Fevia countert studie van Olivier Malay over prijsstijgingen

15.02.2024

Een studie van econoom Olivier Malay, verbonden aan de ULB en het ACV, zou uitwijzen dat een aantal voedingsbedrijven profiteren van de stijgende voedingsprijzen in supermarkten. Fevia, de federatie van de Belgische voedingsindustrie, pleit voor nuance en maakt de nodige kanttekeningen bij de studie. Bart Buysse, CEO Fevia: “De studie focust heel erg op 7 bedrijven die het grootste deel van hun winsten realiseren in het buitenland, wat dus geen invloed heeft op de prijs van de winkelkar in België. Officiële cijfers van de Nationale Bank tonen aan dat de marges in de voedingsindustrie al jarenlang structureel dalen. Hoog tijd om met alle actoren aan tafel te zitten en werk te maken van een duurzaam voedingssysteem.”

•    De Belgische voedingsindustrie telt meer dan 8.000 voedingsbedrijven. De focus leggen op 7 bedrijven, geeft een vertekend beeld.
•    Cijfers van de NBB en het Prijzenobservatorium tonen aan dat de marges van de voedingsindustrie al jarenlang dalen, zelfs tot een historisch dieptepunt.
•    De prijzenoorlog binnen het retaillandschap is geen duurzaam model. Een duurzaam voedingssysteem vereist evenwichtige overeenkomsten en een eerlijke prijs voor elke schakel in de keten. 
•    We hebben nood aan een nationaal en globaal plan voor de agro-voedingsindustrie. De overheid heeft daarvoor verschillende hefbomen in handen. 

Studie geeft vertekend beeld

De Belgische voedingsindustrie vertegenwoordigt meer dan 8.000 bedrijven, waarvan 97% een kmo-karakter hebben. De studie legt de focus op 7 voedingsbedrijven. We kunnen hier dan ook niet spreken van een representatief beeld voor de hele sector. 

Bovendien gaat het om 7 sterk internationaal werkende en exporterende bedrijven, die weinig invloed hebben op de prijs van de winkelkar in België en hun winst ergens anders maken. Met die winst innoveren en investeren ze en zetten ze in op competitiviteit, duurzaamheid en werkgelegenheid, vandaag en morgen.

Bedrijven betalen al veel belastingen in België. Dus bedrijven die het goed doen nog eens extra belasten, is geen goed idee. We moeten vooral inzetten op een lokale verankering, om te vermijden dat we voor onze voedselvoorziening afhankelijk worden van het buitenland, zoals in de energiesector reeds gebeurde.

Officiële cijfers van de Nationale Bank tonen aan dat de marges in de voedingsindustrie al jarenlang structureel dalen, zelfs tot een historisch dieptepunt. Het Prijzenobservatorium bevestigt in zijn recentste analyse nog eens dat de marges in onze sector onder druk staan.

Vermijd een race naar de bodem

De voedingsketen is zoals een zandloper, met de supermarkten als flessenhals, wat hen een onevenredige macht geeft. En die positie geeft helaas regelmatig aanleiding tot misbruiken. In de retail vindt al jarenlang een prijzenoorlog plaats. Landbouwers en voedingsbedrijven dragen mee de kosten van promoties, risico’s, bepaalde investeringen rond uitbreiding en duurzaamheid van retailers.

En retailers maken gebruik van buitensporige regelingen van logistieke boetes, die ze opleggen aan hun leveranciers, steeds meer een alternatief verdienmodel. Bovendien verenigen grote, internationale groepen zich in allianties om hun onderhandelingsmacht te vergroten. Die internationale groepering geeft hen macht om in België een zware concurrentiestrijd te voeren en zo een enorme druk te zetten op alle producenten in de keten. 

Nood aan een (inter)nationaal plan

Supermarktketens werpen zich soms op als de verdedigers van de consument: het zou aan hun harde onderhandelingen te danken zijn dat de prijzen in de supermarkten niet de pan uit swingen. Door zichzelf deze rol toe te eigen, bevestigen ze helaas de foute perceptie dat voeding produceren amper iets kost. 

En dat terwijl voedingsbedrijven net veel investeren om voeding en dranken op de markt te brengen die lekker, kwaliteitsvol, veilig, gevarieerd, evenwichtig en duurzaam geproduceerd zijn. Een duurzaam voedingssysteem vereist evenwichtige overeenkomsten en een eerlijke prijs voor elke schakel in de keten. 

Bart Buysse, CEO: “We hebben nood aan een nationaal en globaal plan voor de agro-voedingsindustrie. We moeten een fundamentele discussie voeren over hoe we een duurzaam verdienmodel kunnen creëren voor alle schakels in de keten. De overheid heeft daarin verschillende hefbomen in handen: de loonkosten, de energiekosten, de lasagne van belastingen en regels, administratieve lasten en gold plating met betrekking tot Europese regelgeving.”