- Nieuws
- Hoe jonge talenten aantrekken? “Laat jongeren nog meer roteren in een bedrijf”
In de agrovoedingssector spreken we vaak over de noodzaak om 'futureproof' te zijn. Maar hoe ziet die toekomst eruit volgens onze toekomstige collega's, de jonge talenten? We vroegen het aan Full'iz, die onlangs de tweede plaats won bij de Ecotrophelia Europe Awards. Het resultaat: een SWOT-analyse van onze sector en tal van frisse ideeën. In welke mate zijn onze bedrijven klaar voor de toekomst?
Full’iz: een krachtig duo dat het hoofd koel houdt
Graag stellen we jullie voor aan Full'iz: een veelbelovend duo met een kritische blik op onze sector. Guillaume Thébault en Brieuc Migeon ontmoetten elkaar tijdens hun studies aan de Universiteit van Luik (Gembloux Agro-BioTech). Samen creëerden ze Full’iz, een voedzaam ontbijt dat goed is voor ongeveer 25% van je dagelijkse portie fruit en inspeelt op de "on-the-go" trend. En dat werpt zijn vruchten af: in april wonnen ze de Food At Work Ecotrophelia Awards in België, en in oktober behaalden ze de tweede plaats bij de Ecotrophelia Awards in Europa, een first voor ons land!
Guillaume Thébault
- Landbouwkundig ingenieur
- Afkomstig uit Zwitserland, kwam naar België om alle stappen van de voedselverwerking te leren
- Wil in de voedingssector duurzame veranderingen doorvoeren
Brieuc Migeon
- Diëtist
- Werkte bij Delhaize in de afdeling Kwaliteit en ontdekte daar zijn passie voor R&D
- Zoekt graag naar gezonde en voedzame oplossingen voor consumenten
Full'iz is klaar om de markt te veroveren: “Nadat we dit jaar afstudeerden, beslisten we om ons volledig op ons product te focussen. Het is het uitgelezen moment: we krijgen de kans om ons te ontwikkelen in een omgeving die gunstig is voor ondernemerschap,” legt Guillaume uit.
Guillaume (links) en Brieuc (rechts) stellen hun product Full'iz voor
Hun eerste ervaringen in de sector openden hun ogen: “Als burgers realiseren we ons niet hoe complex het agrovoedingssysteem is. We stellen oplossingen voor die uiteindelijk geen oplossingen zijn. De werkelijkheid is veel genuanceerder,” voegt Brieuc toe.
Belgische studenten winnen tweede plaats op Europese voedingsinnovatiewedstrijd Ecotrophelia
Een SWOT-analyse van de sector
Dag Guillaume en Brieuc. Dit afgelopen jaar hebben jullie de Belgische voedingssector van binnenuit leren kennen. Hoe staat het met onze sector gesteld? Op welke domeinen moet ze nog evolueren om klaar te zijn voor de toekomst?
De sterktes van onze voedingssector...
Brieuc: “België heeft een heel bloeiende onderzoeks- en innovatiesector. Dankzij ons kleine grondgebied heb je snel interacties, wat echt een troef is!”
Guillaume: “Inderdaad, dat laat toe om snel innovaties te ontwikkelen en te testen. Bijvoorbeeld, er zijn belangrijke innovaties in de inulineketen, en het verbeteren van zulke ketens is cruciaal voor de agrovoedingsindustrie.”
... en haar zwaktes
Guillaume: “Die innovaties hebben meer ondersteuning nodig. We zitten momenteel in de realisatiefase van ons product, en daarvoor hebben we meer financiële steun nodig. Misschien bestaat die, maar ondanks onze vele inspanningen blijft het moeilijk om precies te achterhalen wat er beschikbaar is.”
Brieuc: “Het netwerk! Voor mij is er een duidelijke 'voor' en 'na' de Ecotrophelia Awards. Dankzij de awards konden we mensen ontmoeten en contacten leggen. Het is waar dat we na de wedstrijd waarschijnlijk meer geloofwaardigheid hadden, wat ons toegang gaf tot verschillende nieuwe leveranciers en stakeholders. Een toegang die we voorheen niet hadden.”
“We kunnen de sociale en milieuaspecten niet ontwikkelen als de economische rentabiliteit niet is gewaarborgd. Het is echt een conflict tussen onze ambities en de realiteit.” - Brieuc Migeon
Welke bedreigingen zijn er voor de toekomst van de sector?
Guillaume: “De oorlogen verhogen de volatiliteit van prijzen en grondstoffen. Daarnaast is er ook alles wat met klimaatverandering te maken heeft, wat direct invloed kan hebben op de hele agrarische sector. De prijs van een framboos bijvoorbeeld, een van onze hoofdingrediënten, fluctueert enorm afhankelijk van de seizoenen en de oogsten. En die zijn op hun beurt weer sterk afhankelijk van de weersomstandigheden.”
Brieuc: “Daarnaast evolueren we steeds meer naar een mondialere markt. De voedingssector moet het hoofd bieden aan toenemende concurrentie op wereldschaal. Er zijn 3 dimensies waar we rekening mee moeten houden: milieu, sociaal en economisch. Toch richt de maatschappij zich vaak alleen op de milieu- en sociale aspecten, waarbij vergeten wordt dat het economische aspect van vitaal belang is voor bedrijven. We kunnen de sociale en milieuaspecten niet ontwikkelen als de economische rentabiliteit niet is gewaarborgd. Het is echt een conflict tussen onze ambities en de realiteit. We hopen dat te kunnen verbeteren in de toekomst, want dit maakt deel uit van onze duurzaamheidsdoelstellingen.”
En welke kansen zien jullie?
Guillaume: “Samenwerking! De verbinding tussen de academische wereld en de productiesectoren is veelbelovend. Daarnaast haalt België ook voordeel uit de strategische en centrale ligging in Europa. We beschikken over belangrijke havens die export faciliteren. En tot slot bevinden we ons tussen drie interessante markten (Nederland, Frankrijk en Duitsland), volgens mij vormen samenwerkingen met onze buren een echte opportuniteit.”
Brieuc: “Er is echt potentieel om meer duurzame verpakkingen te maken. Bijvoorbeeld, we zien nieuwe benaderingen opkomen die de consumptie van dranken revolutioneren door alternatieven aan te bieden voor het plastic dat we vandaag de dag gebruiken.”
Het is moeilijk om voldoende jong talent te vinden voor onze sector, waarom is dat volgens jullie?
Brieuc: “Voor mij schuilt het belangrijkste 'risico' in de monotonie die soms voorkomt uit bepaalde taken. Om de kwaliteit van onze voeding te waarborgen is er vaak een repetitief aspect. Daarnaast is er ook een gebrek aan carrièreperspectieven.”
Guillaume: “Het is een sector die niet altijd gewaardeerd wordt. Er zou aan jonge talenten de mogelijkheid moeten worden geboden om de verschillende afdelingen te verkennen, zodat ze een overzicht krijgen van wat er binnen het bedrijf gebeurt. Het imago van de sector kan nog verbeterd worden. Helaas horen we in de media vaker schandalen dan successen.”
Wat is de voeding van de toekomst voor jullie? Welke gebieden moeten bedrijven nog verkennen?
Brieuc: “Vandaag de dag zien we een groeiend bewustzijn binnen de samenleving, en vooral bij onze generatie, om een steeds gezondere voeding te omarmen. Een evenwichtige visie op voeding leeft, die plezier en voeding op een harmonieuze manier volledig integreert. Ik denk dat de Nutri-Score bedrijven heeft aangemoedigd om meer na te denken over hoe ze hun producten gezonder kunnen maken.”
Guillaume: “Daarnaast zal men de dimensie van klimaatverandering moeten integreren, bijvoorbeeld door een deel van de landbouwsystemen te herlokaliseren en te werken aan veerkracht, voedselveiligheid en voedselsoevereiniteit. Met andere woorden: hoe kunnen we voeding produceren met wat we lokaal kunnen verbouwen?”
“Een ander cruciaal aspect dat ons bezighoudt is onze verpakking omdat we tenslotte een product on-the-go voorstellen. Momenteel gebruiken we PET-flessen, omdat er nog geen interessante en economisch haalbare oplossingen op de markt zijn die ook duurzaam zijn.
Een andere grote uitdaging voor de voedingssector is dus het vinden van manieren om voedsel duurzamer te verpakken, rekening houdend met kosten en logistiek. Bijvoorbeeld, innovaties op het gebied van transport zouden kunnen helpen de ecologische voetafdruk te verkleinen. Dit geldt ook voor de distributie, wat een essentieel onderdeel van de voedselketen is en invloed heeft op de manier waarop de producten vervolgens worden verhandeld.”
“Er zou aan jonge talenten de mogelijkheid moeten worden geboden om de verschillende afdelingen te verkennen, zodat ze een overzicht krijgen van wat er binnen het bedrijf gebeurt.” - Guillaume Thébault
Stel: jullie staan aan het hoofd van een Belgisch voedingsbedrijf. Met welke drie aanpassingen bereiden jullie het bedrijf voor op de toekomst?
Brieuc: “Het is essentieel om in te zetten op marketingonderzoek. We moeten altijd open, kritisch en alert blijven en luisteren naar wat leeft in de maatschappij.”
Guillaume: “We zouden hernieuwbare energie gebruiken, omdat dit zowel het milieu als de financiën van het bedrijf beïnvloedt. Het is cruciaal om niet afhankelijk te zijn van de energie die we inkopen zodat we onze kosten beter kunnen beheersen, want de prijs van energie, afhankelijk van de bronnen die we gebruiken, zal in de toekomst waarschijnlijk stijgen.”
Brieuc: “Tot slot is er de uitdaging om talenten aan te trekken in de agrovoedingssector. Het is relevant om de vraag te stellen hoe we ze kunnen aantrekken. Dit gaat door het analyseren van de verwachtingen van mensen en het uitwisselen van ideeën. 30 jaar geleden waren de verwachtingen van individuen in de bedrijfswereld anders. Het is dus essentieel om je aan deze ontwikkelingen aan te passen om medewerkers te hebben die echte motoren voor het bedrijf zijn.”