Digitalisering in de voedingsfabriek… en daarbuiten

03.03.2020

Stapte je ooit binnen in een Belgisch voedingsbedrijf? Dan zag je wellicht een fabriek vol technologische en digitale snufjes die de productie van onze lekkere voeding en dranken zo efficiënt mogelijk organiseren. Maar kan die digitalisatie van onze sector nog verder gaan? Wij gingen spreken met vier experts die ook buiten de muren van voedingsfabrieken opportuniteiten zien, tot bij de consument. Nadia Lapage, secretaris-generaal van Fevia Vlaanderen en Bart Van Damme, Innovation Manager bij Flanders’ FOOD bekijken vanuit Vlaanderen de digitaliseringstrend en Anne Reul, secretaris-generaal van Fevia Wallonie geeft samen met Wagralim’s digitaal expert Gaetan Thoron de Waalse insteek.

Waarom digitaliseren voedingsbedrijven?

Nadia: “Voedingsbedrijven digitaliseren vaak uit noodzaak. Sinds de dioxinecrisis bijvoorbeeld is traceerbaarheid een absolute noodzaak en digitale systemen zijn daarbij onontbeerlijk. Bedrijven krijgen ook vaker onaangekondigde controles waarbij ze meteen moeten tonen hoe ze hun autocontrole uitvoeren. Zo’n kwaliteitsaudit vergt heel wat documentatie die je veel eenvoudiger op een digitale manier kan bijhouden. Daarnaast voelen onze bedrijven, zeker ook de vele kmo’s, de hete adem van buitenlandse concurrenten in de nek. Het komt er dus op aan om competitief te blijven, en nieuwe technologieën helpen daarbij. We zien wel dat de digitalisering zich hoofdzakelijk afspeelt binnen de bedrijven, op vlak van hun productieproces.”

Bart: “Bedrijven optimaliseren hun productieproces zowel om de kwaliteit van hun producten te verhogen als om efficiënter te werken. Digitalisering kan helpen om sneller te werken, om minder fouten te maken, om kosten te besparen, om minder energie te gebruiken of om water te besparen. Denk bijvoorbeeld aan de trend van “predictive maintenance” waarbij een systeem op basis van automatische metingen van hoe een machine trilt kan voorspellen wanneer die stuk zal gaan. In vergelijking met vroeger kunnen bedrijven dus sneller ingrijpen en stilstanden van de productie vermijden. En meer technologie zorgt vaak ook voor een betere voorspelbaarheid van taken en maakt het werk eenvoudiger voor medewerkers.”

Welk soort technologieën duiken er dan vooral op?

Anne: “Vooral slimme sensoren maken hun intrede in onze sector. Ze geven medewerkers een globaal overzicht van de productie en zorgen ervoor dat bepaalde acties automatisch gebeuren. Dankzij nieuwe types sensoren in silo’s bijvoorbeeld, krijgen bedrijven een melding van zodra er één van die opslagtanks bijna leeg staat. Ze kunnen hierdoor beter anticiperen en leveranciers tijdig op de hoogte brengen. Zo vallen ze minder snel zonder grondstoffen en wordt de productie niet onderbroken.”

Gaetan: “Bedrijven gebruiken ook verschillende soorten intelligente camera’s, vaak in functie van een betere kwaliteitscontrole. Denk aan hyperspectrale camera’s waarmee je kwaliteitsdefecten aan producten kunt opsporen die je met het menselijke oog niet opmerkt. Of aan infrarood- en optische camera’s die detecteren of de dop van een fles wel goed is gesloten, en verpakkingen en etiketten scannen. En tablets of virtual reality brillen voorspellen wanneer een machine toe is aan een onderhoud of herstelling.”

Hoe zien jullie de digitalisering evolueren binnen de sector?

Nadia: “Dé grootste uitdaging is om te evolueren van een massaproductie naar een productie op maat van de individuele consument. En natuurlijk zonder te raken aan de kwaliteit van je product en je productiviteit. De digitalisering zal daarom steeds meer impact hebben buiten de fabrieksmuren. Bijvoorbeeld om klantenervaringen te capteren en te verbeteren.”

Anne: “Het komt erop aan om de digitalisering te integreren in de bedrijfsstrategie. Niet alleen binnen het productieproces en de logistiek dus, maar ook ver daarbuiten. Het gebruik van artificiële intelligentie bijvoorbeeld kan helpen om de kwaliteit en de beleving van een product te verhogen, en ook de klantenervaring. Maar het dient eveneens om nieuwe verkoopkanalen te ontwikkelen.”

Digitalisering brengt de consument dus binnen de fabriek?

Bart: “Tja, figuurlijk dan toch. Consumenten vragen nieuwe vormen, kleuren en smaken. Voedingsbedrijven moeten zich daar constant aan aanpassen. Dat vraagt heel wat flexibiliteit en digitalisering biedt daarvoor oplossingen. Dat steeds evoluerende verwachtingspatroon van consumenten zal onze voedingsbedrijven pushen om hun digitale transformatie te versnellen.”

Gaetan: “De consument wil snel informatie inwinnen, het liefst realtime. Ethische, ecologische en duurzaamheidsaspecten staan bovenaan hun agenda. De traceerbaarheid is één van de grootste bezorgdheden van de consument. En digitale instrumenten zijn onmisbaar voor bedrijven om al die zaken te integreren.”

Staan voedingsbedrijven al ver in die digitale transformatie?

Nadia: “Binnen de productie is digitalisering de norm geworden, maar qua integratie in de bedrijfsstrategie is er nog werk aan de winkel. Vaak weten bedrijven niet hoe ze daarmee moeten beginnen. Soms zijn ze niet op de hoogte van de technische mogelijkheden, of hebben ze het moeilijk om geschikte IT-profielen te vinden.”

Anne: “Voor een bedrijf dat al een paar jaar bestaat, kan hun succes soms een rem vormen. Waarom zou een bedrijf dat goed draait, haar productieproces aanpassen? De angst voor verandering is soms ook een rem voor bedrijven. Maar als ondernemer moet je gewoon risico’s durven nemen. De overgang naar digitalisering moet je beschouwen als een continu transformatieproces. Niet als fase waar je zomaar even door moet.”

Welke ondersteuning krijgen bedrijven daarbij? 

Bart: “Bij Flanders’ FOOD hebben we verschillende tools en projecten. Het nieuwe project DigiTrack brengt zowel de digitale maturiteit als de noden en opportuniteiten van bedrijven in kaart. Door die te identificeren, kan je vervolgens een digitale strategie bepalen. Digidenkers is dan weer een lerend netwerk waarbinnen bedrijven ervaringen en good practices delen. En met het project Operator 4.0 begeleiden we medewerkers doorheen de transformatie binnen een bedrijf.”

Nadia: “Er is natuurlijk ook het Made Different programma van SIRRIS en Agoria waar we zowel in Vlaanderen als Wallonië partner van zijn en waar we bedrijven motiveren om rond 7 transformaties aan de slag te gaan. Bedrijven die daarop goed scoren, maken kans op een ‘Factory of the Future Award’. In Vlaanderen kregen onlangs twee voedingsbedrijven zo’n bekroning als toekomstgerichte fabriek. Vandemoortele, een Europese leider in de markt van bakkerijproducten, margarines, culinaire oliën en vetten en Rousselot, ’s werelds grootste gelatineproducent. De voorbije jaren sleepten twee kmo’s, Bio bakkerij De Trog en Dekeyzer-Ossaer de prijs van Future Factory in de wacht. Dat bewijst dat deze bekroning zich niet enkel richt tot grote bedrijven.”

Lees hier het persbericht en bekijk Vandemoortele’s video

En wat met onze Waalse bedrijven?

Anne: “Ook wij begeleiden samen met Wagralim onze bedrijven doorheen 7 cruciale transformaties in het kader van het Made Different programma. Wagralim voorziet met het ‘Digital Traject for Food Industry’ een meer specifieke trajectbegeleiding voor voedingsbedrijven. Op 24 maart vinden in Wallonië de Waalse “Factory of Future Awards” en “Ambassadeur Made Different” plaats, die worden georganiseerd door Digital Wallonia. Om de digitalisering te blijven boosten in de Waalse voedingsindustrie, ondersteunen wij ook de verschillende seminaries die Agoria organiseert onder de noemer “Digitechs meet Walloon industry.”

Gaetan: Fevia Wallonie en Wagralim zijn ook partners van de tweede editie van de Digital Boostcamp Agroalimentaire, dat midden februari werd gelanceerd door het Microsoft Innovation Center. Dit seminarie helpt bedrijfsleiders uit onze sector om de verschillende uitdagingen van digitalisering beter te begrijpen en te integreren in hun bedrijfsvoering.”