Fonds Voeding en Welzijn: op weg naar een gezonde levensstijl voor onze jeugd

04.02.2021

Overgewicht en obesitas bij jongeren en kinderen: het blijft helaas ook in ons land een grote uitdaging. Bovendien lijkt de coronacrisis de problematiek te verergeren: minder ruimte voor beweging en sport, meer stilzitten achter schermen, meer stress en ongezonde eetgewoontes. Laten we in deze context geen beschuldigende vinger naar onze jongeren wijzen, maar hen ondersteunen richting een gezonde en evenwichtige levensstijl. Dat doet Fevia nu voor het vijftiende jaar op rij met haar Fonds voor Voeding en Welzijn. Wij spraken met juryvoorzitter professor Jan Vinck en Loesje Vanwalleghem, die de projecten coördineert bij de Koning Boudewijnstichting.

15 jaar en 150 lokale initiatieven

“Naast wat we doen met het Convenant Evenwichtige Voeding vinden we het vanuit Fevia ook belangrijk om via ons Fonds Voeding en Welzijn lokale initiatieven te steunen die jongeren op een positieve manier helpen om dagelijks gezondere keuzes te maken”, verklaart Bart Buysse, CEO van Fevia. “Het Fonds geeft al voor het vijftiende jaar steun aan projecten. Tot vandaag kregen ruim 150 duurzame initiatieven financiële ondersteuning, goed voor ruim 750.000 euro voor meer dan 100.000 kinderen en jongeren".

Het gaat om heel uiteenlopende projecten, zoals, bijvoorbeeld, de aanleg van moestuinen en actieve speelplaatsen, workshops gezond koken en ludieke sensibiliseringsacties, ingediend door buurtorganisaties, jeugd- en sportclubs en scholen.

Allemaal projecten die kinderen en jongeren op een leuke manier helpen richting gezonde voedings- en beweeggewoonten. Vorig jaar kregen 10 projecten steun via het Fonds, waarvan opvallend veel initiatieven kansengroepen en nieuwkomers betrokken.

 

Nieuwe projecten indienen kan nog tot 22 februari. Ben je op zoek naar inspiratie? Surf naar www.fevia.be/fondsvoedingenwelzijn en ontdek de video’s van vorige projecten.

Download hier onze handige brochure

Aandacht voor de meest kwetsbaren en de omgeving

Jan Vinck, professor emeritus aan de Universiteit Hasselt, is sinds de oprichting van het Fonds voorzitter van de jury die de projecten selecteert en evalueert: “Sinds de start van het Fonds in 2006 zijn er 1.375 projecten ingezonden. Dat wil zeggen dat er elk jaar een hondertal groepen actief bezig zijn met het streven naar een gezonde levensstijl  in de vorm van een project. Jammer dat we hen niet allemaal kunnen ondersteunen!”

Hij observeert twee belangrijke evoluties. Ten eerste focussen de voorbije jaren steeds meer projecten op kwetsbare groepen, zoals vluchtelingen of jongeren met een migratieachtergrond. Zij hebben vaak heel weinig financiële middelen en niet de juiste kennis of omkadering voor een gezonde levensstijl. Zo zijn er projecten die jonge moeders samen met hun kinderen leren hoe ze met ingrediënten van bij ons, die ze misschien minder goed kennen, toch lekkere gerechten kunnen klaarmaken.

Een andere positieve evolutie volgens professor Vinck is de grotere aandacht voor de invloed van de fysieke, sociale en culturele omgeving op het gedrag van jongeren in een stedelijke context. “Het Fonds steunt projecten die proberen om die omgeving om te vormen zodat gezond gedrag het meest voor de hand ligt en blijvend ondersteund wordt.” Zo zijn er bijvoorbeeld projecten die een lege speelplaats inrichten met klim- en kladdermuren en glijbanen. Andere pakken dan weer de schoolomgeving aan, met de inrichting van een looppiste, een moestuin, of een foodtruck met zelfgemaakte hapjes. “Ook het beleid – op het niveau van school, vereniging of gemeente - heeft hier een rol te spelen, door afspraken te maken om die omgeving gezonder te maken.”

Lees hier hoe de voedingsindustrie en de overheid de handen in elkaar slaan voor gezondere scholen

Potentieel voor jeugdverenigingen en sportclubs

De meeste projecten worden ingediend vanuit vzw’s, vaak verbonden aan scholen, zoals naschoolse opvang of oudercomités. Daarnaast zijn er ook aanvragen vanuit scholen en vanuit een aantal gemeentes. Wat volgens Jan Vinck nog ontbreekt zijn projectaanvragen vanuit jeugd- en sportclubs, goed voor amper 3% van de ingediende projecten.

“Jammer”, vindt Jan Vinck, maar hij hoopt dat hier wat schot in komt. “Vorig jaar al was er een project waarbij meisjes met een migratieachtergrond wilden deelnemen aan een boks club en tegelijk leren over de samenstelling van hun eten. En we hadden ook een project van skaters die een video maakten over evenwichtige voeding en nog eentje vanuit de jeugdbeweging. Maar er is dus nog veel potentieel voor projecten vanuit deze sectoren!”

Een fonds uit de duizend

Voor Loesje Vanwalleghem, die de projecten coördineert bij de Koning Boudewijnstichting, is het Fonds Voeding en Welzijn van Fevia uniek: “Er zijn bij de Stichting meer dan 1.000 fondsen en het Fonds van Fevia is het enige dat specifiek inspeelt op het brede thema van gezondheidspreventie en -promotie bij jongeren in heel België. Daarom is dit Fonds ook heel interessant voor ons”.  

Het Fonds Voeding en Welzijn stelt jaarlijks 50.000 euro ter beschikking, verdeeld over een tiental projecten in België. Gemiddeld ontvangt de Koning Boudewijnstichting een honderdtal aanvragen per jaar en daarvan selecteert de jury dan een tiental projecten die elk maximaal 5 000 euro steun krijgen. “Naar aanleiding van onze nieuwe projectoproep zijn er tot nu toe een twintigtal projecten ingediend, waaronder van scholen en buurtsportclubs, maar in de laatste weken komen er meestal nog heel wat bij!” Organisaties kunnen nog tot 22 februari hun project online indienen.

Opvolging verzekerd

De selectie en de goedkeuring gebeurt rond mei-juni en nadien komt er in september een “intervisie”. Dat is een moment waarop alle geselecteerde projectteams samenkomen - fysiek in normale omstandigheden –  en onderling hun plannen, ervaringen en uitdagingen uitwisselen. Op het einde van het project is er ook een evaluatieverslag voorzien om na te gaan wat er goed of minder goed heeft gewerkt en wat het concreet heeft opgeleverd.  

“We blijven nadien in contact”, zegt Loesje, “en projectleiders sturen ons vaak nog nieuws en foto’s. Iedereen is echt entousiast en het is elk jaar opnieuw een zeer positief verhaal.”

5 tips om met jouw project te scoren

Denk duurzaam
Financiële steun is één aspect, maar het is belangrijk dat je een zinvolle en duurzame verandering van de omgeving probeert te realiseren. Bijvoorbeeld sportinstallaties, een speeltuin of waterfontijn die op lange termijn nog kunnen dienen voor de kinderen van de school of wijk. Of een reglement aanpassen om een duurzame samenwerking in de tijd vast te leggen.

Betrek risico groepen
Zorg ervoor dat de jongeren zelf actief betrokken worden in jouw project, maar ook hun omgeving zoals hun ouders. En heb aandacht voor kwetsbare groepen.

Gebruik coole gadgets
Je zal beter scoren bij de jury als jouw project toffe elementen bevat die in de smaak vallen bij  jongeren. Denk aan stappentellers, een GPS-parcours, het gebruik van video’s, enzovoort.

Wat is jouw impact?
Zorg ervoor dat er wordt nagedacht over gedragsverandering, of toch dat het resultaat van jouw project kan gevaloriseerd of gemeten worden.

Vraag om advies
Het indienen van een dossier is niet jouw sterkte? Durf daarom hulp te vragen. Een dossier ‘hand in hand’ indienen, bijvoorbeeld met het Vlaams Instituut Gezond Leven, kan zelfs sterker inspelen op de beoordeling van de jury.

Bekijk hier de volledige lijst criteria waaraan jouw project moet voldoen