Dat ons voedingssysteem tegen een aantal uitdagingen botst is niks nieuws. Zowel op mondiaal, op Europees als op Belgisch niveau werden de voorbije jaren een aantal verontrustte vaststellingen gemaakt. In 2011 bracht ook Fevia in haar eerste duurzaamheidsverslag de belangrijkste uitdagingen in kaart. Het laatste Vlaamse landbouwrapport (Lara) en de studie van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) komen voor de zoveelste keer tot dezelfde conclusie: het voedingssysteem botst tegen haar grenzen. Als er geen verandering komt, staan we binnenkort allemaal met onze rug tegen de muur.
Hoog tijd dus om een niveau hoger te schakelen en actie te ondernemen. Een aantal oplossingen worden daarbij regelmatig naar voor geschoven in het debat: geef voorrang aan de korte keten, eet minder dierlijke producten, eet lokaal en seizoensgebonden, steun de biologische landbouw, opteer voor een zelfvoorzienend systeem en stop met exporteren. Allemaal ogenschijnlijk simpele oplossingen, maar houden ze wel voldoende rekening met de globale impact van elke duurzaamheidspijler? En houden ze rekening met de specifieke situatie van België, een land in het hartje van Europa, waar een specifiek klimaat, bodem en vakmanschap aan de basis liggen van een performant landbouwsysteem? En wat met de culturele en sociale eigenschappen van voeding: worden die niet iets te gemakkelijk over het hoofd gezien?
Het voedingssysteem zit complex in elkaar en die complexiteit zorgt voor een sterk vlindereffect. Wanneer je een actie onderneemt binnen een bepaald domein, dan heeft dat gevolgen op andere domeinen, soms ook negatieve gevolgen. Maar laat dit geen uitvlucht zijn om bij de pakken te blijven zitten, integendeel. Om het globaal voedingssysteem duurzamer te maken, pleit Fevia ervoor om het probleem samen, met alle actoren, aan te pakken op basis van een wetenschappelijke analyse. Alle schakels uit de voedingsketen moeten daarom rond de tafel zitten en de koppen bij elkaar steken om een globale duurzaamheidsaanpak uit te denken en om innovatieve oplossingen te stimuleren. Meer en meer bedrijven en sectoren nemen vandaag stappen in die richting. Fevia is zelf ook de drijvende kracht achter de initiatieven ‘De voedingsketen verduurzaamt’ in Vlaanderen en ‘Démarche D’Avenir’ in Wallonië.
BZC, de Belgische Zuivelindustrie is een mooi voorbeeld van zo’n gezamenlijke aanpak. Samen met de leden van het Agrofront ontwikkelden ze een uitgebreid duurzaamheidsprogramma. Het resultaat? De CO2-uitstoot van rauwe melk daalde met maar liefst 27%. Naast sectorbrede initiatieven steken ook individuele bedrijven de handen uit de mouwen. De efficiënte groei van de sojacultuur in Vlaanderen is te danken aan het gezamenlijke werk van Aveve, Alpro, ILVO, landbouwers en andere partners.
Ook al maakt zo’n globale aanpak het voedingssysteem maar enkele procentpunten duurzamer, toch Fevia ervan overtuigd dat ze meer impact heeft dan enkel in te zetten op een beperkt aantal zogenaamd “duurzame” producten. Een product uit jouw voedingspatroon vervangen door een alternatief die maar op een aantal duurzaamheidsaspecten goed scoort, is niet de oplossing. Eén voor één zijn het allemaal producten die, van op het veld tot op de vork, duurzamer moeten worden. Uiteraard is een evenwichtig voedingspatroon zonder voedselverspilling het vertrekpunt. De duurzaamheidsengagementen van Fevia en haar bedrijven zijn het bewijs dat de voedingsindustrie werkt aan antwoorden op de uitdagingen van vandaag en morgen. Allen samen!