Ondanks de terughoudendheid van de Raad van State is de wet van 30 maart 2018 tot invoering van een mobiliteitsvergoeding, en houdende het project van de federale regering om een systeem “Cash for Car” in te voeren, gepubliceerd in het Belgisch staatsblad op 7 mei 2018.
Vanaf 1 januari 2018 kan toepassing gemaakt worden van een regeling waarbij werknemers ervoor kunnen opteren – mits bepaalde voorwaarden vervuld zijn – hun bedrijfswagen in te leveren en in ruil daarvoor een fiscaal en sociaal gunstige mobiliteitsvergoeding, beter bekend als “Cash for Car”, te ontvangen.
Wat is een mobiliteitsvergoeding?
De mobiliteitsvergoeding bestaat uit een bedrag in cash dat de werknemer ontvangt na teruggave van zijn bedrijfswagen (“Cash for Car”).
Het jaarlijks bedrag van de mobiliteitsvergoeding is gelijk aan 20% van 6/7e van de cataloguswaarde van de ingeruilde bedrijfswagen. Wanneer de werknemer niet alleen over een bedrijfswagen beschikt, maar ook over een tankkaart, is de mobiliteitsvergoeding hoger: 24% van 6/7 van de cataloguswaarde van de ingeruilde bedrijfswagen.
Is de werkgever verplicht de mobiliteitsvergoeding toe te kennen? Kan de werknemer verplicht worden zijn bedrijfswagen in te leveren?
De mobiliteitsvergoeding wordt op vrijwillige basis ingevoerd, zowel in hoofde van de werknemer als de werkgever, maar bepaalde voorwaarden moeten vervuld zijn. Zo kan een werkgever in principe een dergelijk systeem enkel invoeren indien hij gedurende een ononderbroken periode van minstens 36 maanden voorafgaand aan de mobiliteitsvergoeding bedrijfswagens ter beschikking heeft gesteld. Bovendien moet de werknemer in principe gedurende minstens 3 ononderbroken maanden voorafgaand aan zijn aanvraag en gedurende minstens 12 maanden tijdens de 36 maanden voorafgaand aan zijn aanvraag over een bedrijfswagen beschikt hebben bij zijn huidige werkgever.
De omgewisselde bedrijfswagen mag niet worden verbonden aan een gehele of gedeeltelijke vervanging of omwisseling in loon of andere loonvoordelen. De bedrijfswagens die ter beschikking worden gesteld in ruil voor een loonvermindering, alsook de bedrijfswagens die voortkomen uit een cafetariaplan zijn met andere woorden in principe uitgesloten van het systeem.
Fiscale en sociaalrechtelijke behandeling
De mobiliteitsvergoeding is niet onderworpen aan de gewone sociale zekerheidsbijdragen, maar aan een solidariteitsbijdrage (CO2) op de teruggegeven bedrijfswagen. Op fiscaal vlak is de vergoeding belastbaar op een verminderde basis die overeenstemt met 4% van 6/7e van de catalogus waarde van de omgewisselde bedrijfswagen (zonder minder te kunnen zijn dat het minimum bedrag van de VAA van de bedrijfswagen).