Is de inflatie hoger in België dan in onze buurlanden?

24.02.2025

De inflatie in ons land steeg in 2024 naar 4,3 %. In 2023 was dat nog 2,3 %. Dat blijkt uit het jaarverslag 2024 van het Prijzenobservatorium van de FOD Economie. Dat is vooral veroorzaakt door de stijging van de inflatie voor energie. De inflatie voor de andere productgroepen daalde significant maar blijft hoog.

Hogere voedingsinflatie, vooral voor niet-bewerkte levensmiddelen

Allereerst een belangrijke verduidelijking. Als het over voedingsinflatie gaat, bedoelt men de inflatie van eten en drinken, maar ook van tabak. Dit komt door de nomenclatuur die op Europees niveau is opgelegd. En het opnemen van tabak kan een aanzienlijke invloed hebben op de zogenaamde voedingsinflatie. De tabaksprijzen zijn in 2024 namelijk sterk gestegen (+21,7%) na een sterke verhoging van de accijnzen. De voedingsinflatie (voeding, dranken en tabak) bleef daardoor op een relatief hoog niveau (5,0% in 2024). 

Helaas beschikt de FOD Economie niet over een prijsindex exclusief tabak, maar enkel over een index voor voeding exclusief tabak en alcoholische dranken. Voor deze index bedraagt de inflatie 'slechts' 1,7% in 2024. De Nationale Bank van België (NBB, jaarverslag 2024) stelt: “De sterke stijging van de voedingsmiddeleninflatie in 2023, als gevolg van de doorberekening van de gestegen grondstof-, energie- en loonkosten naar de eindconsument, verdween in 2024. De inflatie voor zowel de onbewerkte voedingsmiddelen als de bewerkte voedingsmiddelen, met uitzondering van alcohol en tabak, keerde na de normalisering van de inputkosten terug tot een niveau in de buurt van het langetermijngemiddelde.

In 2024 was de voedingsinflatie (exclusief tabak en alcoholische dranken) hoger in België dan in Frankrijk en Nederland, maar lager dan in Duitsland. Merk wel op dat vooral onbewerkte voedingsmiddelen, in het bijzonder vlees en groenten, het inflatieverschil opdreven. Voor alle duidelijkheid, charcuterie (gedroogd, gezouten of gerookt vlees) wordt ingedeeld onder de bewerkte levensmiddelen, net als aardappelen en diepgevroren groenten.

Wegvallen steunmaatregelen + taksen = hogere inflatie en loonindexatie

Het wegvallen van de impact van de steunmaatregelen voor gas en elektriciteit zorgde opnieuw voor een stijging van de inflatie voor energie (+9,7 %). Het verdwijnen van het basispakket voor gas en elektriciteit uit de consumptieprijsindex zorgde voor een opwaartse druk op de energie-inflatie in 2024. Deze maatregel bestond uit een verlaging van de elektriciteitsfactuur met €61 en van de gasfactuur met €135 tijdens de periode van november 2022 tot maart 2023. Zonder in detail te treden over hoe deze maatregel in de prijsindex wordt verwerkt, heeft de NBB berekend dat het basispakket de inflatie met 1,8 procentpunt zou hebben gedrukt in 2023, wat de neerwaartse impact van de toen sterk dalende energieprijzen op de inflatie heeft versterkt. In de loop van 2024 zou het verdwijnen van het basispakket de inflatie met 1,6 procentpunt hebben opgedreven (4,3% in plaats van 2,6%). Daarnaast steeg de bijzondere accijns op gas en elektriciteit gemiddeld genomen in 2024.

Als gevolg hiervan is de automatische indexatie van de lonen in onze sector aanzienlijk geweest: 3,57% in januari 2024 (vergeleken met 1,83% in januari 2024).

De gevoelsinflatie is niet gelijk aan de officiële inflatie

Consumenten kunnen het gevoel hebben dat de levensduurte meer is gestegen dan uit de officiële inflatiecijfers blijkt. Waarom hebben ze dat gevoel? Waarschijnlijk omdat hun perceptie van inflatie meer gebaseerd is op hun regelmatige aankopen.

De NBB heeft daarom de officiële inflatie-index vergeleken met een een index die de prijsevolutie weergeeft van enkel de frequent aangekochte items (FROOPP-index voor “Frequent Out-Of-Pocket Purchases”). Deze index bevat goederen en diensten die consumenten op zijn minst maandelijks en op een bewuste manier aankopen. Dat wil zeggen dat de betaling via cash, bankkaart of bankoverschrijving is gebeurd en bijvoorbeeld niet via domiciliëring, wat geen actieve handelingen vereist. De FROOPP-index bestaat uit voedingsmiddelen (inclusief tabak en alcohol), aankopen van motorbrandstoffen en bijvoorbeeld openbaar vervoer en horeca. Huur, gas en elektriciteit (doorgaans via domiciliëring betaald) of de aankoop van kledij (minder frequent) zijn niet in deze index opgenomen. In de FROOPP-index weegt voeding daarom veel zwaarder dan in de officiële index (voor België respectievelijk 50% en 21%). Dit geeft aan dat de inflatie die consumenten dagelijks voelen veel meer wordt bepaald door veranderingen in voedselprijzen dan in de officiële prijsindex. Dit geeft aan dat de inflatie die de consument op dagelijkse basis ervaart in veel grotere mate wordt bepaald door de evolutie in de voedselprijzen dan wat het geval is bij de officiële prijsindex.

De FROOPP-index en de consumptieprijsindex namen aan de start van de energiecrisis ongeveer met gelijke tred toe. Sinds begin 2023 tot en met het eerste kwartaal van 2024 nam de prijsindex van de frequent aangekochte items echter in een veel sneller tempo toe dan de totale prijsindex, die duidelijk daalde in de eerst helft van 2023.

Het divergerende verloop tussen de twee prijsindices volgt uit het feit dat de voedingsmiddeleninflatie, die ter herinnering bijna de helft van de FROOPP-index bepaalt, heel hoog was in 2023 (12,7%). Hoewel de inflatie is afgekoeld in de loop van 2024, is er evenwel geen sprake van een daling van de voedingsprijzen. Bovendien zitten elementen zoals gas en elektriciteit, waarvan de prijzen heel fors daalden in 2023 en waarop ook het basispakket van toepassing was, niet vervat in de FROOPP-index, maar wel in de totale prijsindex. Doordat de prijsindex van de frequent aangekochte items beduidend hoger ligt dan de officiële prijsindex, kan bij de consumenten het gevoel ontstaan dat het leven duurder is geworden dan wat blijkt uit de officiële inflatiecijfers.

Dit gevoel wordt verder gevoed doordat het verloop van de afgevlakte gezondheidsindex, die bepalend is voor de loonindexering, nauwer aansluit bij het verloop van de totale levensduurte dan dat van de prijsindex van de frequent aangekochte items.

Voedingsinflatie en klimaat

Hogere voedselprijzen door klimaatverandering kunnen in de toekomst bijdragen aan een hogere gevoelsinflatie. In een studie over de impact van klimaatverandering op de inflatie en kwam de NBB tot de conclusie dat de geraamde stijging van het aantal perioden met temparturen boven het historische gemiddelde in België een gematigde opwaartse impact kan hebben op de voedingsmiddeleninflatie, die uitgesprokener wordt tijdens de zomermaanden. Ook het feit dat veel voedingsmiddelen in België worden geïmporteerd uit landen waar de klimaatverandering de voedingsprijzen sterk kan beïnvloeden, zoals Italië en Spanje, zou de voedingsmiddeleninflatie verder kunnen verhogen.