Aan tafel met… Bernard De Potter

03.07.2023

Zonder water is er geen voeding, maar helaas wordt water steeds schaarser. We moeten dus allemaal zuiniger leren omgaan met ons water, en dat geldt uiteraard ook voor de voedingsindustrie. We gingen aan tafel met Bernard De Potter, Administrateur-generaal bij de Vlaamse Milieu Maatschappij (VMM) en voorzitter van de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW) en de Droogtecommissie in Vlaanderen, waar de waterschaarsteproblematiek het meest nijpend is in België.

Bernard, hoe schets je de droogte- en waterschaarstesituatie vandaag? 

“Waterschaarste is een situatie waarbij het aanbod en de vraag niet meer in evenwicht zijn. Over het hele jaar bekeken vormt dat vandaag geen probleem. Er valt voldoende neerslag en er is voldoende aanbod voor de globale vraag. Wat we wel zien is dat er zowel qua tijd als geografisch onevenwichten ontstaan. Oppervlakte- en grondwater komen onder druk te staan. Die problematiek stelt zich vooral in Vlaanderen omdat er een sterke ruimtelijke verwevenheid is van bebouwing, landbouw en industrie. Dat is in Wallonië veel minder het geval, wat de problematiek verschillend maakt."

Waterschaarste in Wallonië

Ook al is de waterschaarsteproblematiek in het algemeen iets minder in Wallonië, toch bereiden ze zich ook voor. Ze maakten een integrale droogtestrategie op (Stratégie Intégrale Sécheresse) met 76 maatregelen rond een duurzamer waterbeheer, en een prioriteringskader voor watergebruik bij waterschaarste. Via Circular Wallonia en het Plan de Relance van Wallonië wordt ingezet op een duurzamer watergebruik.

Hoe zit het met de levering van drinkwater in tijden van droogte? 

“De drinkwatersector levert inspanningen om de leveringszekerheid op peil te houden. Er is een strategisch plan rond waterbevoorradingszekerheid: de drinkwaterbedrijven diversifiëren hun bronnen en kijken naar alternatieven voor oppervlakte- en grondwater. Bovendien gaan ze connecties aan. Dus als een drinkwatermaatschappij problemen zou ondervinden met de bevoorradingszekerheid, kunnen andere via distributienetwerken bijspringen. De vraag is of die maatregelen voldoende zijn op lange termijn. En dan spreek ik over de komende dertig jaar.”

“Bij droogte komen  oppervlakte- en grondwater onder druk. Bovendien heeft dit ook een impact op de kwaliteit van dat water. Denk maar aan de verzilting in de kustpolders, blauwalgen of, hogere concentraties aan nutriënten en andere verontreiniging. Hierdoor is het beschikbare water niet altijd meer geschikt voor alle toepassingen. Bij waterschaarste moeten we kijken hoe we het water dat wel nog beschikbaar is gaan inzetten, aan de hand van een afwegingskader voor prioritair watergebruik.”

Wat houdt zo’n afwegingskader in?

“In essentie gaat het om keuzes maken tussen de verschillende functies die water levert en de hoeveelheid water die we kunnen verdelen. Het helpt om een beter zicht te krijgen op de waterbalans en om te beslissen welke maatregelen we in welke volgorde nemen. Daarvoor plaatsen we de kost van de maatregel tegenover de meerwaarde ervan. Op het nieuws hoor je vaak dat je geen drinkwater meer mag gebruiken om grasperken te sproeien of auto’s te wassen. De kost ervan is laag, maar het lost het watervraagstuk niet op. Dan zijn er strengere maatregelen nodig.”

Wat kan de impact van droogte zijn op de voedingsindustrie?

“De impact hangt af van de waterbron die voedingsbedrijven gebruiken. Oppervlaktewater is het kwetsbaarste als neerslag uitblijft. Wanneer de waterbeschikbaarheid daar daalt, worden er maatregelen genomen op niveau van het waterbeheer in de waterloop zelf en met onttrekkingsverboden voor irrigatie in de landbouw. Bij langdurige waterschaarste kunnen er captatieverboden op grotere bevaarbare waterlopen volgen en is er mogelijks een impact voor de voedingsindustrie."

"Er is ook een indirecte impact op de voedingsindustrie. De droogte, de grotere irrigatiebehoefte en de onttrekkingsverboden kunnen leiden tot een lagere gewasopbrengst in de landbouw, wat verderop in de keten ook effect kan hebben. We zoeken ook naar structurele oplossingen. Idealiter kunnen we op grondwater terugvallen, maar dat gaat niet vanzelf. Ook hier moeten we maatregelen nemen en dat is het doel van de Blue Deal.”

Voedingsindustrie als essentiële sector

Als water schaarser wordt, dringen maatregelen zich op en moeten er keuzes gemaakt worden vanuit het beleid. Voedselproductie voorziet in een basisbehoefte, maar daarvoor is water onontbeerlijk. Daarom vraagt Fevia om de sector te vrijwaren van waterbeperkende maatregelen in tijden van waterschaarste. We vragen dan ook om de sector te erkennen als een essentiële sector in het kader van waterbeheer.

Zie ook "Wanneer de kraan dichtgaat, drogen ook de winkelrekken op"

Kan je de Blue Deal wat meer toelichten?

“Ik gebruik hiervoor graag de badkuipmetafoor van Jan Staes, professor aan de Universiteit van Antwerpen: het regent veel en de badkuip vult zich snel, maar na vier weken droogte loopt de badkuip onmiddellijk leeg. We moeten stoppen zetten om die badkuip minder snel te laten leeglopen. Dat is heel eenvoudig gezegd, maar veel moeilijker gedaan. Er zijn heel veel draineringssystemen aangelegd om landbouw mogelijk te maken, water wordt snel afgevoerd via grachten, infiltratiegebieden in natuurlijke moerasgebieden zijn omgevormd of verhard. Je moet dus ruimtelijk heel wat ingrijpen om die natuurlijke bufferfunctie te herstellen. Dan zal je het grondwater kunnen gebruiken als er minder oppervlaktewater is. Met het Blue Deal-programma van de Vlaamse regering nemen we rond al die elementen maatregelen.” 

Daarnaast zet de Blue Deal in op een slim watergebruik bij alle actoren: zuiniger watergebruik, meer waterhergebruik en alternatieve waterbronnen, via financiële incentives maar ook via communicatie, sensibilisering, onderzoek en flankerende regelgeving."

Wat kunnen voedingsbedrijven concreet doen?

“Voedingsbedrijven kunnen op drie niveaus actie ondernemen. Ten eerste op het niveau van het bedrijf zelf. Gezien het belang en de kwaliteit van water voor voedingsbedrijven is proceswater hergebruiken cruciaal. Veel voedingsbedrijven nemen al maatregelen richting hergebruik en dat is zeer positief. 

Ten tweede kunnen ze samenwerken met omringende bedrijven of landbouwers. Denk maar aan Ardo: zij verdelen gezuiverd afvalwater via een leidingsysteem naar velden van de landbouwers. Zo ook het project van de Tiense Watervelden, waarbij de Tiense Suikerraffinaderij proceswater zal aanleveren voor de productie van drinkwater. Of het project Groevewater waarbij water afkomstig van de kleigroeve van Wienerberger zal ingezet worden in het productieproces van het groenteverwerkend bedrijf Verduyn. Maar ik denk ook aan Milceaubellissimo waarbij opgezuiverd effluent van een rioolwaterzuiveringsinstallatie aangewend wordt in Milcobels productieproces."

"Ten derde kunnen ze naar collectieve oplossingen op maat zoeken. Kijk maar naar de Green Deal Brouwers, dat een lerend netwerk biedt met andere brouwerijen, reflectie met de overheid, experten en leveranciers, en een gezamenlijke aanpak van eventuele knelpunten. Ook collectieve onderzoeksprojecten zoals Smart WaterUse of Sucr’eau zijn het ontdekken waard.”

Hoe kunnen VMM of andere actoren de voedingsbedrijven verder helpen?

"Er bestaan een aantal tools die bedrijven praktisch kunnen helpen, zoals de Waterscan of de Waterbarometer. VMM lanceert ook regelmatig oproepen voor samenwerkingsprojecten zoals de Proeftuinen Droogte of de projectcall Circulair water. Ook hebben we binnen het CIW een platform Circulair Water, waarin VMM samen met Fevia, in naam van het Vlaams Werkgeversplatform, een trekkersrol opneemt. Via dit platform wisselt men maximaal kennis uit en deelt men ervaringen rond circulair watergebruik. Bedrijven kunnen veel van elkaar leren en het is onze taak om hen te sensibiliseren en te stimuleren.”

Nog een laatste boodschap?

“Vanuit VMM zien we onszelf als een oplossingsgerichte partner voor een klimaatbestendige leefomgeving. We werken daarvoor met partners uit overheid en industrie. Toch mis ik een integrerende aanpak waarbij we nog meer zouden kunnen samenwerken over de beleidsdomeinen heen. Het hokjesdenken is ook een rem voor bedrijven die het goed doen. Neem bijvoorbeeld de Europese aanpak rond de kaderrichtlijn water en het bijhorende principe van “geen achteruitgang”. Bedrijven die hun activiteiten willen uitbreiden en daarbij lozen op kleinere waterlopen, komen hierdoor soms in de problemen met hun lozingsvergunning. Het is op dit moment organisatorisch en juridisch niet voorzien om een integrale aanpak te hanteren en bijvoorbeeld te compenseren voor inspanningen die bedrijven leverden op het vlak van duurzaamheid in andere milieucompartimenten. Toch doen we er alles aan om samen met de bedrijven naar een oplossing te zoeken.” 

Wil je duurzamer aan de slag met water? In dit artikel leer je hoe je concreet aan de slag kan.

VMM in het kort

VMM is bevoegd voor de volledige beleidscyclus van water en lucht in Vlaanderen. We staan in voor datamonitoring, maken beleidsplannen op en zorgen voor de uitvoering ervan. Om de cyclus te sluiten gaan we na of de genomen maatregelen en acties voldoende impact creëren, en indien niet stellen we bijsturingen voor. Ze geven adviezen, onder andere voor vergunningen van voedingsbedrijven.