Fevia Wallonie.

Small country, great food

Tijdens de coronacrisis kwamen mondiale voedselketens onder druk te staan. Voor sommigen het signaal om die mondiale handel in vraag te stellen en te pleiten voor meer lokale autonomie. Toch dreigt die oproep al snel door te schieten in een vorm van protectionisme. Het schoolvoorbeeld daarvan is het verplichtte oorsprongsetikettering in Frankrijk. Door burgers enerzijds aan te moedigen om enkel Franse producten te kopen en anderzijds verplicht oorsprongsetikettering in te voeren, maken de Fransen het andere Europese landen bewust moeilijker om ingrediënten aan te leveren aan Frankrijk.

We zijn fier op de Europese interne markt, en we willen ook waken over de integriteit ervan. “Als voedingsindustrie geloven we dus sterk in een open economie, waarbij onze voedingsbedrijven vanuit hun eigen sterktes consumenten in binnen- én buitenland overtuigen om te kiezen voor onze producten. Die sterktes zetten we meer dan ooit in de verf met ons promotiemerk “Food.be – Small country. Great food.”!”, concludeert onze CEO Bart Buysse.