- Nieuws
- Europese voedingsindustrie zet haar klimaatambities kracht bij
De Europese unie wil tegen 2050 klimaatneutraal zijn. Binnen amper 9 jaar moeten onze CO2-emissies bovendien met minstens 55 % gedaald zijn. Ambitieuze plannen waar ook de voedingsindustrie aan moet en wil bijdragen. Met een Europese roadmap om te beginnen, die toont welke mogelijkheden voedingsbedrijven hebben, maar ook welke uitdagingen en hindernissen er op de weg liggen. Onze Belgische voedingsbedrijven nemen alvast de handschoen op.
De Europese voedingsindustrie is verantwoordelijk voor ongeveer 3% van de totale Europese CO2-uitstoot, zo blijkt uit een studie die Ricardo Energie & Environment realiseerde in opdracht van FoodDrinkEurope, de Europese federatie van de voedingsindustrie. Het grootste deel daarvan komt op conto van het energieverbruik, vooral om te verwarmen en te koelen.
De sector heeft natuurlijk niet stil gezeten en deed al heel wat inspanningen. In vergelijking met 1990 stoot de sector 14 % minder CO2 uit. De Belgische voedingsindustrie doet nog beter. Daar zien we een vermindering met bijna 19 %, onder andere door minder vervuilende brandstoffen te gebruiken en te investeren in energie-efficiëntie.
Klimaatneutraal tegen 2050, maar er zijn ook hindernissen
Ook al is het aandeel van de voedingsindustrie dus eerder beperkt, toch wil de sector de nodige inspanningen doen om haar uitstoot verder te beperken. Een nieuwe roadmap van FoodDrinkEurope belicht de mogelijkheden die de voedingsindustrie heeft om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn.
Op de weg naar een klimaatneutrale voedingsindustrie liggen volgens de roadmap ook talrijke uitdagingen en hindernissen. Zo is de sector afhankelijk van technologische evoluties. Die zijn vaak nog weinig matuur, wat een drempel is om erin te investeren. Bedrijven hebben ook nood aan de nodige infrastructuur. Door hun ligging zullen bepaalde voedingsbedrijven bijvoorbeeld moeilijk toegang hebben tot waterstofgas. Bovendien bestaat de voedingsindustrie vooral uit kmo’s, waar vaak de tijd en kennis ontbreken om verregaande energiebesparingen te realiseren. Dat de investeringskosten hoog zijn, zeker voor verregaande maatregelen, is voor hen vaak een bijkomende drempel.
Laura Degallaix, Director for Environmental Sustainability bij FoodDrinkEurope: “Dit verslag is een belangrijke stap om onze leden te helpen een pad uit te stippelen naar klimaatneutraliteit. We zullen nu met onze leden samenwerken om de roadmap om te zetten in acties op het terrein en voort te bouwen op de vele klimaatverbintenissen die onze industrie al is aangegaan. Het zal vooral belangrijk zijn om met de beleidsmakers op EU- en nationaal niveau samen te werken om een gunstig klimaat te ontwikkelen, met inbegrip van financiële steunmechanismen die van vitaal belang zullen zijn voor onze kmo’s”
6 maatregelen die voedingsbedrijven kunnen nemen
Wat kunnen onze voedingsbedrijven dan concreet zelf doen? Een eerste stap is alvast het opstellen van een zogenaamd “baseline rapport”. Daarin breng je als bedrijf in kaart hoeveel je vandaag uitstoot en wat de belangrijkste bronnen zijn. Op basis daarvan kun je vervolgens gaan zoeken naar beschikbare technologieën en oplossingen om die uitstoot te doen dalen. De roadmap brengt er zes in kaart:
- Een eerste is alles wat te maken heeft met energiebeheer. Het komt erop aan regelmatig een energie-audit uit te voeren en energieplannen te maken, met concrete kpi’s daaraan gekoppeld. Energiemonitoring en zogenaamde pinch analyses, waarbij je berekent hoe je het energieverbruik kan minimaliseren, helpen bij de opvolging van de kpi’s. Meten is immers weten.
- Een tweede domein is het gebruik van hernieuwbare energie om de brandstoffen te decarboniseren en om warmte uit groene elektriciteit te verwekken. Daarvoor zijn voedingsbedrijven wel deels afhankelijk van andere partijen.
- Het gebruik van biomassa om er biogas van te maken is een bewezen technologie. Alleen is het daarbij belangrijk om enkel die biomassa-stromen te gebruiken die niet langer als humane of diervoeding kunnen gebruikt worden. Anders bestaat het risico om zonder grondstoffen te vallen of de kost voor de aankoop sterk te zien stijgen.
- Optimaliseren van warmte en koude productie is ook nodig. Denk daarbij aan hergebruik van restwarmte, investeren in betere isolatie of het inzetten van natuurlijke koudemiddelen.
- De verbetering van de energie-efficiëntie van processen is eveneens noodzakelijk. Denken we daarbij aan frequentie gestuurde motoren of het gebruik van groene elektriciteit.
- Tot slot zijn er sub-sector specifieke maatregelen die een bedrijf uit die sector kan implementeren. Een voorbeeld is het gebruik van energie-efficiënte homogenisatoren in de zuivelindustrie of het koelen van fruit en groenten alvorens het in te vriezen.
“Uiteraard kan een bedrijf niet alle vermelde technieken implementeren. De bedoeling is echt om een leidraad te zijn en ideeën te geven. Eenvoudig is dat niet, maar er zijn ook voordelen aan verbonden voor onze voedingsbedrijven, zoals een lagere energiefactuur,” zegt Tom Quintelier, adviseur milieu en energie bij Fevia.
Belgische voedingsindustrie doet haar duit in het zakje
En ons land? In België zijn de voedingsbedrijven zich al lang bewust van de uitdagingen. Sinds 2005 nemen ze deel aan de vrijwillige energieconvenanten om hun energie-efficiëntie te verbeteren. De resultaten spreken voor zich. In vergelijking met 2005 stoten Belgische voedingsbedrijven vandaag tot 20% minder CO2 uit per productie eenheid.
Ook voor de vele kmo’s in onze sector is er aandacht. Het EFES-project helpt hen om eenvoudige maatregelen, het zogenaamde laaghangende fruit, te implementeren. Bij hen is het vaak het gebrek aan tijd en kennis waardoor de nodige investeringen er niet komen.
Maar de laatste jaren blijkt de absolute CO2 uitstoot wel te stagneren tot zelfs licht te stijgen. De groei van de voedingsindustrie is de eenvoudige verklaring. “Als motor van de economie leggen we jaar na jaar positieve resultaten voor. Het is nu zaak om ook de absolute emissies te verminderen. De roadmap van onze Europese federatie kan hiervoor de leidraad zijn,” zegt Tom Quintelier. “Maar we hebben ook nood aan alternatieve brandstoffen en nieuwe technologieën. Zaken waarvoor we afhankelijk zijn van andere partijen. De voedingsindustrie gelooft echter dat we allemaal samen de klimaatambities kunnen waarmaken.”
Fevia Vlaanderen organiseert – met de steun van VLAIO – een lerend netwerk voor bedrijven die hun klimaatinspanningen naar een nóg hoger niveau willen tillen. Na een succesvol eerste Lerend netwerk Energie wil Fevia Vlaanderen hier een vervolg aan geven.Tijdens de eerste sessie kregen de deelnemers een mooi overzicht over hoe het energielandschap er uit kan zien binnen enkele jaren. Meer concreet werd er gediscussieerd en bijgeleerd over restwarmte, groene warmte, elektrificatie, de plaats van een WKK , energy as a service, 3de partijfinanciering,….Het tweede lerende netwerk start op 30 november. Meer info hier >