Fevia waarschuwt al jaren voor het groeiende fenomeen van grensaankopen. Toch wordt het totaal onderschat, zo niet genegeerd, door onze politici. Een kleine herinnering is nodig!
Fact Sheet 2023
Record verbroken! In 2023 werd 764 miljoen uitgegeven door Belgen voorbij onze grenzen. Dit is een stijging van 40% ten opzichte van 2022.
Het verlies aan belastinginkomsten voor de Belgische staat wordt geschat op 140 miljoen euro. Dit moet worden aangevuld met het 'indirecte' verlies in termen van ontwikkeling van activiteiten en werkgelegenheid bij ons.
Alcoholische en niet-alcoholische dranken zijn goed voor een derde van de grensoverschrijdende aankopen. Ze dienen duidelijk als lokaas. Maar de kar vult zich ook met een heleboel andere producten, namelijk in de versafdeling.
Als we de inflatie van voedingsmiddelen buiten beschouwing laten, zien we dat het 'volume' van aankopen is gestegen bij onze buren - bijna met de helft in Frankrijk - terwijl het in Belgische supermarkten is gedaald.
Valt op te merken dat de gegevens niet toelaten een onderscheid te maken tussen Luxemburg en Duitsland.
Meer dan 3 op de 10 Belgen doet een deel van hun inkopen bij onze buren. Niet verbazend als je weet dat de helft van de inwoners op minder dan 50 kilometer van de grens woont. Dit doen ze 10 keer per jaar, dat wil zeggen eens in de vijf weken. Ongetwijfeld de tijd die nodig is om alle frisdranken te nuttigen die de kofferbak meestal vullen.
Bijna twee derde van de grensaankopen wordt in Frankrijk gedaan. Maar dat is niet altijd zo geweest. Tien jaar geleden hadden de 3 landen elk een bijna even groot aandeel in de aankopen.
In totaal geeft de Belg gemiddeld €48 uit per kassabezoek. Het gemiddelde kasticket in Frankrijk is het hoogst met €58, het laagst in Nederland (€33).
Waar wachten onze politici nog op om actie te ondernemen?
Op verzoek van Minister van Economie Dermagne heeft het Prijsobservatorium een objectieve en diepgaande vergelijking gemaakt van prijsverschillen voor consumenten tussen België en buurlanden Waarom consumenten meer betalen voor bepaalde producten in België). Van de 9 factoren die hogere prijzen in België verklaren, zijn er 7 rechtstreeks het gevolg van het beleid dat in ons land wordt gevoerd. Zoals verwacht worden de drie handicaps die de concurrentiepositie van onze bedrijven ondermijnen hierin teruggevonden: loonhandicap, energiekostenhandicap en fiscale handicap.
Men zou dus terecht kunnen hopen dat onze beleidsmakers zich zouden baseren op deze studie om de hefbomen waarover ze beschikken te activeren om de productiekosten te verlagen, en daarmee ook de prijzen. Dat zou het mogelijk hebben gemaakt om een deel van de grensaankopen terug te halen en de omzetdaling die onze Belgische bedrijven in 2023 kenden te beperken (of om te keren?). Helaas is er geen gehoor gegeven aan het onderzoek van het Observatorium.
Wat verwachten we van onze politici?
Aan de vooravond van de verkiezingen is dit helaas niet langer het moment voor belangrijke beslissingen. Daarentegen is het altijd tijd om de implementatie van een structurele monitoring van de belastingen op voedingsmiddelen en dranken te starten. Net zoals de monitoring van de loonhandicap door de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, zou een monitoring van de fiscale handicap ons in staat stellen om de situatie in ons land te vergelijken met die in de buurlanden.
Na de verkiezingen en de vorming van de volgende regering zal het essentieel zijn om deze monitoring te gebruiken om structurele beslissingen te nemen om het concurrentievermogen van onze bedrijven te herstellen, ten voordele van iedereen: werknemers, werkgevers, consumenten en de Staat.
Lees hier het persbericht rond de nieuwe economische cijfers van de Belgische voedingsindustrie