Het definitieve cijfer voor de loonindexering voor januari 2022 ligt vast: 3,22%. Waar begin 2021 verwacht werd dat de indexatie in januari 2022 1,43% zou zijn, is het uiteindelijke cijfer meer dan het dubbele. Een nieuwe laag die toegevoegd wordt aan de explosie van productiekosten die de voedingsindustrie sinds enkele maanden ondergaat.
Statbel, het Belgische statistiekbureau, publiceerde zonet het indexcijfer van november. Daarmee kunnen we ook het definitieve cijfer voor de automatische loonindexering in onze sector voor januari 2022 vastleggen: 3,22%
Dit cijfer is in twee opzichten aanzienlijk: ten eerste is het de hoogste automatische indexering die we ooit als sector hebben gekend, met uitzondering van januari 2009. Bovendien werd dit cijfers begin dit jaar absoluut niet verwacht door het Federaal Planbureau. Maand na maand verhoogden de voorspellingen aanzienlijk.
Uiteindelijke index aanzienlijk hoger dan verwachtte index bij vaststellen loonenveloppe
Begin januari verwachtten we nog een indexering voor januari 2022 met 1,43%. Verwacht werd dus dat de loonindexering over de periode 2021 -2022 in onze sector in totaal 2,43% zou zijn (index januari 2021 van 1% + verwachte index januari 2022). Voor de algehele economie werd voor die periode 2021-2022 toen nog 2,8% verwacht.
Dat cijfer was bepalend voor het vastleggen van de loonenveloppe voor de interprofessionele en vervolgens sectorale onderhandelingen.
Op basis van de verwachtte 2,8% legde de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven de maximale loonmarge voor 2021 – 2022 op 0,4%. Daarbij hield ze rekening met een veiligheidsmarge van 0,5%.
Vakbonden menen dat de berekeningswijze van de loonmarge niet correct is, zij plannen verschillende acties tegen de loonnormwet, onder andere een interprofessionele actiedag op 6 december. Een doorn in het oog van de vakbonden is vaak die veiligheidsmarge die in de loonnormwet is ingebouwd. De realiteit toont aan dat die veiligheidsmarge absoluut noodzakelijk is en nu zelfs meer dan opgebruikt is. Vraag is dus veeleer of die veiligheidsmarge voldoende is en of het beleid bij een dergelijke grote inflatie niet sneller moet ingrijpen om loonkostontsporing te vermijden.
Concurrentievermogen en rentabiliteit onder druk
De loonindexering in 2022 is dus enorm en onverwacht. De loonkostenhandicap, die in onze sector de afgelopen jaren was verminderd van 25% naar 20 procent, riskeert daarmee opnieuw de hoogte in te schieten. Dit riskeert dan ook de concurrentiepositie van onze bedrijven in het gedrang te brengen, met alle gevolgen van dien voor de export en de werkgelegenheid.
En dat is niet alles. De hoge indexatie komt bovenop een historische explosie van de productiekosten (grondstoffen, verpakkingen, energie, transport), wat kan leiden tot onhoudbare situaties, zelfs op korte termijn.
De rentabiliteit van onze voedingsbedrijven komt daarmee meer dan ooit onder druk te staan. En het zou kunnen dat het volgend jaar nog verslechterd. Dat brengt ook de investeringen, van morgen in het gedrang. Want die rentabiliteit hebben we nodig om te blijven innoveren, om duurzame oplossingen te vinden voor de vele uitdagingen waarvoor we staan en om jobs te creëren.
Het is dan ook van alle belang dat de stijging van de kosten kan worden doorgerekend aan onze afnemers, van groot distributie tot consument. De consumentenprijzen voor voedingsproducten en niet-alcoholische dranken blijven momenteel echter stabiel, omwille van de jaarcontracten waarmee onze bedrijven werken met de grote retailers. Op de inflatie van 5,64% die in november geregistreerd werd, werd tot nog toe slechts 0,04 procentpunten veroorzaakt door de prijsstijgingen van voeding en niet alcoholische dranken, wat duidelijk aangeeft dat de huidige stijging van de productiekosten voor die producten nog niet resulteerde in prijsstijgingen in de winkel.
Het is in deze tijden van extreme kostenstijging uiterst belangrijk dat de concurrentiekracht en de rentabiliteit van onze bedrijven gevrijwaard blijven of de gevolgen voor de investeringen en de tewerkstelling zullen niet uitblijven.
Bovendien is het niet meer dan normaal dat, wanneer de productiekost van onze voeding en dranken stijgt, de consument dit ook voelt in de prijs die hij voor zijn winkelmandje betaalt.
We stellen ons dan ook ernstige vragen bij de aangekondigde acties van de vakbonden en de actiedag van maandag 6/12. Dit zet de gezondheid van onze bedrijven verder onder druk en zo ook de tewerkstelling.