De coronacrisis heeft ons allemaal verplicht om de stap richting digitalisering te versnellen. Steeds meer vergaderingen, maar ook evenementen vinden tegenwoordig online plaats. De voedingsindustrie vormt uiteraard geen uitzondering, en zo ook voor Food Connections, het jaarevent van Fevia Wallonië en Wagralim. Dit jaar spitst het event zich toe op 3 inspirerende webinars over weerbaarheid, plantaardige voeding en e-commerce. Wij spraken in de aanloop met Anne Reul van Fevia Wallonië en François Heroufosse van Wagralim over de impact van de coronacrisis op de Waalse agrovoedingsindustrie en welke lessen we hieruit kunnen trekken om de sector klaar te stomen op de uitdagingen van morgen.
De digitale verbondenheid was nog nooit zo groot. Gaf de crisis de digitalisering een boost binnen de Waalse agrovoedingssector?
Anne: “Voor Waalse voedingsbedrijven heeft de coronacrisis verschillende gevolgen. Daar waar mogelijk werken werknemers vaker van thuis. En, net zoals in veel andere bedrijven, nemen online vergaderingen en webinars toe. Ook e-commerce en e-marketing kregen een flinke boost, om in te spelen op de digitale vraag van consumenten. Denk aan het opzetten van webshops, het optimaliseren van de distributielogistiek, enzovoort. We zijn duidelijk op weg naar “Everything E”, ook op internationaal niveau, met online beurzen en een toename van online contacten met buitenlandse klanten.“
François: “De crisis werkte als een katalysator voor een resem bestaande trends, en zo ook voor de digitalisering van de sector. Het is duidelijk dat digitaal meer dan ooit aanwezig is, hetzij in de supply chain, de bedrijfsvoering, of de verkoopkanalen. Het “Digital Boostcamp voor de voedingsindustrie” werd dit jaar volledig in een online formaat georganiseerd, omdat die in tijden van quarantaine doorging. Die workshop had net als doelstelling om bedrijfsleiders samen met hun teams op strategisch niveau te laten nadenken over de introductie en positionering van de digitalisering in hun bedrijf.”
De digitale versnelling bracht dus opportuniteiten mee voor bedrijven?
François: “Klopt als een bus. De digitalisering is het toegangsticket tot nieuwe markten en nieuwe klanten. Voor bedrijven die bijvoorbeeld te afhankelijk waren van de horeca, helpt technologie om de consument te bereiken zonder het gebruik van traditionele distributiekanalen. De klantenrelatie kan ook worden herzien, met live en directe communicatie. Het interessante aan deze crisis is dat zowel bedrijven als consumenten hun gewoontes hebben moeten aanpassen.”
Anne: “De crisis toont duidelijk aan dat de digitale transformatie een manier is om dichter bij de eindklant te staan. Het is een geïntegreerd proces, van het ontwerp en de ontwikkeling van het product, tot de ondersteuning van de klant bij het gebruik ervan. Het potentieel van digitale innovatie zal bepalend zijn voor de snelheid waarmee Wallonië uit de crisis komt en voor de economische heropstart. De Waalse regering heeft dit duidelijk begrepen door het programma “Industrie du Futur” van Digital Wallonia, waaraan Fevia Wallonië en Wagralim deelnemen, te steunen.”
François: “Tot slot kunnen we vaststellen dat de coronacrisis de veranderingen, die al in gang zijn gezet, versnelt: meer lokale kanalen, digitalisering, transparantie, nieuwe distributiekanalen, enzovoort. Alles was al aanwezig voor de crisis, maar deze trends nemen almaar toe aan belang.”
Naast e-commerce buigt Food Connections zich ook over weerbaarheid en plantaardige voeding. Waarom die keuze?
François: “E-commerce is natuurlijk één van de facetten van de digitalisering. De voedingsindustrie mag dan wel vooruitgang boeken, maar de revolutie is al een tijdje aan de gang. Dat heeft een invloed op de manier waarop we kopen, vergelijken en communiceren. Veerkracht is onlosmakelijk verbonden met de crisis. Het voedingssysteem hield goed stand en toonde dus heel wat veerkracht. De vraag is alleen: hoe maken we het systeem nog meer veerkrachtig? Een betere controle op de herkomst of meer diversificatie qua levering van grondstoffen zijn voorbeelden van manieren om dat te realiseren.”
Anne: “Ons voedingssysteem hield tijdens de crisis inderdaad goed stand: het kraakte maar het barstte niet. Iedereen kon nog genieten van onze lekkere voeding en dranken. Dat is niet niks natuurlijk! Maar de crisis bracht ook een aantal zwakke punten aan het licht en bevestigt wat we al eerder wisten: we moeten blijven streven naar een veerkrachtig en duurzamer voedingssysteem. We moeten alle stakeholders betrekken doorheen dit proces, zodat zij zelf de drijvende kracht zijn achter die dynamiek.”
En hoe evolueert de sector richting meer duurzaamheid?
Anne: “In het verleden werden al meerdere initiatieven op poten gezet met de actoren uit de keten. Denk aan D’Avenir en het referentiekader “Naar een duurzaam voedingssysteem”, dat door 80 actoren werd opgesteld en gecoördineerd door het Waalse Gewest inzake duurzame ontwikkeling. We willen deze weg dan ook verder inslaan, allemaal samen. Voor het initiatief D'Avenir werden interessante tools opgemaakt: naast een banner, een dynamisch netwerk, een labo voor gedeelde innovatieprojecten, bestaat er ook een 'duurzaamheidsgids' om het potentieel en de voortgang van het initiatief te beoordelen.“
Meer weten? Raadpleeg Fevia’s opiniestuk ‘Een duurzaam voedingssysteem stopt niet aan de grens’ en ‘5 voorwaarden voor een duurzaam voedingssysteem, from farm to fork’.
François: “Duurzaamheid is een continu proces voor de voedingssector. Het initiatief D’Avenir wordt uitgevoerd door Wagralim en wordt gedragen door alle federaties van het voedingssysteem. D’Avenir toont aan dat de manier waarop een bedrijf keuzes maakt, bepalend is voor de integratie van duurzaamheid in haar activiteiten. Het gaat om een gezamenlijke aanpak, zoals blijkt uit het WALLEP-project, dat binnenkort nieuwe assortimenten voedingsmiddelen aanbiedt, op basis van Waalse speltproductieketens.
De shift naar plantaardige voeding wordt ook aangehaald op Food Connections. Waarom is dat?
François: “De shift naar plantaardige voeding begon een aantal jaren geleden, maar belandt nu in een stroomversnelling. Het gaat hier niet om een modeverschijnsel, wel om een permanente verandering. Bedrijven moeten hier dus rekening mee houden. Europa is vandaag nog steeds te afhankelijk van de invoer van eiwitten. Maar wat men ook denkt, plantaardige voeding is even belangrijk voor dierlijke producten.”
Anne: “Dat kan ik alleen maar bevestigen. De markt van plantaardige voeding is er één met heel veel potentieel, in binnen- en buitenland, voor mensen- en dierenvoeding. Het oprichten van plantaardige eiwitketens draagt bij aan de ontwikkeling van nieuwe waardeketens in Wallonië. Deze aanpak ligt volledig in lijn met de prioriteiten van het Waalse herstelplan voor het post-corona tijdperk, en is eveneens opgenomen in het relanceplan “Get Up Wallonia" van de Waalse regering.”
Plantaardige eiwitten en “lokaal”: zit daar toekomstmuziek in?
Anne: “Wallonië heeft heel wat sterke troeven als het aankomt op plantaardige eiwitketens. We nemen hier dan ook graag een leidende rol in. Maar ook hier is het een kwestie van samenwerken met alle betrokken actoren, van boer tot bord. Bovendien vragen we aan de Waalse regering om mee de schouders te zetten onder de uitbouw van deze waardeketens, met de nodige ondersteuning op verschillende niveaus.”
François: “Informatie over de herkomst van producten, een eenvoudige en gegarandeerde toegang, het duurzaamheids- en gezondheidsaspect: het zijn allemaal elementen waar de consument steeds meer belang aan hecht. Met een beperking in prijs, weliswaar. Laten we niet vergeten dat we ook in een economische crisis terechtkomen. Er zullen dus compromissen moeten worden gesloten met de consument. De digitalisering biedt hen alleszins een manier om hun keuzeaanbod te vergroten en de producten te vinden die overeenkomen met hun waarden en noden.”
Wat is dé uitdaging voor de Waalse agrovoedingsindustrie?
François: “De nieuwe uitdaging voor Waalse bedrijven is om deze complexiteit te beheersen: lokaal verankerd zijn, kwaliteit garanderen, kosten beheersen en tegelijkertijd steeds duurzamer zijn, de digitale transitie aanpakken en het contact met de consument heruitvinden. Deze uitdagingen maken het werk van een bedrijfsdirecteur complexer. Een voedingsbedrijf krijgt ook te maken met meerdere paradoxen: een lokale verankering met het behouden van de export, het garanderen van kwaliteit en versheid met een herziening van de verpakking, producten overal en snel op de markt brengen en tegelijk de ecologische voetafdruk beperken, enzovoort.”
Hoe kan een bedrijf deze uitdagingen het hoofd bieden?
François: “Door – in deze tijden van War for Talent - talenten binnen te trekken met de juiste vaardigheden. Tegelijk moet je jouw bedrijf wendbaar, innovatief en intelligent maken. Die uitdagingen vragen om een gedeelde en centrale kennis binnen een bedrijf. Om in te spelen op de steeds veranderende markt, moet jouw bedrijf zich van binnenuit transformeren. Dit is de uitdaging van bestuurlijke innovatie.”
Anne: “Digitale innovatie pusht bedrijven om de relaties binnen een bedrijf te herzien. Doorheen de digitale transformatie blijft de mens centraal staan, omdat het een grote invloed zal hebben op de organisatie en de bedrijfscultuur. Het bewustzijn hiervan is daarom heel belangrijk, maar ook het mobiliseren van bedrijven om een passend en duurzaam menselijk beleid op poten te zetten.
Welke tools zijn hiervoor beschikbaar?
Anne: “Fevia en Alimento, ons sectoraal opleidingsfonds, bieden bedrijven tools ter beschikking. Ook vragen we onze partners op de arbeidsmarkt om de nodige middelen in te zetten. Denk daarbij aan gerichte opleidingen door Forem. Het promoten van STEM-opleidingen (Science, Technology, Engineering en Mathematics) is in die zin van groot belang, willen we de talenten van morgen klaarstomen. Want deze talenten moeten de digitale transformatie binnen een bedrijf in goede banen leiden.”
François: “Wagralim ontwikkelde een toolbox die bedrijven helpt om zich snel te kunnen herpositioneren in de volgende economische crisis die ons te wachten staat. Keyfood bijvoorbeeld identificeert de nodige technologische expertise die nodig is om producten aan te passen of voor kwaliteitscontrole. De tool FFeedback helpt een bedrijf dan weer te innoveren op het (digitale) marketingniveau. Tot slot ontwikkelde Wagralim een methodiek waarmee een bedrijf zich kan positioneren ten opzichte van de doelstellingen van duurzame ontwikkeling en tegelijk z’n duurzaamheidsdoelstellingen en actieplan kan vaststellen.”
Om voedingsbedrijven te helpen bij de implementatie van duurzame ontwikkeling in hun strategie, organiseert Fevia workshops rond SDG’s, de duurzaamheidsdoelstellingen van de Verenigde Naties. Voor meer informatie en registratie voor de laatste workshop, klik hier.
En tot slot: waarom zou een bedrijf moeten deelnemen aan Food Connections?
Anne: “Met Food Connections willen de voedingsbedrijven inspireren die deel uitmaken van ons Belgisch en meer specifiek Waals voedingssysteem. We willen hun zorgen, uitdagingen of problemen wegwerken. Het event dient ook om bedrijven klaar te stomen op de 3 grootste uitdagingen van morgen. Aan de hand van 3 webinars focussen we op de belangrijkste trends binnen onze sector, vooral dan diegene die door de coronacrisis nog prominenter zijn geworden.”
François: “Die fundamentele trends en de noodzakelijk veranderingen die ermee gepaard gaan waren al voor de crisis aanwezig en begonnen. De coronacrisis was vooral een katalysator: voedingsbedrijven die reeds inspeelden op duurzaamheid en digitalisering, lopen voor op anderen. Maar het is een kwestie van te blijven evolueren. Bedrijven moeten zichzelf continu blijven uitdagen. Deze trends bieden opportuniteiten voor de overgang naar meer veerkrachtige en wendbare modellen, die essentieel zijn voor onze toekomst.”