Brussel, 29 september 2020 – Consumentenorganisatie Test Aankoop legt in een persbericht rond voedselverspilling de verantwoordelijkheid om oplossingen uit te werken rond verspilling bij de consument nogal sterk bij de voedingsindustrie en de distributie. Fevia, de federatie van de Belgische voedingsindustrie, benadrukt dat net de voedingsbedrijven al jaren actief voedselverlies tegengaan. Ze doen dat zowel in de eigen productie als via ondersteuning van consumenten. Zo zorgden bedrijven voor kleinere porties en hersluitbare verpakkingen. In de voedingsproductie zelf gaat amper 1,5% verloren en worden niet-eetbare nevenstromen bijna volledig hergebruikt. Tenslotte zijn Belgische voedingsbedrijven één van de grootste schenkers van de Voedselbanken.
“Het is positief dat veel consumenten sinds de coronacrisis nog meer inspanningen doen om minder voeding weg te gooien. Want het overgrote deel van de voedselverspilling gebeurt nog steeds in onze eigen keuken. Met onder andere een correcte etikettering van de houdbaarheidsdatum, maar ook met aangepaste verpakkingen helpen onze bedrijven consumenten om verspilling te vermijden,” aldus Bart Buysse, CEO van Fevia. “We willen bovendien zeker verder meedenken over innovatieve oplossingen die haalbaar zijn en die geen risico voor de voedselveiligheid inhouden. We hebben effectief voorzien om hier samen met de hele keten de komende jaren verder op in te zetten. Maar laten we tegelijk eerlijk zijn en erkennen dat net onze bedrijven met succes inspanningen deden om voedselverlies tot een absoluut minimum te beperken.”
In het kader van Vlaamse Ketenroadmap Voedselverlies en van de Waalse tegenhanger “plan Regal” is de voedingsindustrie in ons land al jaren voortrekker in de strijd tegen voedselverlies. Voedingsbedrijven proberen waar ze dat kunnen consumenten te helpen om voedselverspilling tegen te gaan, te beginnen met een correcte etikettering van de houdbaarheidsdatum. Op Europees niveau wordt er overigens nagedacht over een systeem om die data beter begrijpbaar te maken. Veel bedrijven brachten daarnaast ook kleinere porties op de markt, gebruiken verpakkingen die hersluitbaar zijn, eenvoudiger leeg te maken zijn, vermelden nuttige bewaar- en bereidingsinformatie en innoveren in producten met een langere houdbaarheidsdatum.
Uit cijfers in het kader van de Ketenroadmap Voedselverlies blijkt dat het echte voedselverlies in de voedingsindustrie beperkt blijft tot amper 1,5% van de totale productie. Daarmee is de voedingsindustrie één van de meest efficiënte schakels in de keten. Voedingsbedrijven zorgen ervoor dat hun organische reststromen, die voor 90% bestaan uit niet-eetbare materialen zoals pulp, schillen of beenderen, bijna allemaal een tweede leven krijgen. Die reststromen gaan vooral naar diervoeding. Daarnaast proberen voedingsbedrijven ook de 10% eetbare reststromen zo goed mogelijk te hergebruiken. Zo zagen de laatste jaren al heel wat projecten het licht waarbij innovatieve voedingsproducten, zoals bijvoorbeeld bloemkoolrijst, ontwikkeld werden vanuit stromen die voordien verloren gingen voor menselijke voeding.
Bovendien werken heel wat voedingsbedrijven al jaren nauw samen met sociale initiatieven die zich inzetten voor wie het minder breed heeft. Zo schonken voedingsbedrijven in 2019 liefst 4917 ton voeding aan de Voedselbanken. Daarmee is de voedingsindustrie één van de grootste bevoorraders van de Voedselbanken. Vanuit Fevia blijven we onze leden aanmoedigen om samen te blijven vooroplopen in de strijd tegen honger en voedselverlies! We bekijken ook hier hoe we als sector nog een stapje verder kunnen gaan.